Het Studenten Service Centrum (SSC) van de RUG krijgt van verschillende studieadviseurs, studentendecanen en studentenpsychologen te horen dat ze zich zorgen maken over hoe vaak StudentArts ADHD-medicijn Ritalin voorschrijft aan studenten, zegt Jooske Doorenbos van het SSC.
‘We hebben vorig jaar nog met de praktijk om tafel gezeten omdat wij ook wat vragen hadden over het voorschrijfbeleid van Ritalin’, zegt Doorenbos. Hoe groot het probleem precies is, weet ze niet. ‘Ik heb in ieder geval de indruk, en die indruk wordt door mijn medewerkers gedeeld, dat ze wat ruimhartig zijn in het voorschrijven van Ritalin. En daar hebben wij onze bedenkingen bij’, zegt Doorenbos.
Beter studeren
Ritalin wordt toegepast om de symptomen van ADHD te verminderen. Maar het medicijn, waarvan de werkzame stof methylphenidaat nauw verwant is aan speed (amfetamine), wordt door veel studenten ook gebruikt om beter te kunnen studeren. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) waarschuwde onlangs voor de handel in het medicijn en de gevaarlijke bijwerkingen van Ritalin.
‘Voor het voorschrijven van Ritalin is natuurlijk een protocol, er moet diagnostiek aan ten grondslag liggen. Naar ons idee geven de studentartsen daar ruimhartig uitvoering aan’, zegt Doorenbos.
Volgens praktijkmanager Anne Visser valt dat wel mee. ‘Huisarts Maarten Goedhart heeft er veel ervaring mee opgedaan in de verslavingszorg, en die bereikt er goede resultaten mee. Het wordt alleen voorgeschreven aan die mensen die het echt hard nodig hebben, studenten die geen tentamen kunnen halen omdat ze niet rustig kunnen zitten’, zegt hij.
Doktersverklaring
StudentArts, een praktijk met zo’n 14.500 ingeschreven studenten en zeven (waarnemend) huisartsen, springt volgens het SSC ook ruim om met het geven van doktersverklaringen aan studenten. Die verklaringen hebben studenten nodig om een verlenging van de prestatiebeurs, of een verlaging van de norm voor het bindend studieadvies (bsa) aan te vragen.
‘Er is een enorme behoefte aan die verklaringen’, geeft Visser toe. ‘Maar die wordt door het systeem gecreëerd’, zegt hij. ‘Het is eerder andersom. De druk zit veel meer bij studieadviseurs. Die vragen om doktersverklaringen van studenten, omdat ze die nodig hebben om ze wat extra studietijd te geven. Wij zijn daar erg terughoudend in. We geven zo’n verklaring alleen als studenten aantoonbaar onder behandeling zijn bij ons. Huisartsen hebben juist een bloedhekel aan die verklaringen. Die zeggen: daar zijn we niet voor, we zijn er om mensen beter te maken.’
Visser denkt dat studenten meer vragen naar doktersverklaringen door de harde bsa-norm die de RUG hanteert, en door het gebrek aan studiebegeleiding. ‘Er zijn veel studenten die enorm feesten. Ze hebben geen lieve oude moeder die dat controleert. Vaak komen ze dan bij de POH GGZ (Praktijkondersteuner Huisarts Geestelijke Gezondheidszorg, red.), die dat soort trajecten met ze bewandelt en aangeeft: als je zo doorgaat wordt het niks. Ik denk dat er gewoon een enorme behoefte is aan studiebegeleiding. Het systeem is hard, en studenten die daarin vastlopen komen bij ons voor een verklaring.’
Bewijsstukken
Volgens artsenvereniging KNMG mogen artsen geen doktersverklaring afgeven over eigen patiënten. Visser stelt echter dat die regel alleen geldt bij zaken als rijbewijskeuringen. ‘In dit geval gaat het alleen om een verklaring dat iemand in behandeling is bij de huisarts, meer staat er niet op. Het is ook geen garantie dat iemand extra studietijd krijgt.’
Doorenbos geeft toe dat het probleem rond doktersverklaringen deels door de universiteit zelf wordt gecreëerd. ‘Studenten moeten voor elke uitzondering op de bestaande regels bewijsstukken leveren. Dat is veelal een medische verklaring’, vertelt ze.
Maar de zorg dat de huisartsenpraktijk te snel Ritalin voorschrijft en doktersverklaringen afgeeft, blijft volgens Doorenbos. ‘Meer dan regelmatig met elkaar om de tafel gaan kun je niet. Het is hun deskundigheid en hun verantwoordelijkheid. We kunnen alleen maar aangeven wat we signaleren en dat we dat niet zo wenselijk vinden. Maar als zij zeggen dat ze hun eigen beleid hebben, daar zorgvuldig mee omgaan en dat we dat maar van ze moeten aannemen, dan houdt het een beetje op.’