Toen Paul Evers tegen het einde van de verkiezingsdag op het stembureau vroeg of hij het protocolformulier misschien mocht zien, ging het mis.
‘Eerst ging de stembureauvoorzitter buiten staan bellen’, herinnert hij zich. ‘Toen werd hij ineens vervangen door een andere voorzitter. En dáárna kwamen er vijf grote mannen het stembureau binnen. “Ga weg”, kregen we te horen. “Jullie mogen hier niet zijn.”’
Election observation mission
Silba – Initiative for Dialogue and Democracy is een van oorsprong Deense jongerenorganisatie. Ze bestaat sinds 1994. Sinds augustus 2017 is er ook een Nederlandse afdeling.
Silba hoort niet bij een specifieke partij of ideologie, maar heeft als doel om democratische processen te verbeteren, met name in Oost-Europa. Zo’n tien keer per jaar stuurt de organisatie teams op election observation mission.
Jongeren die op zo’n missie gaan, volgen een online training van de Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR) en moeten accreditatie aanvragen bij de regering van het betreffende land. Tijdens de verkiezingen bezoeken ze verschillende stemlokalen en naderhand publiceren ze een rapport van hun bevindingen.
Afgelopen zondag waren er presidentsverkiezingen in Montenegro. Milo Djukanovic, die het land al leidt sinds 1991, kreeg de meeste stemmen – maar vraag niet hoe. Paul Evers en zijn medestudenten Maarten Lemstra en Troy Segaar waren erbij. Voor vrijwilligersorganisatie Silba voerden ze een zogenaamde election mission uit in het kleine bergstaatje: als neutrale waarnemers hielden ze in de gaten hoe het er in de stemlokalen aan toe ging.
Wervende verhalen
‘Een vriend van ons loopt momenteel stage bij Silba’, vertelt Lemstra. ‘Hij vroeg ons of we zin hadden om zo’n election observation mission te doen.’ Dat hadden ze wel. Ze studeren alle drie International Relations & International Organizations. Van anderen bij Silba hoorden ze de nodige wervende verhalen over de missions. ‘Je zit daar met een heel internationaal team: Fransen, Roemenen, Amerikanen’, somt Lemstra op. ‘Het leek me leuk om het land te leren kennen’, voegt Segaar toe. ‘Ik wist haast niks van Montenegro.’
Inmiddels is dat wel anders. Met z’n drieën vertellen de studenten één naadloos, alle kanten op schietend verhaal. Is Lemstra even stil, dan herinnert Evers zich een anekdote, en is Evers uitverteld, dan schiet Segaar iets te binnen.
Montenegro rijst uit hun verhalen op als een land dat het graag goed wil doen, maar daar niet helemaal in slaagt. ‘De regeringspartij is ontzettend pro-EU en pro-NAVO. Ze willen ook heel graag bij de EU’, legt Lemstra uit. ‘Daarom hebben ze de democratie op papier heel goed geregeld.’
Uitgebonjourd
Maar de praktijk is niet zo keurig, merkten de studenten tijdens de verkiezingsdag. Zij en de andere Silba-vrijwilligers bezochten een aantal stemlokalen. Telkens per twee, met een tolk. Lemstra, Segaar en Evers volgden elk een andere route, en beleefden elk heel verschillende verkiezingen.
‘In mijn stembureaus ging eigenlijk alles goed, want ik zat vooral in het centrum van de hoofdstad’, vertelt Segaar. ‘Aan het eind van de dag bleek één stem te missen in de telling, dus iedereen ging als een gek aan het narekenen. En toen het uiteindelijk toch klopte was een van de tellers zo blij dat-ie de vlag kuste.’
Op diezelfde avond, in hetzelfde land, werd Evers een stembureau uitgebonjourd omdat hij gevraagd had de protocolformulieren in te zien.
‘Op die formulieren verantwoorden de stembureauleden alles’, legt Lemstra uit. ‘Als de verkiezingsuitslag niet naar hun zin is, dan zijn die formulieren de eerste plek waar je fraude zou herkennen.’ Aan lastige vragen van een jonge knul uit West-Europa hadden ze dus geen behoefte.
Kneedgom
‘Onze invloed is vrij gering’, geeft Evers toe. ‘We zijn van een non-gouvermentele organisatie, dus mogen we niets doen of zeggen tijdens het stemmen zelf. We kunnen alleen observeren en opschrijven wat we zien.’
Een kleine greep uit wat ze gezien hebben: compleet versleten stembussen die met tape bij elkaar worden gehouden en met kneedgom dichtgemaakt. Stemlokalen ter grootte van een badkamer. Tellers die tussenuitslagen fotograferen, ze naar de vertegenwoordiger van hun partij opsturen en vragen om instructies.
Het tellen was ook op het bureau van Lemstra memorabel. Het werd hoe langer hoe duidelijker dat de regeringspartij de meeste stemmen had gekregen. Toen werd het een stembureaulid van de oppositie teveel. ‘Hij griste het proces-verbaal zo uit de hand van de voorzitter’, vertelt Lemstra. ‘En hij wou er mee wegrennen, het stembureau uit. Het werd een soort vechtpartij.’
In tranen
Eigenlijk, daar zijn ze het alle drie over eens, was het voor de tolken nog het sneust. De stuk voor stuk vaderlandslievende Montenegrijnen waren geschokt door wat ze zagen in de stembureaus. ‘Sommigen waren in tranen’, herinnert Segaar zich. ‘Omdat er zó veel fout ging.’
En nu? Silba’s rapportage over de verkiezingen komt uiteindelijk bij de regering van Montenegro terecht. Wat die er vervolgens mee doet, is gissen – het is per slot maar een rapport van studenten. Lemstra denkt niet dat Djukanovic het zomaar naast zich neerlegt. ‘Dat EU-lidmaatschap is ontzettend belangrijk voor hem’, benadrukt hij. ‘Dat motiveert om het beter te willen doen.’
Foto boven: Troy Segaar uiterst links, tweede van rechts Maarten Lemstra, uiterst rechts Paul Evers