Het Confucius Instituut Groningen mag niet langer in het universiteitsgebouw aan de Oude Boteringestraat blijven. De RUG heeft besloten het instituut in een pand buiten de universiteit onder te brengen.
Het besluit volgt op antwoorden van demissionair onderwijsminister Ingrid van Engelshoven na Kamervragen. Volgens de minister zou het goed zijn als de RUG zich los maakt van het instituut, om zo de zorgen over mogelijke aantasting van de academische vrijheid weg te nemen.
In maart besloot RUG-baas Jouke de Vries een onderzoek in te stellen naar de bestuurlijke relatie tussen de gemeente Groningen, Hanzehogeschool en uni enerzijds en het instituut anderzijds. ‘De RUG heeft oog voor de zorgen die zijn geuit met betrekking tot de samenwerking met de Confucius Instituten’, licht woordvoerder Gernant Deekens toe. ‘Het doel is om meer afstand te creëren.’
Toch blijven de Chinese taal en cultuur belangrijke academische onderwerpen, benadrukt de universiteit. ‘Daarom inventariseert de RUG nu of en hoe zij zelf in de grote vraag naar kennis over het moderne China en de Chinese taal kan voorzien’, zegt Deekens. De inventarisatie wordt later dit jaar afgerond. Over de uitkomsten en de eventuele gevolgen wil de universiteit ‘graag’ met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in gesprek.
Groeiende zorgen
De Confucius Instituten liggen al langer onder vuur. Bezorgde Chinese studenten en universiteitsraadspartij De Vrije Student pleitten in februari in een petitie om de banden met het instituut te verbreken. Dat zou te dicht bij de Chinese overheid staan en daardoor een groot risico zijn voor de academische vrijheid aan de RUG.
Een soortgelijke waarschuwing over Chinese inmenging kwam in juni 2020 ook van onderzoeksinstituut Clingendael: de inbedding van Confucius Instituten in Nederlandse kennisinstellingen zou leiden tot Chinese bemoeienis met Nederlands onderzoek. De onvrijheid in China zou leiden tot zelfcensuur bij Nederlandse onderzoekers.
In februari van dit jaar kwam het contract van hoogleraar Chinese taal en cultuur Oliver Moore ter discussie: hij zou volgens dat document het Chinese imago niet mogen schaden. Bovendien brachten de Nederlandse veiligheidsdiensten AIVD, MIVD en NCTV in dezelfde maand een rapport naar buiten waarin zij waarschuwden voor mogelijke spionage door China op Nederlandse onderwijsinstellingen.
Stap verder
De kwesties rond het instituut leidden al eerder tot Kamervragen. Daarop reageerde Van Engelshoven voorzichtig en zei in gesprek te willen met de RUG. Ook heeft ze onlangs gesproken met de Zuyd Hogeschool in Maastricht, de enige andere Nederlandse instelling die nog gelieerd is aan een Confucius Instituut.
Van Engelshoven stelt dat de gesprekken ‘een wisselend bewustzijnsniveau ten aanzien van kennisveiligheid’ laten zien. Hoewel de onderwijsinstellingen de risico’s zeggen te kennen, is ‘nog niet overal het bewustzijn ten aanzien van kennisveiligheid ook tot in de haarvaten van de organisatie doorgedrongen’, schrijft ze.