GMW zou samen met geneeskunde in een nieuw onderwijsgebouw trekken op de nog te bouwen Healthy Ageing Campus, naast het Infoversum. Het onderwijsgebouw zou als vervanging dienen voor de tijdelijke onderwijsruimten aan de Bloemstraat. Maar de faculteit zag de verhuizing niet zitten en wilde liever kleine onderwijsruimten in de buurt van de Grote Kruisstraat.
Die wens lijkt nu in vervulling te gaan. Volgens gebouwendienst VGI van de universiteit is verhuizen niet meer nodig, nu het verwachtte aantal studenten is afgenomen. Ging de faculteit in 2010 nog uit van ongeveer 4700 studenten, nu verwacht GMW door demografische ontwikkelingen de komende jaren zo’n 3700 studenten. Dat zorgt er volgens de gebouwendienst voor dat de locaties aan de Bloemstraat kunnen worden opgezegd en er toch voldoende ruimte zal zijn om alle studenten in de Hortusbuurt onder te brengen.
Verbouwen
Dat betekent wel dat er op de huidige locaties moet worden verbouwd. Door de verhuizing van de facultaire bibliotheek naar de UB komen er eind dit jaar flink wat vierkante meters vrij in het Heijmansgebouw. VGI wil die ruimte gebruiken om de vleugel te vernieuwen en drie verdiepingen te creëren met een eigentijds restaurant, studieruimten en onderwijsruimten. De klus wordt begroot op ongeveer 4,9 miljoen euro.
Daarnaast moet het aantal kantoorruimten in het pand worden teruggebracht, opdat er meer ruimte ontstaat voor onderwijs. De huidige veertien vierkante meter per voltijdbaan wordt teruggebracht naar tien. De beschikbare kantoorruimte moet flexibeler, duurzamer en efficiënter worden ingericht, aldus het VGI.
Zorgen
De faculteit is blij dat daarmee de verhuizing is afgeblazen en dat zo alle activiteiten voortaan op één locatie kunnen worden ondergebracht. Wel ziet GMW een aantal beren op de weg. ‘Het plan kan alleen slagen als er voldoende steun is’, schrijft het faculteitsbestuur in een brief aan het universiteitsbestuur. ‘Gebruikers, medewerkers en studenten moeten overtuigd zijn dat de werk- en studieomgeving zodanig worden dat zij hierin goed kunnen functioneren en hun taken kunnen uitvoeren.’
Daarnaast vraagt het faculteitsbestuur zich af of de monumentale panden wel geschikt kunnen worden gemaakt voor de benodigde ruimte. ‘Theoretische ruimte- en rekenmodellen sluiten vaak niet aan bij de weerbarstige realiteit van oude gebouwen.’
Nader onderzoek van de gebouwendienst moet uitwijzen of de verbouwingsplannen ook kunnen worden uitgevoerd.