Geef internationals onderdak
Wanhopig op kamerjacht
In zijn vrije tijd stelt de Groningse Facebookheld Elzo Smid frauduleuze huurpraktijken aan de kaak. Hij is bang dat internationale studenten hier dit jaar nog vaker het slachtoffer van zullen worden. Maar volgens de RUG is alles onder controle.
Je ziet de Facebookposts steeds vaker. Ze lijken allemaal op elkaar: ‘Ik kom vanuit het buitenland in Groningen studeren. Ik ben op zoek naar een kamer.’ Dit wordt vaak gevolgd door een korte biografie waarin de schrijver belooft dat hij of zij ‘heel netjes, stil of vriendelijk’ is. ‘Ik kan je mijn taal leren! Ik kan heel goed koken!’ Het is tegenwoordig zo moeilijk om een studentenkamer in Groningen te vinden dat je het van je persoonlijkheid moet hebben.
Smid, moderator van de populaire Facebookgroep ‘Free Housing Announcements in Groningen’, heeft het aantal posts van deze aard flink zien groeien ten opzichte van vorig jaar. ‘Dat kan natuurlijk komen doordat mensen dit jaar eerder zijn begonnen met zoeken. Ik hoop dat het daar aan ligt. Maar het is ook mogelijk dat er gewoon meer mensen zijn die een kamer nodig hebben.’
Volgens hem is het altijd moeilijk geweest om een kamer te vinden in de stad. Als jonge man in de jaren tachtig kraakte hij drie jaar lang een kamer aan de Oosterstraat 53 – wat inmiddels het Hotel Schimmelpenninck Huys is – voordat hij er een vond om te huren. Hij weet hoe moeilijk het is om een kamer te vinden, en hij wil mensen hierbij helpen.
Afgezet
In augustus vorig jaar zaten veel internationale studenten in een lastig parket. ‘Ik las veel posts over dat ze wanhopig waren, hoe veel problemen ze hadden, dat ze werden afgezet. Internationale studenten zijn extra kwetsbaar: ze spreken de taal niet, ze kunnen wat ze huren niet van tevoren bekijken en ze snappen niet hoe het werkt.’
Elzo (midden) als kraker in de jaren ’80
Dus ging Smid online op zoek naar fraudeurs en afzetters, om mensen te kunnen waarschuwen. Er zijn een hoop afzetters, zegt hij, maar de ergste zijn toch wel de mensen die studenten enorme bedragen aftroggelen voor kamers die niet bestaan.
Ik kan heel goed zien wanneer een kamer niet in Nederland is
‘Ik ben grafisch vormgever, dus ik heb een goed oog voor dingen die niet kloppen aan een foto. Ik kan heel goed zien wanneer een kamer niet in Nederland is. Ik kijk naar de meubels, de stopcontacten, verwarmingen, of de ramen. Vooral aan ramen kun je het heel goed zien.’
Als er foto’s van het interieur bij staan en er wordt ook een adres genoemd, kijkt Smid op Google Street View om de ramen te vergelijken. ‘Ik heb dit jaar al zeker dertig keer gezien dat de ramen niet overeenkomen.’
Vorig jaar raakte Smid zo gefrustreerd door de enorme hoeveelheid studenten die werden afgezet en dakloos dreigden te worden, dat hij een protestactie op de trappen van het Academiegebouw hielp organiseren. Hij wil dit ieder jaar doen, totdat de situatie verandert. ‘Als dezelfde problemen dit jaar weer voorkomen, gaan we weer protesteren. Misschien is het probleem dit jaar zelfs wel groter.’
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Sjoerd Kalisvaart van de Groninger Studentenbond (GSb) hoopt dat de omstandigheden dit jaar beter zijn. ‘Volgens mij hebben de betrokken instanties het afgelopen jaar wel doorgekregen hoe belangrijk deze kwestie is. Ze doen nu meer dan anderen de schuld geven of zeggen dat ze niet verantwoordelijk zijn.’
RUG-woordvoerster Jorien Bakker zegt dat de RUG samen met de Hanzehogeschool en de gemeente hard bezig is om alles te regelen. We zullen natuurlijk pas in augustus weten of we genoeg kamers hebben voor iedereen, maar het ziet er veelbelovend uit.’
De RUG en de Hanzehogeschool hebben Will Panman, een onafhankelijke projectleider bij RIO Projects, ingehuurd om voldoende kamers te vinden.
‘De Hanzehogeschool, de RUG, de gemeente en makelaars proberen samen om vooraf oplossingen te vinden in plaats van achteraf reageren’, zegt Panman. ‘Zelfs particuliere verhuurders werken mee. Er heerst een algemeen gevoel dat wij verantwoordelijk zijn voor de nieuwe internationale studenten, omdat wij ze naar Groningen hebben gehaald.’
Vierhonderdvijftig tot vijfhonderd kamers
Geef niet op, blijf zoeken
Volgens Panman hebben ze op dit moment vierhonderdvijftig tot vijfhonderd kamers aangehuurd. Het oorspronkelijke doel was om vijfhonderd kamers te vinden. De kamers, zowel tijdelijk als voor de lange termijn, bevinden zich in de binnenstad, zegt Panman, maar hij kan nog niks zeggen over waar de kamers precies of hoe duur ze zijn.
De kamers zullen in de eerste week van juli worden geüpload op een aparte pagina van At Home in Groningen, zegt Bakker.
Omdat er zich meer mensen hebben aangemeld dan ze hadden verwacht, zijn ze nog steeds op zoek naar kamers, zegt Panman. Ze zoeken nu ook buiten de binnenstad. Tegen de studenten die nog altijd op zoek zijn, heeft Panman ook een boodschap: ‘Geef niet op, blijf zoeken. We willen je echt heel graag helpen. Aan het eind van de maand kun je meer opties op onze website vinden.’
Panman zegt dat ze ook zoeken naar plekken waar studenten kort kunnen verblijven, om ze in de eerste paar weken na hun aankomst onderdak te bieden. ‘Misschien een hotel, een boot, of een ruimte in Martiniplaza.’ Hoe het er ook uit komt te zien, het is belangrijk dat de ruimtes betaalbaar zijn. ‘Hotels zijn natuurlijk nogal duur, en we moeten rekening houden met de hoeveelheid geld die de RUG en de Hanze in een oplossing zoals een hotelboot willen steken.’
Tijdelijke oplossing
Studenten die naar Groningen komen terwijl ze nog geen kamer hebben, moeten zich zo snel mogelijk inschrijven bij de International Offices , zegt hij. ‘Dan weten we dat ze hier zijn, en kunnen we ze helpen.’
Smid is blij dat de universiteit zich bezighoudt met het oplossen van het kamertekort. Iedere student van een kamer voorzien is een goede start, zegt hij. Maar om voorgoed een einde te maken aan het probleem, moeten het ook goede kamers zijn.
‘Als studenten dan al iets vinden, slapen ze vaak bij iemand op de bank. Of ze betalen veel te veel huur. Huisbazen zijn niet te bereiken, en de kamers zijn vaak onveilig’, zegt Smid. ‘Tijdelijke oplossingen zijn prima, maar we hebben goede kamers nodig, en niet alleen maar veel. Mensen moeten gewoon in fatsoenlijke, betaalbare kamers kunnen wonen.’