Twee university colleges in het noorden
‘De eerste vijf jaar is het pionieren’
Slechts 53 studenten meldden zich dit jaar aan voor het University College Fryslân. Eenderde van de 150 waar de provincie Fryslân en de RUG op hadden gerekend in hun ambitieuze plannen voor de Friese vestiging van de Rijksuniversiteit Groningen.
Dat viel tegen, want de Friese campus is met veel tamtam aangekondigd. De provincie Fryslân was bereid diep in de buidel te tasten voor een vestiging in Leeuwarden. Ze trok maar liefst zeventien miljoen euro uit om de prille campus uit te bouwen. Friese studenten krijgen ook nog eens een subsidie van 4800 euro als ze kiezen voor de bachelor in Leeuwarden. De RUG zelf beloofde minstens vijftien jaar te blijven.
Aan de kwaliteit kan het niet liggen. De bachelor global responsibility and leadership van University College Fryslân werd al in het tweede jaar benoemd tot topprogramma door de Keuzegids Hoger Onderwijs.
Competitie
Wat is er dan wel aan de hand? Is er eigenlijk wel plaats voor nóg een dure, exclusieve opleiding in het noorden? Want landelijk zijn er inmiddels elf, waarvan twee van de RUG.
Dit is te merken aan de instroom. Het University College Groningen (UCG) begon in 2014 als één van de laatsten in de reeks en ging toen uit van een gemiddelde van tweehonderd studenten per jaar. Maar in de eerste twee jaar kwamen er slechts zo’n dertig. Inmiddels gaat het UCG uit van 130 tot 150 studenten per jaar.
De landelijke markt van university colleges is wel heel ingewikkeld
Niet zo gek dat er wenkbrauwen werden gefronst bij het UCG toen de plannen voor University College Fryslân opdoken. ‘We vroegen ons af hoe het uit zou gaan pakken, want we waren toen zelf nog aan het ontwikkelen’, zegt programmamanager Rob van Ouwerkerk van het UCG. ‘De landelijke markt van university colleges is wel heel ingewikkeld en competitief.’
Bovendien waren andere RUG-opleidingen de grootste concurrent voor het worstelende UCG. ‘Ongeveer eenvijfde van onze aanmelders heeft ook een aanmelding bij een andere opleiding aan de RUG’, zegt Van Ouwerkerk.
Brain drain
En toch kwam er nóg een university college. Zelfs nadat een eerdere poging van de provincie Fryslân om een University Campus Fryslân te ontwikkelen niet van de grond kwam.
De RUG zag wel mogelijkheden. Deels omdat de Friezen zo verschrikkelijk graag de brain drain uit hun provincie wilden stoppen dat ze daarvoor ruimhartig de portemonnee wilden trekken. ‘Slechts 3 procent van de studenten die gaan studeren blijft in Friesland’, zegt gedeputeerde Sander de Rouwe van de Friese Provinciale Staten. ‘En we zijn chauvinistisch genoeg om te zeggen dat we ze graag hier zouden houden.’
Maar wat ook meespeelde: de RUG loopt in Groningen tegen haar grenzen aan. Niet alleen is het bijna onmogelijk om een kamer te vinden, ook de opleidingen zijn voortdurend op zoek naar ruimte. ‘Sibrand Poppema en Jouke de Vries hadden het pragmatische probleem dat ze niet meer konden groeien in Groningen én de ambitie om een Rijksuniversiteit van het Noorden te maken, niet alleen van Groningen’, zegt De Rouwe.
En zo opende de Campus Fryslân in 2018 dan toch de deuren en draait nu met zes masterprogramma’s, een onderzoeksprogramma, maar vooral: dat extra university college.
Eigen verhaal
Het doel was om een duidelijk ander college neer te zetten dan dat in Groningen. Onder meer door niet het liberal arts and sciences-curriculum aan te bieden dat op andere colleges gebruikelijk is. ‘Wij focussen op de global challenges en maken gebruik van de kennis uit de regio’, zegt decaan Andrej Zwitter van Campus Fryslân.
Daarbij doelt hij op de Friese expertises op het gebied van watermanagement, de zuivelindustrie en circulaire economie. Het onderwijs staat in het teken van duurzaamheid en volgt de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.
Groningen daarentegen heeft wel een programma met pijlers van harde natuurkunde tot de geesteswetenschappen. ‘Je moet je eigen verhaal hebben’, zegt Van Ouwerkerk. ‘Wij zetten het programma en de vakken centraal en niet een leidend thema zoals in Friesland. Daarmee zitten we niet in elkaars vaarwater en is er eigenlijk een vrij natuurlijke symbiose ontstaan.’
