Licht opsteken in Yantai
Een ticket voor de toekomst?
Een grote delegatie van de RUG verbleef vorige week in Yantai. Zo’n vijftig medewerkers gingen daar in gesprek met hun mogelijke toekomstige Chinese collega’s.
De bestaande campus in Yantai moet wel grondig worden gerenoveerd. Daarvoor is 160 miljoen euro beschikbaar, inclusief de bouw van een nieuwe research facility. De RUG betaalt zelf niets.
Leden van de u-raad maakten ook een uitstapje naar de University of Nottingham in Ningbo, de eerste buitenlandse universiteit in China.
Daar praatten ze vooral over academische vrijheid, onder andere met een hoge functionaris van de communistische partij.
Leestijd: 11 minuten (2248 woorden)
Planoporn, grappen de planologen van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (RW) van de RUG als ze over de Chinese miljoenensteden vliegen. Ontelbare wolkenkrabbers en torenhoge woonblokken lijken door de nevel op de grond te zweven. In China gaat alles de hoogte in, vaak heel hoog de hoogte in.
Projectontwikkelaars bouwen niet op basis van vraag en aanbod, maar speculeren op verwachte groei. En omdat de grondprijzen zo hoog liggen, is de lucht in dé manier om geld te verdienen. Het gevolg? Pompeuze woonflats die zonder enige gedachte ergens lijken neergezet en vaak jaren nagenoeg onbewoond blijven.
Oscar Couwenberg, decaan van RW, wijst naar een vijftal kolossale flats die vanaf de campus van Yantai het uitzicht op de Gele Zee ontnemen, luttele kilometers verderop. ‘De vorige keren dat ik hier was, brandde daar ’s avonds nauwelijks een lampje. Er woonde bijna niemand.’
Bouwen is de motor van het zich in rap tempo ontwikkelend China, maar ook daar wordt de vraag steeds vaker gesteld of het niet slimmer en beter kan, weet Couwenberg. ‘Wat is de kwaliteit van leven, de kwaliteit van wonen? Chinezen kunnen bouwen als geen ander. Maar ze hebben geen antwoord op die vraag. Daar hebben ze ons hard bij nodig.’
Laboratorium
Yantai, met zeven miljoen inwoners, schittert in de middagzon. Vanaf de campus van de China Agricultural University (CAU), de samenwerkingspartner van de RUG in het Chinese avontuur, is de baai te zien waarlangs de stad zich ontvouwt, met tientallen woontorens die in vele grijstinten achter de horizon verdwijnen. Een universitaire research facility heeft Couwenberg niet nodig. ‘Dit land is één groot laboratorium’, zegt hij.
Ruimtelijke Wetenschappen is, als de plannen doorgaan, een van de RUG-faculteiten die vanaf 2018 deel uitmaakt van University of Groningen Yantai (UGY), samen met Science and Engineering (FSE). De campus zelf ligt er al: een terrein van 1,25 vierkante kilometer met collegezalen, kantines, sportfaciliteiten en woongelegenheid voor duizenden studenten en medewerkers. Maar de campus is net als de omringende woontorens voor een deel ongebruikt.
Het mag wat kosten…
De stad Yantai en de provincie Shandong willen stevig investeren in de bestaande campus om de komst van Groningen mogelijk te maken. Er is een bedrag van 160 miljoen euro beschikbaar. Verder zijn er private fondsen van zo’n 80 miljoen euro om de laboratoria in te richten. De RUG betaalt zelf niets.
Los van de nog te bouwen research facility en een datacenter, is nieuwbouw verder niet nodig, zeggen projectleider Pieter van Hoesel en Erika Hepping (Vastgoed en Investeringsprojecten) van de RUG.
Maar de bestaande collegezalen, het sanitair, de bibliotheek, het hoofdgebouw, de kantines, de sportfaciliteiten en de studentenflats zijn wel hard aan renovatie toe. En het mag ook wel wat gezelliger en levendiger, met bars en terrasjes. ‘We missen nu nog enorm een vers kopje koffie’, zegt Erika Hepping.
Een zwembad? Nee, dat komt er niet. Een hockeyveld evenmin, die sport wordt in China nauwelijks beoefend. Erika Hepping: ‘Ik heb er een kwartier over gedaan om uit te leggen wat hockey is. Dat je met een stok tegen een balletje moet slaan. “Aaah ja”, zeiden ze toen, “wij begrijpen het, cricket!” Euh, nee dus.’
