Gemma Hayes dook in de Dode Zeerollen
De man die de Bijbel (over)schreef
Hoe we hem moeten noemen? ‘Baruch’, zegt Gemma Hayes. ‘Afgekort tot Ba’. Hij was een van de schrijvers van de Dode Zeerollen.
Die naam, een verwijzing naar de secretaris van de profeet Jeremia, is meer voor haarzelf. Voor haar onderzoek bij het Qumran Instituut in Groningen kreeg hij, bij gebrek aan een echte naam, de verwijzing GQS001 (Groningen Qumran Scribe nummer 001). Het nummer geeft ruimte voor andere, nog te identificeren scribenten.
Als een van de weinigen beschreef GQS001 – Baruch dus – meerdere van de rollen perkament, papyrus en koper die zijn gevonden in elf grotten bij de Dode Zee. Acht ervan, stelde Hayes onomstotelijk vast met een bijzondere combinatie van de eeuwenoude kunst van paleografie en kunstmatige intelligentie. En dus niet negentig, zoals eerder werd gedacht. Vorige week promoveerde ze op zijn handschrift.
Oudste bijbelteksten
In de grotten bij de ruïnes van de nederzetting Qumran, iets ten zuiden van Jericho in het hedendaagse Israël, zijn in het decennium na de Tweede Wereldoorlog in totaal bijna duizend rollen gevonden, daterend van rond 250 voor tot 50 na Christus. Veelal religieuze teksten, waaronder de oudst bekende bijbelteksten.
Als je de Jesaja-rol vergelijkt met de moderne tekst zie je allemaal verschillen
Er bestaan wel andere oude teksten, maar niet in zo’n groot volume. Van een aantal bijbelteksten zijn zelfs vele versies. Daarmee geven ze een inkijkje in het ontstaan van het Oude Testament. Want die oude bijbelteksten verschillen hier en daar van wat er nu in de Bijbel staat.
‘Een van mijn favoriete dingen om te doen is om de Jesaja-rol te lezen en te vergelijken met de moderne tekst. Dan zie je allemaal verschillen’, zegt Hayes. ‘In de Jesaja-rol worden veel meer klinkeraanduidingen gebruikt, wat we matres lectionis noemen, terwijl die er in de huidige Hebreeuwse tekst niet staan. En dat heb je nog al die kleine foutjes.’
Overschrijven
Een boek bijdrukken zat er destijds niet in, het moest worden overgeschreven. En scribenten maakten ook weleens fouten, of degene die het voorlas aan de scribent (dat werkte sneller) maakte een fout. Zo’n overgeschreven boek werd mogelijk later zelf ook weer overgeschreven. Je zou dan ook wel kunnen zeggen dat je in de Qumran-rollen de bijbelteksten kan zien evolueren, beaamt Hayes. ‘Absoluut.’
Hayes kon dit onderzoek doen door de ERC-grant van 1,5 miljoen euro die hoogleraar Mladen Popovic van het Qumran Instituut kreeg. Op die manier kon ze haar kennis van de paleografie, oftewel handschriftkunde, combineren met de kennis van RUG-collega Maruf Dhali over kunstmatige intelligentie. De vraag: wie heeft die (bijbel)rollen geschreven?
Aan de hand van handschriften was door paleologen eerder al bedacht dat de meeste van die rollen door verschillende mensen waren geschreven. Toch zou één scribent wel 54 tot 90 rollen op zijn naam hebben staan, meende paleograaf Ada Yardani in 2007.
Yardani trof in al die rollen namelijk steeds een opvallende manier van schrijven van een ingewikkelde Hebreeuwse letter, de lamed. Hayes moest uitzoeken of dat klopte.
Digitale foto’s
Daarvoor werkte ze niet met de rollen zelf, want die vielen al in de jaren zestig bijna uit elkaar, omdat ze slecht bewaard werden. Nu liggen ze veilig opgeborgen bij de Israel Antiquities Authority, de oudheidkundige dienst die gevestigd is in het Rockefeller Museum in Jeruzalem. Ze mocht ze wel zien, achterin het museum, ‘waar de echte exemplaren worden bewaard.’
