Informaticastudent Floris Cornel (22) slikt een hapje witte chocoladecrème door en herhaalt nog maar eens: met knutselen aan het DNA van ongeboren kinderen is niks mis. ‘Als je ze zo kan behoeden voor ziektes, dan is dat toch alleen maar mooi?’
Naast hem roert scheikundestudente Merlinde Wobben (20) peinzend in haar schaaltje. ‘Jawel, maar waar trek je de grens? Is het niet gevaarlijk?’ Tafelgenote Ingrid Munneke (71) valt bij: ‘Stel dat die technologie in verkeerde handen valt?’
Ze zitten aan de laatste gang van het eerste Kennisdiner op maandagavond 18 september. Het diner is een initiatief van Studium Generale en het Grand Theatre. In het theater zitten 75 mensen verdeeld over 13 tafels. Ze krijgen, afwisselend, drie lezingen en drie gangen voorgeschoteld. Eerst luisteren, dan eten. En praten.
‘Damn lies’
‘Het gaat eigenlijk vooral om dat praten’, zegt Kirsten Krans, een van de programmamakers van Studium Generale. ‘Meestal organiseren we een lezing van een uur, waar de zaal dan een halfuurtje vragen over kan stellen. Vrij eenzijdig. Terwijl het ook heel belangrijk is om het gesprek aan te gaan, van gedachten te wisselen, eventueel van gedachte te veranderen.’
En dan dus niet alleen met je vrienden, huis- of studiegenoten. ‘Dat doen we uit onszelf wel. Met mensen die je niet kent, praat je niet zo gauw over je mening. Daarom dachten we: laten we iets organiseren waarbij je met vreemden aan tafel zit.’
Voor sommige bezoekers is het even slikken, maar dat zitten bij vreemden is dus écht verplicht. Bij binnenkomst krijgen gasten een briefje met een citaat dat correspondeert met de tafel waaraan ze mogen plaatsnemen. ‘Facts do not cease to exist because they are ignored’, staat op een van de tafels te lezen. Op een andere: ‘There are three kinds of lies: lies, damn lies, and statistics.’
Alle quotes verwijzen op een of andere manier naar het thema van de avond: the fiction of reality. Historicus Jan Blaauw, professor kunstmatige intelligentie Bart Verheij en biologe Désirée Goubert vullen het elk op een eigen manier in.
Kikkererwtensoep
Blaauw bijt het spits af met zijn onderzoek naar censuur in schoolboeken. De zaal hangt aan zijn lippen, en dat terwijl ze nog geen hap gegeten hebben. Als de kikkererwtensoep met fetapuree op tafel staat, praten de dinergasten geanimeerd met elkaar na.
‘Mijn ervaring is dat het gemakkelijker praat aan een diner’, zegt programmamaker Kirsten Krans. ‘Anders wordt het gauw zo formeel: we gaan nu ergens zitten en een gesprek hebben. Maar als je samen aan het eten bent, gaat het vaak vanzelf.’
Inderdaad lijken de bezoekers al snel vergeten dat ze elkaar net kennen. Na de soep horen ze Bart Verheij vertellen over zijn ambitie om een argumentatiesysteem te maken: kunstmatige intelligentie die hypotheses kan toetsen en een kritische discussie voeren.
Aan de tafel van Floris Cornel, Merlinde Wobben en Ingrid Munneke leidt het tot een gesprek over zelfrijdende auto’s. Over de parelcouscous met sinaasappeldadelsalade die daarbij geserveerd wordt, zegt Cornel: ‘Volgens mij heb ik het hele jaar nog niet zo gezond gegeten.’
Twijfels
Tussen hoofdgerecht en toetje schotelt Désirée Goubert de zaal een pittige ethische kwestie voor. Goubert doet aan epigenetisch editen: het veranderen van DNA. Voor een onbetwistbaar nobel doel, weliswaar – het genezen van borstkanker – maar de techniek kan óók op ongeboren kinderen worden toegepast. Moeten we dat ook willen?
Cornel is voorstander, zijn tafelgenoten hebben hun twijfels. Onder het genot van bittere vruchten met witte chocoladecrème discussiëren, filosoferen en fantaseren ze met elkaar. Daarna is het diner ten einde, maar voor de echte fanatiekelingen blijft de bar open.
‘Ik vond het leuk vanavond’, oordeelt Merlinde Wobben tevreden. ‘Leerzaam, gezellig…’ Floris Cornel zou nog wel eens gaan, denkt hij. ‘Nou ja, niet elke week. Maar een paar keer per jaar zou leuk zijn.’