Universitair docent Pelin Gül kwam naar Nederland op zoek naar vrijheid en veiligheid, schrijft ze, om te ontdekken dat de onderdrukking en intimidatie die in Turkije plaatsvond, ook hier in Nederland gaande is.
Ik was een tiener in de jaren dat Turkije op het punt stond zich ofwel aan te sluiten bij de Europese Unie óf een autoritair islamitisch regime te worden. Een van de mannen die in 2003 minister-president wilde worden was een populistische islamist die vlak daarvoor nog in de gevangenis had gezeten voor het uitlokken van religieuze haat.
De linkse mensen in Turkije, onder wie mijn vrienden en familie, wisten dat mensenrechten, de democratie, gendergelijkheid en vrijheid van meningsuiting enorm onder druk zouden komen te staan als deze man aan de macht kwam.
Ik kan me nog herinneren hoe gedesillusioneerd ik was toen ik naar het internationale nieuws keek en Europese politici in Nederland zeiden dat een ‘gematigde’ islamist goed zou zijn voor Turkije. Ik snapte niet waarom deze Europeanen, naar wie wij zo opkeken omdat ze seculiere waarden en politieke en burgerlijke vrijheden zo sterk onderschreven, dachten dat juist deze man de beste leider voor mijn land zou zijn.
Ik realiseerde me al snel dat iemand zoals ik nooit vrij zou zijn in mijn land. Ik was een pittig kind, een ongelovige met sociaal progressieve ideeën, onder andere over gender. Ik wilde korte broeken dragen en door de straten van de stad fietsen. Maar ik voelde me alleen vrij en veilig als mijn familie en vrienden bijeenkwamen en we het openlijk konden hebben over de kranten en boeken die we aan het lezen waren.
Dus ging ik op mijn zeventiende in het buitenland studeren, met de steun van mijn vooruitziende ouders die begrepen dat ik gelukkiger zou zijn met onderwijs dat wetenschappelijk en kritisch denken openlijk toestond, bespreekbaar maakte en beoordeelde.
In mijn zoektocht naar vrijheid van meningsuiting reisde ik naar Canada, Nederland, het VK en de VS. Ik was op zoek naar een plek waar ik me thuis zou voelen, waar ik erbij zou horen. Ergens waar ik me kon vestigen. Het moest dicht bij huis zijn, dus sowieso in Europa, maar niet het VK, niet na Brexit… Ik vroeg me af of ik misschien terug naar huis moest gaan.
Hoe kan het dat een Nederlandse universiteit na #MeToo zich niet inspant om Susanne te beschermen?
Ik zette het Turkse nieuws aan. Het was maart 2016, een paar dagen na Internationale Vrouwendag. Een vrouwelijke wetenschapper aan de Universiteit van Boğaziçi, Esra Munga, was net gearresteerd voor ‘terroristische propaganda’, omdat ze een van de 1128 mensen was die de petitie Academics for Peace hadden getekend, die opriep om een einde te maken aan het geweld in Koerdische steden. Ze kreeg een maand eenzame opsluiting in een poging wetenschappers te intimideren. Mannen met macht kunnen nietsontziend zijn als ze zich kunnen verschuilen achter grote groepen.
In 2021 ging ik bij de Rijksuniversiteit Groningen werken. Het mocht dan de ideale plek zijn om in een korte broek rond te fietsen, maar bestond academische vrijheid wel in dit land? Konden wetenschappers hier openlijk en zonder bang te zijn voor de gevolgen hun impopulaire, intellectuele meningen uiten over genderongelijkheid bij instituten, in de politiek en in de cultuur?
Een jaar nadat ik bij de RUG begonnen was maakte ik kennis met Susanne Täuber en haar inspirerende pogingen om intimidatie op basis van geslacht in de wetenschap te voorkomen. Slechts een paar weken later hoorde ik dat de RUG haar wilde ontslaan vanwege een ‘verstoorde werkrelatie’. Ik vond juist dat ze haar moesten erkennen en belonen voor al haar werk op het gebied van sociale veiligheid. Het was dezelfde manier van onderdrukking en intimidatie die plaatsvond in Turkije, maar nu gebeurde het in Nederland.
Alsof dit nog niet erg genoeg was, kwam de rechter op Internationale Vrouwendag met de beslissing dat de universiteit Susanne Täuber mocht ontslaan. Ze kreeg het te horen terwijl ze een groep studenten en medewerkers toesprak die demonstreerden voor vrouwenrechten en daar waren om Susanne te steunen. Hoe kan het dat een Nederlandse universiteit na #MeToo niet zijn waarden op orde heeft en zich inspant om Susanne te beschermen?
In de literatuur over sociale psychologie is te lezen dat een vals idee van agency, de handelingsmogelijkheid van een individu, nog erger is dan een totaal gebrek daaraan. Het idee dat we dingen op een organisatorisch niveau kunnen veranderen zolang we maar genoeg ons best doen, kan ons welzijn ernstig beschadigen als we uiteindelijk alleen maar op hetzelfde verzet stuiten als in ons eigen land. Ik weet nog niet waar ik hierna naartoe ga, maar ik weet in ieder geval dat, psychologisch gezien, ik hier niet thuishoor.
Pelin Gül is universitair docent sociale psychologie bij Campus Fryslân.