De miljoenen moeten primair naar het onderwijs gaan, niet naar onderzoek of valorisatie, vinden de organisaties. ‘Bedrijven of toponderzoekers mogen niet met het geld aan de haal gaan als studenten met lege handen blijven staan’, schrijven ISO en LSVb.
Ook moet het geld eerlijk worden verdeeld over de universiteiten en hogescholen, zonder dat Bussemaker er eisen aan verbindt, zeggen ze. Wel moet de minister volgens de organisaties in de gaten houden of het geld daadwerkelijk wordt besteed aan onderwijskwaliteit.
‘We pleiten voor nieuwe afspraken over onderwijskwaliteit die worden gemaakt door studenten, medewerkers en bestuurders. Die afspraken moeten dan wel worden nagekomen, en daarop gaat wat ons betreft de Onderwijsinspectie toezien’, zegt Jan Sinnige van het ISO.
Afspraken
De studentenorganisaties willen net als de universiteiten geen nieuwe prestatieafspraken. Die hebben geleid tot te veel rendementsmaatregelen, zoals het bindend studieadvies, vinden ze.
‘Nieuwe plannen die met het basisbeursgeld worden gefinancierd, moeten op de hogeschool of universiteit zelf en met goedkeuring van studenten worden vormgegeven. Dat geld is van iedere student en iedere student hoort er iets van terug te zien’, aldus ISO en LSVb.
De organisaties willen dat studenten directe inspraak hebben op de besteding van de miljoenen. En om te waarborgen dat die afspraken worden nagekomen, en studenten dus werkelijk inspraak hebben, moet de Onderwijsinspectie toezicht houden, menen ze. Houden onderwijsinstellingen zich niet aan de afspraken, dan moet de inspectie de geldkraan dichtdraaien.
‘We zijn ervan overtuigd dat dit de beste manier is om te waarborgen dat het basisbeursgeld werkelijk naar onderwijskwaliteit gaat’, zeggen de organisaties.