Je kunt in de Qumran-rollen de bijbelteksten zien evolueren
Voor het eigenlijke onderzoek werkte ze met digitale foto’s van 57 van de 90 teksten die mogelijk aan Baruch konden worden toegeschreven. Dhali poetste die op tot alleen de pixels van de pennestreken overbleven. Vervolgens stopte hij al die manuscripten in een programma.
Met kunstmatige intelligentie had Dhali met Lambert Schomaker overigens eerder al vastgesteld dat de beroemde Jesaja-tekst door twee verschillende mensen moet zijn geschreven. Dat de schrijvers elkaars handschriften konden benaderen, was dus al wel duidelijk.
Vergelijken
Die analyse leverde een berg aan data op. ‘Het liet de afstanden tussen datapunten zien in alle 57 manuscripten en van elk manuscript in relatie tot elkaar.’ Vervolgens moest Hayes dat zien te duiden: wanneer week die data zover af dat je van een andere schrijver moest spreken?
Ze kon zo 41 manuscripten al afschrijven. De foutmarge was te groot. Maar twaalf hadden volgens het algoritme nog wel een kans van 55 tot 100 procent dat het van dezelfde schrijver was.
Vervolgens was het aan Hayes om met de ouderwetse methode paleografie verder te schiften. Daarvoor koos ze zes moeilijk te schrijven letters; de aleph, bet, he, ayin, shin en taw, en beoordeelde die letter voor letter en omschreef kolom na kolom objectief wat ze zag en of dat leek op andere vormen van die letter. Sommigen weken daarbij toch te veel af, bleek.
Uiteindelijk concludeerde ze dat Baruch ‘slechts’ acht manuscripten had geschreven. Eentje uit de laatst ontdekte grot bij Qumran, nummer 11, en de rest uit grot nummer 4, waar het gros van alle rollen is gevonden. De andere rollen verschilden simpelweg te veel van het handschrift van Baruch, ook al gebruikten die diezelfde ‘ontwikkelde, sierlijke, kromlijnige stijl’, zoals Hayes het noemt.
Leren
Dat de overschrijvers van bijbelteksten slechts kopieerders waren, klopt niet, meent Hayes. ‘Want zij zijn betrokken bij de overdracht van teksten. Ze bereiden teksten voor zodat die door anderen gelezen en bestudeerd kunnen worden. En de scribenten leren van hun teksten en op hun beurt onderwijzen zij anderen weer. Dus het gaat erom dat ze de tekst in zich opnemen en delen met anderen.’
De scribenten leren van hun teksten en onderwijzen anderen op hun beurt
Ook Baruch is volgens haar een geleerde die deel uitmaakte van een groep deskundigen, een netwerk van mensen die verantwoordelijk zijn voor een geleidelijke verandering van de de Bijbel. Bewust of onbewust.
Haar promotieonderzoek naar de oudste versies van de Bijbel heeft haar beeld van het ontstaan ervan wel veranderd, zegt ze. Hayes groeide in Australië op met het christendom, haar zus is er dominee. ‘Het heeft mijn kijk op de Bijbel enorm veranderd.’
Patriarchaat
Vrouwen hadden overigens weinig te zoeken in Qumran. Volgens een van de geschriften zouden, als de messiassen (meervoud) er waren, vrouwen niet in Jeruzalem mogen wonen. Ze zouden alleen voor een kort bezoek de stad in mogen. En menstrueren moesten ze in speciale kampen doen.
‘Het was destijds natuurlijk een patriarchale samenleving’, zegt Hayes, ‘wat treurig is.’ Ze zet haar pasgeboren baby nog eens op een ander been en klopt haar zachtjes op de billen. ‘Al denk ik soms wel eens: oh man, tegenwoordig moeten vrouwen alles doen! Wat geweldig is, maar ook zwaar.’
Als het had gekund, zou ze Baruch toch graag ontmoeten, laat ze in haar proefschrift weten. Sterker nog: ze wil een roman over zijn leven schrijven. ‘Ik denk dat ik hem als een schriftgeleerde neerzet die vrouwen onderwees. Dat leidt er dan toe dat zijn vrouw vermoord wordt en dan gaat hij op zijn eigen versie van de queeste. En uiteindelijk belandt hij dan op de een of andere manier in Qumran.’