Artsenfamilie
De drie gezusters
Stefanie, Silke en Marieke zijn drie zussen. Ze studeerden aan de RUG. En ook nog eens alledrie geneeskunde. Drie totaal verschillende karakters die dezelfde keuzes maakten. ‘De neuzen stonden altijd dezelfde kant op.’
Bij de wijd geopende deuren van de Aula staat een man. Blauw pak. Hij glimlacht, maar is overduidelijk gespannen. Een vrouw loopt op hem af en geeft hem drie zoenen. ‘En? Ben je zenuwachtig?’ Hij glimlacht. ‘Zij moet het doen, niet ik.’ De volgende gast staat al klaar om zijn hand te schudden. ‘Zenuwachtig?’
In het midden van de zaal die langzaam volloopt, staat een oudere vrouw in een korte donkerblauwe jurk. Ze knikt glimmend van trots naar de binnenkomers en wijst ze een plek.
Een ding is duidelijk. Dit is een familieaangelegenheid
De man is Johan, echtgenoot van Stefanie de Boer die in het zweethokje zit van het Academiegebouw, minuten verwijderd van haar promotie. De vrouw is Mieke, Stefanies moeder. Bij Stefanie zijn haar twee zussen die als paranimf fungeren. Een ding is duidelijk. Dit is een familieaangelegenheid.
Stefanie de Boer (29) mag dan promoveren op het effect van een diabetesmedicijn op de bloedvaten, de hele familie is betrokken. Haar man, haar ouders, maar vooral haar zussen Marieke (35) en Silke (31). Drie meiden die bijna parallelle levens lijken te leiden.
Op elkaar afgestemd
Het is 16.15 uur precies als het College voor Promoties binnenkomt. Dan is het wachten op de zussen. Geklik van hakken weerklinkt in de hal en dan verschijnen ze. Blonde, opgestoken krullen. Kleding netjes op elkaar afgestemd in blauw en zwart.
Alle drie groeiden ze op in Drachten. Alle drie gingen ze naar het CSG Liudger daar. Marieke was de creatieveling en met altijd een kleurpotlood in haar hand. Silke was de boekenwurm en had op haar elfde al de jeugdbibliotheek van Appingedam uitgelezen. Stefanie deed je het grootste plezier door haar voor een doos Lego neer te zetten.
Totaal verschillende karakters dus, maar toen ze met vlag en wimpel hun vwo-diploma’s hadden binnengesleept, kozen ze alle drie voor de studie geneeskunde.
‘Mijn moeder zei altijd dat het een mooi vak is en je er heel veel kanten mee op kunt’, zegt Marieke. ‘Ik werd uitgeloot voor Groningen, maar geselecteerd in Leiden. Toen dacht ik: ik moét deze kans grijpen.’ Haar zusjes Silke en Stefanie bleven achter in Drachten, onder de indruk van de interessante verhalen over snijzaalpractica, studentenvereniging Augustinus en Mariekes dispuut.
Zusjesdag
Er volgden logeerweekendjes in Leiden en zelfs een broertjes- en zusjesdag. ‘Dan konden we in Drachten vertellen dat we op een echte studentenvereniging waren geweest en het dispuut hadden ontmoet. Ongelooflijk stoer’, grinnikt Stefanie.
We waren op een echte studentenvereniging geweest. Ongelooflijk stoer
Silke koos geneeskunde, omdat het zo breed was. Ook voor haar dreigde het mis te gaan toen ze werd uitgeloot. Maar ook zij kreeg een laatste kans toen ze op het laatste moment werd nageplaatst.
Alleen voor Stefanie was de artsenstudie vanaf het begin een roeping. ‘Aanvankelijk wilde ik dierenarts worden, maar toen zag ik Mercy Ships in de haven van Delfzijl. Zo indrukwekkend om te zien hoe de artsen op die boot mensen beter maakten die normaal geen toegang hebben tot medische zorg’, vertelt ze.
En Marieke? Die kwam meteen na haar bachelor terug naar Groningen voor haar co-schappen, waar ze naadloos introk bij haar beide zussen in de Verlengde Nieuwstraat. ‘Mijn hart lag toch echt in het Hoge Noorden.’
‘Dat was echt heel relaxed’, vertelt Marieke. ‘Heerlijk dat we alles goed schoon konden houden, de neuzen stonden dezelfde kant op. Of van die kleine dingen: het was geen enkel probleem als ik onder de douche stond, dat Silke dan naar het toilet moest. Dat kon gewoon.’
‘Als Marieke ‘s avonds thuis kwam, stond er een bordje eten voor haar klaar’, vertelt Silke. Wanneer ze bij haar zussen op de bank plofte, wisselden ze verhalen uit over docenten of collega’s. ‘En we deelden natuurlijk studieboeken en deden de was voor elkaar.’
Toen Stefanie vervolgens aan haar promotietraject begon en ze iemand nodig had die PET/CT-scans kon beoordelen, belde ze Marieke op, die inmiddels gespecialiseerd was tot radioloog. Ze publiceerden ook al enkele keren samen.
Studentenvereniging
Ze kozen voor dezelfde studentenverenigingen. Eerst Dizkartes, maar toen ze meer aandacht wilden geven aan het geloof, sloten ze zich aan bij de Navigators. ‘Als je het zo zegt, klinken we best wel klef’, grinnikt Silke. ‘We zaten alleen niet bij elkaar in het dispuut’.
Als je het zo zegt, klinken we best wel klef
In de Aula van het Academiegebouw lopen de drie in perfecte harmonie het pad af naar het College voor Promoties komen. Ze knikken – natuurlijk synchroon – naar links en rechts, zoals ze dat die middag nog geoefend hebben. En dan staat Stefanie er alleen voor. Rustig geeft ze antwoord op de vragen die door de verzamelde professoren op haar afgevuurd worden. En dan, na drie kwartier, klinkt het verlossende ‘Hora finita!’ en kan ze opgelucht adem halen.
Hebben Silke en Marieke nu ook ambitie hebben om te promoveren? Nou… ‘Nadat ik afgestudeerd was, wilde ik oorspronkelijk zo snel mogelijk internist worden. Maar nu ik Stefanies traject heb meegemaakt, zou ik ook wel willen’, zegt Silke. ‘Het lijkt me waanzinnig interessant om me heel specifiek stukje wetenschap helemaal eigen te maken en me daarin vast te kunnen bijten.’
Drie totaal verschillende karakters die toch uiteindelijk precies dezelfde keuzes hebben gemaakt. ‘Nu realiseer ik me hoe bijzonder het is dat het ons alle drie gelukt is. Dat we alle drie op een manier aan die studie hebben mogen beginnen en het alle drie hebben afgemaakt’, zegt Silke trots. Maar wat is het geheim van de familie De Boer? Hoe kan het dat deze drie zusjes zo harmonieus door het leven gaan? ‘Tijdens de opvoeding hebben wij meegekregen dat familie boven alles gaat,’ legt Stefanie uit. ‘Dat is voor ons nu vanzelfsprekend.’