Studenten nog niet welkom
Laboratoria extra lang open om onderzoek in te halen
Voor promovendus Marco van den Noort voelt het fijn en vreemd tegelijk om terug te zijn in het lab. De moleculair bioloog doet onderzoek naar het transport van stoffen in een bacteriële cel. ‘Ik ben ontzettend blij dat ik verder kan met mijn experimenten. Maar het is ook raar, omdat ik de hele dag alleen ben.’
Hij heeft helemaal geen interactie met collega’s, want die zijn er niet. ‘De lunchpauze is ontzettend saai. Het is acht uur lang helemaal stil. Voordeel is wel dat je dan echt dingen gedaan krijgt.’
Thuis voorbereiden
Alle labs van de Faculty of Science and Engineering zijn sinds 11 mei weer open. Hiervoor waren ze twee maanden lang alleen toegankelijk voor coronagerelateerd onderzoek. ‘Maar dat was op een heel kleine schaal’, weet Bert Poolman, hoogleraar biochemie.
Hij heeft de leiding over een groep van ongeveer twintig onderzoekers, voornamelijk promovendi en postdocs. Ook Van den Noort zit in die groep. ‘Ze mogen mondjesmaat het lab weer in, maar daar komt veel bij kijken’, vertelt Poolman. Zo moeten de onderzoeken thuis voorbereid worden en de wetenschappers moeten zich intekenen voor een tijdslot.
Het lab wordt alleen gebruikt voor de noodzakelijke apparatuur en de metingen. Daarnaast mogen er in labs groter dan 25 vierkante meter maar twee personen tegelijk aan het werk zijn, terwijl in kleinere labs maar één iemand mag zijn. ‘De bezettingsgraad is maximaal 25 procent.’
Goed schoonmaken
Eleonora Bailoni, die ook deel uitmaakt van Poolmans groep onderzoekers, vindt het een gekke situatie. ‘M’n collega’s zijn er niet en als ze er wel zijn, moeten we afstand houden. We moeten alles heel goed schoonmaken en het levert ook best wat stress op, omdat we met tijdsloten werken. Toch overheerst het blije gevoel, natuurlijk.’
Poolman voorzag in februari al dat de RUG-labs mogelijk dicht zouden gaan. ‘Ik las de kranten en dacht: dit kan wel eens verkeerd aflopen.’ Daarom voerde zijn groep toen al versneld experimenten uit. ‘Het heeft enigszins geholpen, maar we zullen wel langer door moeten.’
De labs zijn langer open dan normaal,zodat er zoveel mogelijk werk verzet kan worden. ‘We beginnen nu al om zeven uur ’s morgens en we gaan door tot acht uur ’s avonds’, aldus Poolman. Daarnaast zijn de labs nu niet alleen doordeweeks open, maar ook op zaterdag, en binnenkort waarschijnlijk ook op zondag. ‘Ik vind het prachtig om te zien hoe iedereen zich inspant om er iets van te maken. Mijn waardering is enorm.’
Tijd verloren
Studenten mogen het lab nog niet in. ‘Daar hopen we binnenkort meer over te horen. Vooralsnog mogen ze in september terugkomen.’
Er is veel onderzoekstijd verloren gegaan, zegt Poolman. ‘Dat is heel vervelend, vooral voor PhD-studenten die hun onderzoek bijna afgerond moeten hebben of voor postdocs waarvan het contract afloopt.’
Voor Van den Noort en Bailoni heeft het geen grote gevolgen, omdat ze net zijn begonnen aan hun PhD-onderzoek. ‘Een geluk bij een ongeluk’, aldus Bailoni. ‘Deze twee maanden waren verre van ideaal, maar ik heb nog genoeg tijd om al mijn onderzoek af te maken.’