Filosofiepand is oudste van de RUG
De zeven geheimen van OB 52
intro
begintekst
Het moet een rijkaard zijn geweest die rond 1300 een stenen huis – zes traveeën breed – neerzette aan een van de belangrijkste uitvalswegen van Stad. In de jaren die volgden werd Oude Boteringestraat 52 geplunderd door hovelingen, geteisterd door brand, belegerd.
De Groningse burgemeester Barthold Wichering woonde er in de zeventiende eeuw. Daarna – enkel in de winter – bekende Groningse jonkers als de Trips en de Van Swinderens. En zevenhonderd jaar later – na tig verbouwingen, uitbreidingen en aanpassingen – staat het er nog. Daarmee bewonen de filosofen van de RUG een van de oudste en belangrijkste monumenten van Groningen.
In zo’n pand wil je niks kapotmaken. Vandaar dat bij de laatste verbouwing – waarbij de middeleeuwse zolder en vliering geschikt werden gemaakt voor werkplekken – zorgvuldig de middeleeuwse sfeer van de zolder in stand is gehouden. Tegelijk kwamen verborgen brokjes geschiedenis tevoorschijn.
Uw gids: René Bosscher
Als erfgoeddeskundige René Bosscher van de RUG door een monumentaal pand loopt, dan kan hij het niet laten. Hij moet even die kloostermoppen aanraken, zijn vingers laten gaan over het verweerde hout van een honderden jaren oude dakspant. Ogen wijd open, als hij vertelt over een bijna intact stucplafond dat verborgen zit achter saaie, witte plafondplaten. Hij wil de geschiedenis voélen.
Bosscher is bouwkundig ingenieur, maar stiekem heeft de geschiedenis écht zijn hart. Dus als de twee samenkomen – als een van de 34 monumentale panden van de RUG moet worden verbouwd of gerestaureerd – dan is Bosscher degene die dat begeleidt.
Hij hield zich eerder bezig met de restauratie van de grote vergaderzaal aan de Oude Boteringestraat 44 – de zaal waar de u-raad elke maand vergadert. Het pand van de UKrant werd onder zijn leiding voorzien van de originele Hollandse dakpannen, de gevels van Oude Boteringestraat 23 en 52 werd aangepakt. Op dit moment krijgt de buitenzijde van het Universiteitsmuseum – waar ooit de UB was gehuisvest – een opknapbeurt.
Als het aan hem ligt, besteedt de universiteit veel meer aandacht aan zijn monumenten. ‘We zijn een universiteit van vierhonderd jaar oud. Laat dat maar zien!’
kaart voor mobiel
00 start
01- de kelder
De kelder die een keuken was
Een vochtige, lage kelder, waar je maar net rechtop kunt staan. Verfblikken op een tafeltje. Graffiti op de muren. Vuil van jaren plakt op de ramen. Ooit hebben studenten hier nog een hangout gehad, maar sindsdien gebeurt er niets meer met de ruimte uit 1300. En toch is het niet moeilijk om je voor te stellen wat er hier 200 jaar geleden gebeurde.
02 - kantine (plafond)
Een glimp van oude grandeur
Overal in het pand zitten verlaagde plafonds. Logisch, het is praktisch en energiezuinig. Maar toch, als je ze zou weghalen zou je kunnen zien hoe waanzinnig de plafonds er rond 1800 uitgezien moeten hebben.
Gelukkig is precies dat gebeurd in de kantine van de Oude Boteringestraat 52. Een gerestaureerd gipsen ornament geeft een glimp van de oude chique.
De ruimte waar studenten en personeel nu koffiedrinken, was ooit een deel van twee kamers en suite. Je kunt de plek nog zien waar ooit de doorgang zat.
03 - kaarsnis naast trap
Een mysterieuze nis
Je loopt de trap op naar de eerste verdieping. Naast je zie je de kloostermoppen muur van bijna een meter dik. Het oude stucwerk is weggehaald en heeft een klein nisje onthuld. Te klein om het restant van een oud raam te zijn, te groot om ooit een van de vloerbalken te hebben ondersteund. Dus wat is het wel?
04 - gat in de vloer
Een tijdmachine in de vloer
In een onooglijk zijkamertje op de eerste verdieping, achter de monumentale trap naar de zolder, werd stucwerk van de muur weggehaald, waarachter ook weer een prachtige kloostermoppen muur uit 1300 opdook. Werkzaamheden aan het plafond brachten balken uit 1450 tevoorschijn, die ooit beschilderd zijn - donkergroen met gouden randjes.
Interessanter nog is het gat in de vloer, waardoor een verwarmingsbuis loopt. Het linoleum is gescheurd, de ondervloer gebutst. Maar dan zie je het: een onverwacht inkijkje in 700 jaar interieurmode.
05 - boograam
Een heel bijzondere gevel
Bouwhistorici worden blij van de Oude Boteringestraat 52. Heel blij. Want de kopse gevels van het oude steenhuis zijn heel zeldzaam. Je moet alleen wel een beetje je best doen om ze te zien.
Ooit stond het pand helemaal vrij, met ruim uitzicht over de stadsgrenzen, waar nu de diepenring loopt, en waren de gevels van veraf zichtbaar.
Nu staat het stijf ingebouwd tussen buurhuizen en zie je de gevel alleen nog als je door een krap zolderraampje klimt, naar een klein platdak tussen de huizen in. Maar dan zie je toch weer een detail dat veel vertelt over huizenbouw in 1300.
06 - telraam
Sporen van een monsterklus
Twee balken lopen dwars over de middeleeuwse zolder. Ze liggen daar al sinds 1450, toen er een nieuwe kap op het huis werd gezet en een nieuwe – symmetrische – voorgevel werd geplaatst met grote kruiskozijnen.
Om instorten te voorkomen, werden ze op de dwarsbalken geplaatst, met ijzeren wiggen geklonken aan de kozijnen. Een van de twee loopt in een rare knik – geen afgeprijsd exemplaar, maar met zorg is uitgezocht voor precies die plek. Had hij rechtgelopen, net als de eerste, zou hij regelrecht in de schoorsteen zijn geland.
En dan valt het oog op de kleine merkjes in het hanenhout. Alsof iemand heeft zitten turven, maar toch ook weer niet. Waarom zou je het wagen te krassen in een balk uit 1450?
07 - kapconstructie
Zuinigheid met vlijt
Waarom het huis verbouwd moest worden rond 1450? Niemand die het weet. Misschien heeft het in brand gestaan en was het zozeer beschadigd dat er iets moest gebeuren. Of misschien wilde de bewoner wat meer ruimte.
In elk geval kwam er een nieuwe dakconstructie rond deze tijd. Maar dat wil niet zeggen dat de eiken die 150 jaar eerder gebruikt waren in de vuurkorf belandden.
08 - kapconstructie
mobiele versie