Overigens zijn alle gebouwen op de campus aardbevingsbestendig. Yantai ligt op een breukvlak. De laatste grote beving was zo’n vijftig jaar geleden.
Negen miljoen studenten
Elk jaar stromen in China meer dan negen miljoen studenten het universitair onderwijs in. Vooral de buitenlandse universiteiten, er mogen in China maximaal tien komen, zijn zeer gewild. Een ervan, op twee uur vliegen van Yantai, is de Nottingham University in Ningbo, de eerste buitenlandse universiteit die in China zijn deuren opende.
Waar begin deze eeuw nog weilanden waren met een kronkelend zandpad, staat nu een moderne universiteit met ruim 7000 studenten, slaapverblijven, barretjes en sport- en onderzoeksfaciliteiten. Het grijze hoofdgebouw is een replica van dat in Nottingham, inclusief wijzerplaat op de toren, en de kantine draagt de passende naam Robin Hood.
Robin Hood? Stelen van de rijken, geven aan de armen? Provoost Chris Rudd van Nottingham Ningbo moet even lachen bij de vergelijking. Feit is, erkent hij direct, dat Chinezen fors in de buidel moeten tasten om er hun kroost te laten studeren: zo’n 13.000 euro per student per jaar, de huur van de met vier of zes man gedeelde slaapkamers niet meegerekend. 13.000 euro maal 7000 studenten? Ruim 90 miljoen? Rudd draait er niet omheen en zegt: ‘Yes, we make money.’
Geld is voor Yantai
De eventuele winst die UGY maakt, wordt volledig geïnvesteerd in de campus in Yantai. Er gaat geen cent naar Nederland; dat mag niet van de Chinese overheid. Het collegegeld voor UGY is nog niet vastgesteld, maar zal waarschijnlijk uitkomen op 12.000 euro.
Dat lijkt veel, meer dan een Nederlandse student betaalt voor zijn studie. Maar iedere student van buiten de EU betaalt in Nederland (en dus ook in Groningen) zogeheten instellingscollegegeld. Dat is evenveel als een Chinese student betaalt voor een studie aan een branchcampus.
Voor een studie geneeskunde betaalt een international zelfs 32.000 euro. Dit is kostprijsdekkend, omdat er geen bijdrage van de overheid is. Een private universiteit als UGY moet dus ook kostendekkend collegegeld vragen. De RUG hoopt dat in Yantai uiteindelijk tienduizend studenten in de collegebankjes zitten.
Maar dat ging niet zonder slag of stoot, zegt hij. In het eerste jaar, in 2004, meldden slechts ruim 250 studenten zich schoorvoetend aan. Dat is inmiddels, nu de universiteit naamsbekendheid heeft en een reputatie heeft opgebouwd, niet meer het geval. ‘De zes Chinese universiteiten in Ningbo zijn jaloers op ons. Het onderwijs is beter, het levert meer status op.’ Maar nog steeds is het moeilijk om Britse studenten zo ver te krijgen dat ze ook naar Ningbo gaan. ‘Wellicht dat het de RUG makkelijker afgaat. Nederlandse studenten zijn reislustiger dan Britse.’
Academische vrijheid
Changhui Hua is een belangrijk man op de Nottingham University in Ningbo. Hij is een hoge functionaris die namens de communistische partij van China in de gaten houdt of de Britse universiteit de juiste koers vaart. Vier leden van de universiteitsraad (SOG, Calimero, Lijst Sterk en de Personeelsfractie) en u-raadsvoorzitter Tim Huiskes ontmoeten hem in het statige conferentiecentrum van de universiteit.
Het belangrijkste onderwerp van gesprek is de vraag: hoe zit het met de academische vrijheid? Het antwoord is na ruim anderhalf uur vragen-tolken-antwoorden-tolken nogal verwarrend, vinden ze: alles is bespreekbaar, maar provocaties worden niet getolereerd.
‘Wanneer wordt een discussie een provocatie?’, vraagt Gert Jan Bokdam van de Personeelsfractie later. ‘Ik begrijp wel dat enkele zaken in China gevoelig liggen. Dat is in Nederland soms ook zo. Als ik vroeger met mijn grootvader op zijn verjaardag discussieerde over de oorlog in Indonesië, dan haalden we het einde van het feestje niet. Het gaat erom dat je dingen bespreekbaar moet kunnen maken.’
