Slimme nestkastjes meten effect van lichtvervuiling
Kan een koolmeesje in een nachtuil veranderen?
Je kunt er vijf vinden in de buurt van de Nijenborgh. Nog eens twee of drie hangen er voor de Aletta Jacobshal. Eentje kijkt uit op het beachvolleybalveld bij de ACLO en in de bomen zijn er nog meer te zien.
Honderd koolmezen en pimpelmezen hebben onderdak gevonden in een van de vele vogelhuisjes die verspreid over de Zernike-campus te vinden zijn. Maar wat de beestjes zich niet realiseren is dat – terwijl zij ijverig hun nesten bouwen en eieren leggen – ze voor een pilotproject van Science LinX op afstand bestudeerd worden.
Licht en schaduw
‘Kijk!’ zegt bioloog Barbara Helm, terwijl ze wijst naar een van de nestkastjes tegenover de bushalte. ‘Die ene daar hangt mooi in de schaduw.’ De koolmezen die hun intrek hebben genomen in een kastje dat dichterbij de Energy Academy staat hebben minder geluk: zij worden ‘s nachts blootgesteld aan veel meer kunstlicht. En de vogels nabij de tennisbanen hebben het nog slechter getroffen, omdat ze door de lichtmasten die daar staan in het licht baden.
Maar dat is precies hoe Helm, haar PhD-kandidaat Aurelia Strauss en projectleider Theo Jurriens van ScienceLinx het voor ogen hadden. ‘We willen weten hoe de natuur omgaat met al het licht dat wij mensen produceren’, zegt Helm.
De luchtvervuiling die ervoor zorgt dat we ‘s nachts de sterren niet meer kunnen zien heeft ook invloed op het gedrag van vogels, vleermuizen, spinnen, insecten en planten. ‘De effecten ervan op spreeuwen in Londen zijn al bekend sinds de jaren dertig van de vorige eeuw’, zegt Helm. Maar nu pas wordt langzaam duidelijk wat de gevolgen daarvan zijn.
Complete ecosystemen kunnen erdoor geraakt worden. ‘Sommige soorten jagen ‘s nachts. Als hun gedrag verandert, heeft dat effect op andere soorten en zo wordt het sneeuwbaleffect steeds groter.’ Neem motten die naar het licht getrokken worden ‘alsof het een stofzuiger is’. Zij gaan ofwel gewoon dood of ze vormen zo een nachtelijk feestmaal voor spinnen en vleermuizen. ‘En dat leidt er weer toe dat er minder planten bestoven worden.’
Nachtuil
De nestkastjes – voorzien van bewegingssensoren en lichtmeters – zijn pas het begin van het onderzoek dat het effect van lichtvervuiling op het nestelgedrag van koolmezen en pimpelmezen probeert vast te stellen. Strauss wil meer weten over de diverse chronotypes bij vogels.
Onderzoek lijkt er namelijk op te wijzen dat er zich ook onder hen nachtuilen en vroege vogels bevinden. ‘En aangezien het licht constant op deze nestkastjes schijnt, vliegen de vogels misschien eerder uit en komen ze later terug’, zegt ze.
Helm is ook geïnteresseerd in de effecten van kunstlicht tijdens de nachtelijke uren op de fysiologie en gezondheid van individuele vogels. ‘Een heel klein beetje licht ‘s nachts heeft al invloed op de voortplanting en op de hormonen in het lichaam, zelfs op de genexpressie in het brein.’
Nieuw prototype
De vogelhuisjes zijn ontwikkeld door Theo Jurriens, die ook de initiatiefnemer is van de RUG Discovery Bus die langs scholen rijdt om kinderen te interesseren voor de wetenschap, en van het burgerwetenschapsproject waarbij mensen hun eigen fijnstofmeter kunnen bouwen.
‘Toen ik na een hartoperatie in 2015 thuis zat bouwde ik een huisje met een camera. Ik was helemaal gefascineerd door het gedrag van die prachtige vogel’, zegt hij.
Nu de nestkastjes werkelijk in gebruik zijn genomen, kijkt Jurriens alweer naar mogelijkheden om ze verder te verbeteren. Er wordt een nieuw prototype met een temperatuursensor getest in Uffelte, waar hij woont.
Dat exemplaar heeft zelfs een soort verkeerslicht dat aangeeft of het te warm wordt in het kastje, zodat mensen voor schaduw kunnen zorgen. ‘Sommige vrijwilligers hebben er tientallen in hun tuin.’ De data die ze verzamelen worden getoond op de website slimnestkastje.nl.
Burgerproject
Als alles goed gaat, kan de test met de vogelhuisjes volgende lente zomaar leiden tot een volgend groot burgerwetenschapsproject aan de RUG. ‘Dan kunnen we iedereen z’n eigen slimme nestkastje laten bouwen’, droomt Jurriens.
‘Het zal voor bewustwording zorgen bij mensen en het levert ons belangrijke nieuwe informatie’, denkt ook Helm. ‘Wij wetenschappers gebruiken weliswaar een nauwgezette methode, maar als we zelf data moeten verzamelen kan dat waarschijnlijk maar op een paar locaties. Op deze manier kunnen mensen uit het hela land een bijdrage leveren.’