De university colleges zitten niet in elkaars vaarwater
De pogingen om onderscheidend te zijn en elkaar niet te beconcurreren, lijken te werken. Van de studenten die zich voor meerdere opleidingen aanmeldden, stonden er maar vijf bij zowel UCG als Campus Fryslân ingeschreven. ‘Ik was echt op zoek naar vakken over duurzaamheid en de combinatie met kleine klassen maakt dit programma uniek’, motiveert tweedejaars student Marc Flessa (21) uit Duitsland zijn keuze voor het UCF.
Eerstejaars Roel van Klaveren (20), opgegroeid in Leeuwarden, wilde eigenlijk niets liever dan de stad uit, maar het programma van Campus Fryslân was toch doorslaggevend. ‘Je leert hier de wereld beter te maken én je eigen creativiteit in de praktijk te gebruiken.’
Teleurstellend
Maar het punt blijft dat zich veel te weinig studenten hebben aangemeld in Leeuwarden. En de provincie Fryslân, die miljoenen investeerde, is niet blij. ‘De resultaten zijn erg teleurstellend’, zegt Sybren Posthumus van oppositiepartij FNP (Fryske Nasjonale Partij). ‘Andere instellingen die niet naar verwachting presteren, kunnen ook rekenen op minder subsidie.’
Hij vreest dat het project de provincie kapitalen kost, maar vervolgens te weinig oplevert. ‘Wij hadden het idee dat deze campus dé doorbraak zou zijn om het jong talent in Friesland te houden, dat het onze grote academische vis zou zijn’, zegt Posthumus. ‘Maar misschien is deze campus te veel een niche om succesvol te zijn.’
De bekendheid laat vooralsnog ook te wensen over. Toen de dochter van Posthumus zich ging oriënteren op studiemogelijkheden, was de vestiging van de RUG in Leeuwarden onvindbaar, zegt hij. ‘We zijn nu gewoon niet zichtbaar tijdens de cruciale keuzemomenten.’
Marketing
Gedeputeerde De Rouwe merkte dit toen een derdejaars vwo-klas langs kwam op zijn kantoor. ‘Zij wisten niet eens dat ze naar de universiteit konden in Leeuwarden. We moeten echt nog veel werk verzetten om de wereld te laten zien dat wij er zijn.’
Meer marketing dus?
Van Ouwerkerk benadrukt dat dit in elk geval héél belangrijk is. ‘Het werkt niet om mee te gaan met algemene folders van de RUG’, zegt hij. ‘Dat moet je specifiek targetten.’
Het lijkt wel of het leven in Leeuwarden eindigt na zes uur ’s avonds
Toch is het de vraag of marketing van Leeuwarden de bruisende studentenstad kan maken die veel studenten zoeken. ‘Het leven in Leeuwarden is zo langzaam. Zelfs de muziek in de kroeg is langzaam’, verzucht Madhu Balasubramanian (26) uit Bangalore, India.
‘Het lijkt wel of het leven hier eindigt na zes uur ’s avonds’, zegt Vania Cano Olvera (36) uit Mexico City. De masterstudenten sustainable entrepreneurship zijn allebei blij dat de opleiding maar één jaar duurt. ‘Het is een goed programma en Nederlanders zijn aardig, maar ik ga hier wel meteen weg als we klaar zijn’, zegt Cano Olvera.
Plan van aanpak
Campus Fryslân kwam naar aanleiding van de tegenvallende studentenaantallen en op verzoek van de provincie met een nieuw plan van aanpak, dat twee weken geleden werd besproken door de provincie.
Zwitter wil extra masterprogramma’s ontwikkelen en kortere programma’s. ‘Voor volgend jaar liggen we op koers en de kwaliteit van ons onderwijs is goed’, zegt Zwitter. Hij wil de campus aantrekkelijker maken door een extra bachelor data science and society op te zetten.
Vijftien jaar
Dat kan maar beter snel gebeuren, want de provincie Fryslân bekijkt de ontwikkelingen met argusogen. Bovendien werd ook met de RUG afgesproken dat de helft van de subsidie van zeventien miljoen euro evenredig met het aantal studenten wordt uitbetaald. Minder studenten? Dan krijgt de RUG minder geld.
En dan is er nog de toekomst: de RUG heeft beloofd minstens vijftien jaar in Leeuwarden te blijven en is dus voor die periode financieel verantwoordelijk voor de campus.
Van Ouwerkerk steekt Campus Fryslân graag een hart onder de riem. ‘Het is een bekend probleem onder university colleges dat de eerste vijf jaar pionieren is.’ Het heeft tijd nodig om een college neer te zetten, denkt hij. ‘En wij richten ons nu eenmaal tot die kritische student die moeilijk te overtuigen is.’