Wandelend over de campus in Ningbo vragen Evan Clarke (SOG) en Pieter Polhuis (Lijst Sterk) zich na het onderhoud met Hua hardop af: stel dat een student aan de RUG een scriptie schrijft over hoe geweldig Hitler was, kan dat? Of dat iemand een pleidooi voor IS houdt? ‘Dat wordt ook in Nederland niet geaccepteerd. Ik vind het wel goed als we ons dezelfde spiegel voorhouden die wij de Chinezen ook voorhouden’, zegt Evan Clarke.
Nina de Winter van Lijst Calimero is terughoudender: ‘Dat kan dan wel zo zijn, maar dit is en blijft China, een communistisch land. Daar kun je niet omheen.’ En krijgen we in Yantai straks ook zo’n streng kijkende Changhui Hua, vraagt ze zich af. Nee, luidt het antwoord van RUG-voorzitter Sibrand Poppema als De Winter hem haar vraag voorlegt; voor ‘Groningen’ gelden andere regels.
‘Manage the sensitivities’
Provoost Chris Rudd van Nottingham University Ningbo geeft toe dat bepaalde kwesties (vooral territoriale, zoals Tibet, Taiwan en de Zuid-Chinese Zee, maar ook de Dalai Lama) gevoelig liggen. Maar, zo is zijn ervaring, in China is niets zwart-wit en heel veel grijs. ‘Je moet wel accepteren dat dit land anders in elkaar zit en je daaraan aanpassen. Maar dat is niet per definitie een probleem en je kunt hier uitstekend academisch onderzoek doen. You have to manage the sensitivities.’
Maar was het niet secretaris-generaal Xi Jinping die in Peking onlangs de universiteiten in China opriep zich meer te houden aan ‘de marxistische leer’, studenten daarin beter te onderwijzen en al te veel westerse invloeden buiten de deur te houden? Zetian Fu, de bestuursvoorzitter van samenwerkingspartner CAU in Yantai, herinnert zich de toespraak, zegt hij glimlachend. ‘Maar hier is sprake van een misverstand.’ Die boodschap was specifiek bedoeld voor de Chinese universiteiten, niet voor de buitenlandse, zegt hij. Fu benadrukt: ‘Academische vrijheid in China is vastgelegd in de wet.’
En uiteindelijk ook duidelijker dan in Nederland, stelt decaan Jasper Knoester van Science and Engineering, die regelmatig in China verblijft. Enige relativering is daarom wel op zijn plaats, vindt hij. ‘Laten we niet vergeten dat de Nederlandse overheid een flinke vinger in de pap heeft als het gaat om wetenschappelijk onderzoek, zoals bij het toekennen van subsidies en fondsen.’
Waarom naar Yantai?
De campus in Yantai bestaat al sinds 2003. De China Agricultural University (CAU), ook op zoek naar internationalisering, wilde aanvankelijk in zee met University College Dublin, maar dat ketste op het laatste moment af. De CAU stond toen in de etalage. Daarna kwam Groningen in beeld.
Internationalisering is belangrijk voor de RUG, stelt bestuursvoorzitter Sibrand Poppema. Ruim 17 procent van de studenten in Groningen komt nu al uit het buitenland en dat aantal zal de komende jaren verder stijgen. Er zijn door demografische ontwikkelingen bovendien steeds minder Nederlandse studenten. Alleen dankzij de internationals krimpt de RUG niet.
Minder studenten betekent minder geld en minder onderzoek. Europese universiteiten worden in de internationale rankings daardoor in rap tempo ingehaald door hun Aziatische tegenhangers. China investeert echter veel in wetenschappelijk onderzoek. Een branchcampus in Yantai opent voor de RUG ook die deuren en bijbehorende geldstromen.
Ticket voor de toekomst
Alvin Xue is een vrolijke, goedlachse 19-jarige student. Hij komt uit de provincie Sichuan, ruim 1500 kilometer van Ningbo. ‘Waar de panda’s leven’, zegt hij trots. Het waren zijn ouders die hem graag zagen studeren bij de Nottingham University. Hij had er zelf, zegt hij, nog nooit van gehoord.
