Internationals snappen lage cijfers niet
Een 10 is voor God
Julia Martínez, een uitwisselingsstudent uit Spanje, rondde haar vakken voor Media Studies met veel succes af. Maar eenmaal thuis verloren haar cijfers hun glans. Voor een 8 of hoger moest ze aan de RUG hard werken, maar vertaald naar het Spaanse systeem gaven de cijfers niet weer hoe goed ze had gepresteerd.
In Spanje waren haar cijfers maar gemiddeld. ‘Ik vond het heel oneerlijk. Het was alsof mijn harde werk helemaal niets betekende, omdat het niet erkend werd op mijn transcript voor thuis.’
Veel studenten, en dan vooral internationals zoals Julia, worstelen met het Nederlandse cijfersysteem. Vraag Nederlandse studenten of ze teleurgesteld waren met een 8 en ze kijken je vreemd aan; in Nederland is een 8 of 8,5 behoorlijk goed. Maar in andere landen is dat maar net boven het gemiddelde.
Verschillende systemen
Vice-decaan Roel Jonkers van de letterenfaculteit is bekend met het probleem. ‘Uitwisselingsstudenten beklagen zich soms dat de manier waarop cijfers worden omgerekend niet eerlijk is’, zegt hij. Als studenten vervolgens solliciteren naar stages of banen buiten Nederland, lijken hun cijfers misschien niet zo goed als ze werkelijk zijn.
‘Werkgevers zijn misschien niet altijd bekend met het Nederlandse systeem’, zegt Jonkers. Een gemiddelde van een 8 of hoger is heel goed, maar het is mogelijk dat werkgevers voor een andere kandidaat gaan vanwege het verschil in becijfering.
Uitwisselingsstudenten beklagen zich soms over het omrekenen van cijfers
Het cijfersysteem in Nederland verschilt inderdaad van dat in andere Europese landen. Sommige studieadviseurs wijzen uitwisselingsstudenten er tijdens de introductie zelfs specifiek op dat een 8 krijgen niet betekent dat ze gefaald hebben.
Een 9 of 10 halen is weer wat anders. Volgens Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering in het onderwijs, is het lastig om een 9 te halen. Een 10 is bijna onmogelijk. Deze hogere cijfers worden gewoon bijna nooit gegeven in Nederland.
Consequent
Rob Wagenaar, directeur van de International Tuning Academy van de RUG, weet dat het op sommige andere plekken in Europa ook zo werkt: ‘In Frankrijk grappen ze wel dat een 10 voor God is, een 9 voor de docent en een 8 voor de beste student. Zo is het ook een beetje in Nederland.’
Het probleem is dat becijfering een kwestie van cultuur is. ‘In Frankrijk geven ze ook nooit hoger dan 16 or 17 punten van de 20. In Nederland geven we een 8 of een 8,5, maar studenten krijgen alleen een 9 of 10 in uitzonderlijke gevallen’, zegt Wagenaar.
Wagenaar en zijn team hebben geprobeerd het probleem op te lossen door het Europese cijfersysteem gelijk te trekken. Maar het is moeilijk om een gedragsverandering te bewerkstelligen bij universitair docenten. ‘Het is ons nooit gelukt om ze te overtuigen consequent te becijferen’, zegt Wagenaar. ‘Ze snappen niet dat het nodig is.’
Perfectie
Lonneke Oostland doet de onderzoeksmaster filosofie en won een GUF-100 Prijs voor excellente studenten in 2019. Het hoogste cijfer dat zij ooit heeft gekregen was een 9,5. ‘Maar een 8 voelde al heel goed.’
In het Nederlandse systeem krijg je alleen een 10 voor een perfect essay, zegt ze. ‘Dat is onmogelijk voor een student. Een perfect essay bestaat niet, want een essay is nooit af.’ Zelfs de professionele papers die hoogleraren schrijven laten ruimte open voor vragen en verder onderzoek, benadrukt ze.
Erwin Karsten, die de masters finance en economics doet en ook een GUF-100 Prijs won vorig jaar, is het met haar eens. Volgens hem is een 8,5 niet slechts een ‘goed, maar niet heel fantastisch cijfer. Het is uitstekend’.
Hij is een van de weinige studenten die wel eens een 10 heeft gekregen. Hij haalde er zelfs drie, maar wel alleen op multiplechoicetentamens. Die zijn zwart-wit, in tegenstelling tot essayvragen, waardoor het makkelijker is om een hoog cijfer te halen. Karsten vindt zijn tienen welverdiend: ‘Ik heb er hard hard voor gewerkt.’
Bijzondere prestatie
De klacht dat het te moeilijk is om hoge cijfers te halen aan de RUG is volgens Karsten onterecht. Het is moeilijk om een 10 te verdienen, maar het is ook een prestatie. ‘Als het makkelijker zou worden, zou een 10 zijn waarde verliezen.’
Als het makkelijker zou worden zou een 10 zijn waarde verliezen
Hij houdt wel van het Nederlandse cijfersysteem. ‘Dat geeft weer hoeveel vragen je goed had ten opzichte van het totaal. Je cijfer is niet afhankelijk van hoe anderen het gedaan hebben, zoals bij andere systemen.’ Als een 10 halen normaal is, vindt hij, heb je een oppervlakkig systeem: het gaat immers om kennis vergaren, niet om punten scoren.
Oostland is het met hem eens. ‘Ik vind de klachten ontzettend onterecht’, zegt ze. ‘Mensen snappen niet waar een 10 voor staat. Ze moeten zich realiseren dat een 8 echt goed is.’ Ze vindt het niet erg dat studenten misschien nooit perfectie zullen behalen. ‘Zo hoort het ook’, stelt ze.
Percentages
Desondanks realiseren onderwijsinstellingen zich dat het Nederlandse cijfersysteem voor problemen kan zorgen als internationals naar een baan of stage solliciteren, of als ze een andere studie willen doen. ‘Dat een student uitmuntend is zegt werkgevers niets. Zij willen gewoon weten of iemand in de top tien, vijftien, of twintig staat’, zegt Wagenaar.
Nederland is ook niet het enige land met een apart cijfersysteem. In Polen en Tsjechië krijgt 40 procent van de studenten het hoogste cijfer, terwijl in Duitsland slechts 20 procent een 1 krijgt, het hoogste cijfer daar. ‘Ieder land heeft zo z’n eigenaardigheden.’
Om dit op te lossen hebben Wagenaar en zijn team een beleid van de Europese Commissie ingevoerd dat cijfers aan percentages koppelt. Als je afstudeert aan de RUG, krijg je een diploma of afschrift waarop je academische prestaties in percentages zijn uitgedrukt.
Deze schaal geeft bijvoorbeeld weer dat een 8 betekent dat je bij de beste 15 procent van je groep hoorde. Wagenaar hoopt dat dit een einde maakt aan de problemen van internationale studenten. ‘Dan is het voor iedereen duidelijk dat een 8 een hoog cijfer is, en heb je dus bewijs.’