Acht varkens zijn momenteel bezig het bos achter het KVI-Cart berenklauwvrij te maken. Het is nog een proef, maar Mark Bloeming, hoofd terreinbeheer van de RUG, hoopt al op een vervolg.
Reuzenberenklauw is een serieus probleem op het Zernikecomplex. De bosgebieden en bermen staan vol met de invasieve plant. Niet alleen verdringt de woekeraar ecologisch meer waardevolle soorten, maar mensen die ermee in aanraking komen, kunnen er lelijke brandwonden door oplopen.
Wegmaaien helpt nauwelijks, zegt Bloeming, want zolang de wortels nog in de grond zitten, groeit de plant net zo makkelijk weer terug. Chemische bestrijdingsmiddelen wil hij niet gebruiken; bovendien zijn die verboden. ‘Maar toen vertelde een collega over een bedrijf dat varkens verhuurt om berenklauw te bestrijden.’
Heel lang hoefde hij er niet over na te denken. ‘Varkens wroeten en ze zijn niet kieskeurig’, zegt hij. ‘Ze eten dus ook de wortels van de berenklauw.’
Goed bezig
Dus doen zich nu al een week acht varkens tegoed aan de woekerplanten in het bosgebied achter het kernversnellersinstituut. Het Facilitair Bedrijf heeft het gebied afgezet met schrikdraad. Een medewerker checkt dagelijks of het goed met ze gaat, maar verder redden ze zichzelf.
Vooralsnog lijkt het erop dat de varkens goed bezig zijn. Of dat betekent dat de proef een vervolg krijgt, weet Bloeming nog niet. Het is vooral belangrijk dat andere gebruikers van het Zernikecomplex zoals de gemeente en de provincie aansluiten.
‘Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel’, zegt Bloeming, waarmee hij doelt op andere delen van het Zernikecomplex, bijvoorbeeld langs het fietspad naar de Linnaeusborg, waar de berenklauw welig tiert. Maar als blijkt uit de proef dat deze methode efficiënt en effectief is, en het financieel uit kan, heeft Bloeming goede hoop dat de gemeente en de provincie zullen aanhaken.