Studeren aan Nottingham University Ningbo is een ‘ticket’ voor de toekomst, zegt zijn studiegenoot Edwiin Chen. ‘Ik heb een grotere kans op een goede baan en ik wil later graag naar het buitenland’, vertelt hij in keurig Engels. ‘Dat heb ik in één jaar geleerd. Op school had ik wel Engelse grammatica, maar hier heb ik pas echt Engels leren spreken.’
‘Het onderwijs dat we krijgen, is veel beter’, zegt Alvin Xue. ‘We worden aangemoedigd om dingen zelf uit te zoeken en zelf uit te vinden.’ Dat vindt ook studiegenoot Edwiin Chen. ‘Op een Chinese universiteit draagt een docent een probleem én de oplossing aan. Als je die kunt reproduceren, heb je een voldoende. Hier krijg je het probleem voorgelegd, maar moeten we zelf de oplossing vinden.’
Herkenbaar, zegt RUG-hoogleraar Francesco Picchioni van Science and Engineering, juist teruggekeerd van een bezoek aan enkele bedrijven in Yantai. Dat is precies wat het werkveld in China zo mist, merkte hij al snel. ‘Nadenken, initiatief nemen, op onderzoek gaan. Dat is de kern van ons onderwijs. China kan wat dat betreft nog veel van ons leren’, zegt Picchioni. De papierfabriek die hij die middag had bezocht, moderner en innovatiever dan in Europa is te vinden, gaf hem direct een onderzoeksproject mee om in Groningen samen met studenten verder uit te broeden.
Hoe verder?
Dat de branchcampus in Yantai er komt, is nog niet zeker. Zowel de betrokken faculteitsraden als de universiteitsraad hebben instemmingsrecht. De faculteitsraden van Science and Engineering en Ruimtelijke Wetenschappen stemmen daarover in juni, mogelijk met een uitloop in juli. De universiteitsraad buigt zich na de zomervakantie over de plannen, naar verwachting eind augustus.
Om de branchcampus wettelijk mogelijk te maken, moet de RUG nog wachten op een zogeheten Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) van de minister van Onderwijs. Daarin worden de voorwaarden verder vastgelegd. Als de RUG in augustus 2018 in Yantai met een preparatory year (voorbereidend jaar) wil beginnen, moet de AMvB er voor het einde van dit jaar komen.
Nog veel vragen
Is Picchioni overtuigd van de University of Groningen Yantai? Nou nee, zegt hij, zo ver is hij nog niet. ‘Voor 60 procent wel. Ik heb er een goed gevoel bij, maar er zijn nog veel vragen onbeantwoord. Dus die 60 procent kan naar boven, maar ook naar beneden.’
Jasper Knoester van Science and Engineering is enthousiast over Yantai. Maar dat is hij al langer. ‘Je merkt aan alles dat we hier ongelooflijk welkom zijn’, zegt hij. Maar ook Knoester weet dat er op ‘zijn’ faculteit, toch de speerpunt van het Yantai-plan, nog veel onzekerheid heerst. Hij herinnert zich de bijeenkomst nog goed toen iemand zei: ‘Dit ruïneert mijn carrière.’ Het zijn de emoties, de onduidelijkheden, en soms spelen ook vooroordelen een rol, zo weet hij.
Oscar Couwenberg van Ruimtelijke Wetenschappen ‘ziet er wel muziek in’, zegt hij op de luchthaven van Peking, tijdens de terugreis naar Nederland. Maar hij deelt tegelijk de zorgen die op de faculteit leven. Alleen al de voorbereidingen trekken een stevige wissel op de medewerkers en geld voor compensatie is er nu niet. ‘Ik kan niet, en anderen evenmin, steeds weer mijn agenda schoonvegen. Je kunt Groningen niet leegtrekken.’
Ook Nina de Winter van studentenpartij Lijst Calimero maakt zich daar zorgen over. ‘Hoe vangen we dit in Groningen op?’ Een duidelijk antwoord daarop is er niet, stelt ze. ‘Alles lijkt mogelijk. Willen we dit? Dat kan. Willen we dat? Dat kan ook. Willen we zus? Doen we. Willen we zo? Prima, dan gaan we dat regelen. Maar ik heb nog geen concreet plan gezien hoe dat dan zal gaan.’
RUG-voorzitter Sibrand Poppema kent de geluiden en neemt die serieus, zegt hij. En hij belooft: ‘We gaan Groningen niet kannibaliseren om Yantai te voeden.’