Een groep wetenschappers onder leiding van RUG-hoogleraar Rafael Wittek heeft de felbegeerde NWO Summit Grant van ruim dertig miljoen euro in de wacht gesleept voor onderzoek naar sociale cohesie. Wat gaan ze met het geld doen en wat betekent deze beurs voor de universiteit?
Waarom is de Summit Grant zo belangrijk?
Het is een eenmalige subsidie die tien jaar lang onderzoeksfinanciering biedt aan wetenschappelijke consortia die tot de absolute wereldtop behoren, of daar heel dicht bij zitten. Het doel is om onderzoek van uitzonderlijke kwaliteit te stimuleren en grote doorbraken te realiseren.
De totale subsidie bedraagt 174 miljoen euro, verdeeld over vijf consortia. Een daarvan is SOCION, een interdisciplinair samenwerkingsverband op het gebied van sociale en geesteswetenschappen.
Het consortium bestaat uit de RUG – die het onderzoek coördineert – de Universiteit Utrecht, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Radboud Universiteit en demografisch onderzoeksinstituut NIDI.
Waar wordt het geld voor gebruikt?
Onze samenleving wordt bijeengehouden door sociale cohesie, maar die wordt steeds meer ondermijnd door erosie van gemeenschappen en polarisatie tussen groepen, legt RUG-hoogleraar theoretische sociologie Rafael Wittek uit, die het project leidt. SOCION wil nieuwe manieren vinden om deze sociale cohesie te herstellen. ‘We hebben de ambitie om onderzoek te doen met maatschappelijke stakeholders, zodat we specifieke uitdagingen in de samenleving kunnen aanpakken’, zegt Wittek.
Het geld gaat naar SCOOP, een onderzoeks- en trainingscentrum dat zich richt op de interdisciplinaire studie van duurzame samenwerking. Het verbindt onderzoeksgroepen uit de sociologie, psychologie, geschiedenis, filosofie, bestuurskunde, onderzoeksmethoden en statistiek.
Meer specifiek zal de subsidie volgens Wittek worden gebruikt om impactmanagers aan te nemen die de theoretische oplossingen in de praktijk gaan implementeren. Ook worden er promovendi en postdoctorale onderzoekers van betaald en wordt het verzamelen van data en het organiseren van congressen ermee bekostigd.
Hoe gaat SOCION maatschappelijke problemen helpen oplossen?
Ontwikkelingen zoals klimaatverandering, vergrijzing en migratie kunnen maatschappelijke ontwrichting veroorzaken, zegt Wittek, maar dat zijn ingewikkelde problemen om aan te pakken.
Neem het internationaliseringsvraagstuk, zegt hij. ‘Aan de ene kant wordt er bij de overheid op aangedrongen om migratie te beperken om het huisvestingsprobleem op te lossen, maar aan de andere kant zeggen andere belanghebbenden, zoals werkgevers, dat ze afhankelijk zijn van internationals. Dit is een voorbeeld van hoe één oplossing kan leiden tot het ontrafelen van een nieuw probleem. De uitdaging is om een evenwicht te vinden.’
Dit soort complexe problemen vragen om oplossingen waar meerdere vakgebieden en stakeholders hun kennis voor aandragen, zegt hij, om zo van de academische wereld naar de implementatie in de praktijk te komen. ‘Eerst moet je de problemen identificeren en voor wetenschappelijk bewijs en de theorieën erachter zorgen, dan ontwikkel je een interventie en moet je de effectiviteit ervan monitoren en daarvan leren om toekomstige problemen te voorkomen. Niet eenvoudig’, zegt hij.
Is dertig miljoen euro niet te veel geld om een onderzoekscollectief te financieren?
‘Nee’, zegt Wittek, ‘met de hoeveelheid onderzoeksgroepen die we hebben en de periode van tien jaar, is dat ongeveer 250 à 300 duizend euro, per groep, per jaar.’
‘Mensen hebben me gevraagd: waarom geven we het geld niet aan vijftig promovendi en postdocs, in plaats van het allemaal aan één groep onderzoekers te geven? Dat zou ongetwijfeld ook goed onderzoek opleveren. Maar met ons programma kunnen we de krachten van verwante vakgebieden en belanghebbenden in de praktijk bundelen, zodat we kunnen werken aan het oplossen van grotere problemen.’
Voor sociale wetenschappen kan het moeilijk zijn om financiering te krijgen, vergeleken met bijvoorbeeld natuurwetenschappen, legt hij uit. ‘Laten we zeggen dat ze in de medische wetenschappen veertig miljoen nodig hebben voor een MRI-scanner: daar kijkt niemand van op. Maar bij ons zit het geld in mensen die onderzoek doen, zoals archiefonderzoek, tekstanalyse, interviews, big data crunching, waarvoor ook veel geld nodig is.’
Wat betekent deze subsidie voor de universiteit?
De beurs komt op een goed moment, gezien de grote bezuinigingen op het hoger onderwijs, zegt Witek. ‘Zonder dit geld is het armoede. Voor jonge wetenschappers is dat een ramp, want onderzoek doe je samen met anderen, promovendi en postdocs, dus als je geen mogelijkheid hebt om postdocs aan te nemen, dan word je op jezelf teruggeworpen.’
Hij hoopt dan ook dat het geld wordt gezien als iets dat verlichting biedt in moeilijke tijden.
De subsidie is ook goed voor RUG-studenten die onderzoek willen doen naar sociale cohesie, zegt Wittek. ‘We hebben verschillende initiatieven die gericht zijn op masterstudenten en researchmasterstudenten, zoals een blended intensive programme en summer schools. Dat is onderdeel van het plan om studenten te bereiken en ook mogelijkheden te bieden voor bijvoorbeeld stages. En natuurlijk zijn de masterstudenten van vandaag de potentiële promovendi van morgen die deelnemen aan het programma.’