Student-columnist Robin Hevinga besloot om een keer niet te drinken op een feestje. Er ging een wereld voor hem open.
Als ultieme poging om mij toch alcohol te laten drinken, zwaaide een commissiegenoot met een flesje El Tequito (neppe Lidl Desperados) voor mijn ogen. Ik denk dat hij het hypnotiserende effect van een amulet wilde nabootsen, maar het deed me niks. Vanavond was ik vastbesloten nuchter te blijven.
Nu zul je je waarschijnlijk afvragen waarom ik geen alcohol wilde drinken. Wel, ik had een venijnige coronabesmetting die maar niet overging (ja, in 2024 – lach er maar om). En ik was eigenlijk wel benieuwd hoe het zou zijn om nuchter te blijven tijdens een activiteit van mijn studievereniging – iets wat ik nog nooit eerder had gedaan.
Nadat het indrinkritueel klaar was, haastten we ons naar de binnenstad. We waren nog net op tijd voor de start van de pubquiz. Naast een kaars en pen en papier stond op elke tafel een kan bier omringd door plastic bekers. Bijna iedereen dronk alcohol, maar de hersenen waren nog scherp en de volledige aandacht lag bij de vragen.
Na een uur was het pauze. Zowel de vaste als dronken rokers stormden naar buiten om hun nicotine behoefte te stillen. Nu begon het pas echt op te vallen dat ik nuchter was en de rest niet.
Alsof de bedwelmden een beetje van hun kunstmatige geluk met mij wilden delen
Van alle kanten werden me alcohol en sigaretten aangeboden. Met ijzeren discipline weigerde ik alles, waarna steevast een blik van totale verbijstering volgde. Vervelend werd het nooit, het was eerder aandoenlijk; alsof de bedwelmden een beetje van hun kunstmatige geluk met mij wilden delen.
Toen we naar binnen werden gestuurd voor de tweede helft, ontaardde de zaal al snel in complete wanorde. Vlak voor het einde liepen twee meiden met een ondeugende blik langs. ‘Wat zijn jullie van plan?’ vroeg ik ze. ‘Roken’, giechelden ze in koor en ze verdwenen door de menigte naar buiten.
Ze waren niet de enigen die hun aandacht er niet meer bijhielden; dronken zijn is toch vooral een overgave aan impulsen die normaal gesproken onderdrukt blijven. En ik betrapte me er op dat ik een tikkeltje jaloers was.
Het is nou eenmaal heel fijn om af en toe niet geremd te worden door al die natuurlijke en aangeleerde lagen van zelfbescherming.
De volgende ochtend opende ik met een merkwaardige maar niet verbazingwekkende levenslust de gordijnen. Het sneeuwde.
ROBIN HEVINGA