Toen geschiedenisstudenten Jurjen Abbes en Ilse Engels ontdekten dat hun internationale vrienden nauwelijks iets wisten van de Nederlandse geschiedenis, besloten ze daar iets aan te doen. Nu geven ze eens per maand een avond les aan wie maar geïnteresseerd is.
‘Wat een goed idee’, zei Ilse Engels toen haar goede vriend en mede-geschiedenisgek Jurjen Abbes voorstelde dat ze wel een powerpointavond konden organiseren voor hun internationale vrienden over de Nederlandse geschiedenis.
‘Ik heb meegemaakt dat internationals niet eens weten waarom oranje de nationale kleur is, of dat Holland en Nederland niet hetzelfde zijn’, zegt Jurjen. Ze hadden het idee dat internationals vaak wel geïnteresseerd zijn in de Nederlandse cultuur en geschiedenis, maar dat ze niet actief op zoek gaan naar informatie. En dus besloten ze die info zelf aan te leveren.
Leuke weetjes
‘Ik liet af en toe leuke weetjes vallen bij mijn vrienden’, zegt Jurjen. Maar dat kun je niet oneindig doen. ‘En dus besloten we dat het leuk zou zijn om een college Nederlandse geschiedenis voor ze te organiseren.’
Het onderwerp van die avond: de Nederlandse canon en de geschiedenis van de monarchie. Maar na vijf uur enthousiaste discussie, waren ze nog niet eens aan het koningshuis toe gekomen. ‘We hadden zoveel om over te praten’, zegt Ilse. ‘Mensen vertelden ook hoe het er in hun land aan toe ging.’
Toch dachten ze dat het bij die ene avond zou blijven. ‘Maar toen gingen mensen vragen wanneer de volgende keer zou zijn en waar we het dan over gingen hebben’, vertelt Jurjen.
Ongedwongen
Nu delen ze elke maand hun kennis over de Nederlandse geschiedenis en cultuur. Met zo’n tien mensen verzamelen ze waar ze maar een plekje kunnen vinden, vaak bij iemand thuis. ‘De infomele setting helpt’, zegt Jurjen. ‘De drempel om mee te praten is laag. Mensen zien het niet alleen als een collegem maar ook gewoon als een gezellige avond.’ En Ilse zegt: ‘Je raakt sneller met elkaar aan de praat als het ongedwongen is.’
Inmiddels hebben ze hun studenten onder meer bijgespijkerd over de Tachtigjarige Oorlog, de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden en over de provincies.
Maar ze delen ook leuke weetjes: wat is het motto van Zeeland? Hoe vaak is Urk van provincie veranderd? Welk dorp kroont elke jaar een garnalenkoningin? En waarom kijkt het standbeeld van Willem van Oranje in Den Haag een bepaalde kant op? (Volgens de overlevering kijkt hij naar de stad en niet naar het Binnenhof, omdat hij het volk diende en niet het establishment.)
En altijd ontstaat er een levendige discussie. ‘Mensen zijn heel erg geïnteresseerd en willen Nederland vergelijken met hun eigen land’, zegt Jurjen. ‘Het is zo leuk om hun reactie te zien op dingen die voor ons heel normaal zijn’, zegt Ilse. ‘En om meer te leren over andere culturen.’
Integreren
Ze denken ook dat hun colleges internationale en Nederlandse studenten dichter bij elkaar brengen. ‘Ik denk dat veel mensen het wel met me eens zijn dat die twee groepen niet echt integreren. Dat moet van twee kanten komen, en ik zie dit graag als een kleine toenadering van Nederlandse zijde’, zegt Jurjen.
De signalen zijn in elk geval positief: ‘Na het college over het koningshuis begon een meisje de Nederlandse koninklijke familie in haar grapjes te gebruiken, waar mensen normaal gesproken de Britse royals zouden noemen, omdat die internationaal bekender zijn.’
Ook de discussie over internationalisering kan wel wat andere perspectieven gebruiken, vindt hij. ‘We praten altijd over de taal, maar ik denk dat als je de integratie wilt bevorderen, je het ook over de Nederlandse geschiedenis en cultuur moet hebben.’