Een plek voor iedereen
Tetris spelen met Zernike
Plattegrond
Versneller
Instituut
Academy
(Schiermonnikoog)
Nijenborgh 4
Foto’s Félipe Silva
Nijenborgh 4
Ach ja, Nijenborgh 4. Sommige mensen vinden het pand verschrikkelijk. Het slurpt energie, de installaties zijn al ver over hun technische levensduur heen, de waterleidingen vormen broedplaatsen van legionella en zelfs de kit die de ramen in de sponningen houdt zit vol asbest.
Manager huisvesting Andrys Weitenberg weet er alles van. Regelmatig gaan er ramen kapot. De kozijnen zijn namelijk van staal en roestvorming zorgt dat de ramen knappen of gaan lekken. Maar vervangen zit er niet in. ‘Dan wordt het een asbestsanering en dat zijn kostbare operaties die veel overlast geven.’
Improviseren dus. Gescheurde ramen worden afgeplakt met folie zodat ze tenminste in de sponningen blijven. Twee mannen lopen dagelijks door het hele gebouw om álle kranen door te spoelen en te voorkomen dat er zich ziektekiemen ontwikkelen. Sommige onderzoekers hebben een eigen aircosysteem gekocht, omdat de koeling onvoldoende is.
En nog gaat het soms mis. Lekkage komt steeds vaker voor. Als dat dan net boven een schakelkast gebeurt en er kortsluiting ontstaat, heb je een probleem. ‘Dan moet je ontruimen en dat leidt tot heel veel overlast. Onderzoekers raken hun onderzoek kwijt. Tja, dat zijn wel de onhebbelijkheden van dit pand’, zegt Weitenberg.
Veel mensen willen precies dit gebouw, maar dan nieuw
Maar toch. ‘Het is een prettig gebouw’, vindt hij. ‘En vooral heel functioneel. En met mij zijn er heel veel anderen die dat vinden. Toen de planvorming voor de Feringa Building werd opgestart en mensen werd gevraagd wat ze wilden, wilden veel mensen precies dit. Maar dan nieuw.’
Nijenborgh 4, zegt Weitenberg, is degelijk. De keldervloeren zijn anderhalve meter beton. ‘Het heeft zich vijftig jaar lang betrouwbaar getoond. Dat vind ik prettig.’
En dus vindt hij het bepaald geen straf om te blijven investeren in de ‘oude dame’. Nog maar twee weken geleden rondde hij de bouw van drie compleet nieuwe onderwijslabs af in de gebouwen 5114 en 5116. State of the art, met waterbesparende koelsystemen en een centrale vacuümpomp voor meerdere zuurkasten tegelijk om energie te besparen.
Omdat daarvoor computerruimtes moesten wijken, komen er nu ook twee nieuwe computerruimtes op de begane grond, die in totaal 96 mensen kunnen herbergen. Waarvoor weer een opslagruimte voor onderwijsmaterialen moest wijken. Weitenberg: ‘Het blijft een enorme puzzel.’
Linnaeusborg 4
Foto’s Félipe Silva
Linnaeusborg
Die Linnaeusborg is wel een tikje frustrerend, geeft Andrys Weitenberg toe. Want hoewel het gebouw nog maar tien jaar oud is, moeten hij en de projectleiders van het Facilitair bedrijf nu al de gebouwventilatie grootscheeps onder handen nemen. Alleen dan kunnen de chemische laboratoria van de molecuulbouwers van het CBBC er gehuisvest worden. Een hels karwei, dat maar liefst zeven miljoen euro moet kosten.
‘Bij de bouw is alles meteen maximaal uitgelegd’, zegt Weitenberg. ‘Het was natuurlijk bedoeld om het voormalig Biologisch Centrum in Haren te huisvesten, die minder zware afzuiging nodig hebben. Maar toen kwamen er ook chemici en zag je het meteen al wringen.’
Nu al werken de scheikundigen op de achtste verdieping met een systeem van ‘vraaggestuurde labventilatie’, legt Weitenberg uit. Als meer dan zeventig procent van de zuurkasten tegelijk wordt gebruikt, gaat er een alarm waardoor de volgende zuurkast ‘op slot’ gaat.
Een typisch voorbeeld van verkeerde zuinigheid bij de bouw, vindt Weitenberg. ‘Het kost nu misschien wel tien keer meer dan er indertijd uitgespaard is’, schat hij. ‘Ik hoop dat we daarvan geleerd hebben bij de Feringa Building.’
Vanaf volgend jaar moet het CBBC er al aan de slag. En dat betekent dat mensen van het Facilitair Bedrijf, bouwers en technici nu keihard aan de slag zijn om de verbouwing mogelijk te maken. Ruimtes op de eerste verdieping worden alvast gestript, terwijl Weitenberg de puzzel legt voor het plaatsen van de afzuigmachines.
Het kost nu misschien wel tien keer meer dan er indertijd uitgespaard is
Met heel veel passen en meten moet het lukken om de nieuwe installaties bij te plaatsen in de zolderruimtes. ‘Ik was bang dat ze op het dak moesten. Maar dan hadden we problemen gekregen met de architect en de vergunning’, zegt Weitenberg.
Maar dat betekent wel dat de huidige, werkende installaties – met afmetingen van al gauw drie bij vijftien meter – verplaatst moeten worden. Kanalen die nu dertig centimeter in doorsnee zijn, moeten vervangen worden door varianten van negentig centimeter en in het atrium zelfs anderhalve meter. En dan is er nog de massieve cv-ketel waar geen plaats meer voor is.
Om alle wijzigingen door te voeren, zal de luchtverversing in het gebouw moeten worden uitgeschakeld. Dan zal ook de Linnaeusborg moeten sluiten. ‘Misschien wel een week.’ Want zonder luchtverversing is onderzoek onverantwoord. Hoe lang de sluiting gaat duren en hoe hij dat kan regelen met een minimum aan overlast voor de gebruikers, weet Weitenberg nog niet.
En toch. Hij geniet. ‘De financiering kwam pas drie weken geleden beschikbaar, de aannemers zijn meteen aan het werk gegaan. De eerste helft van dit jaar moeten de nieuwe labs al ingericht zijn’, zegt Weitenberg. ‘Leuker dan dit wordt het niet.’
Bernoulliborg
Foto’s Félipe Silva
Bernoulliborg
De Bernoulliborg is eigenlijk best een gemakkelijk gebouw. Natuurlijk, er zijn wat issues met het klimaatcomfort, maar dat is het eigenlijk wel. ‘Het is een gebouw met twee gezichten’, zegt Andrys Weitenberg. ‘Op de onderste twee verdiepingen bruist het, door de aanwezigheid van veel studenten. Maar de bovenste verdiepingen zijn meer ingetogen.’
De Bernoulliborg huisvest op dit moment niet alleen wiskunde en informatica, maar ook de mensen van wetenschapscommunicatie, het bestuur en stafafdelingen zoals human resources. Geen laboratoria hier, maar ‘droog gebouw’ en dat maakt het allemaal een stuk eenvoudiger. ‘Je moet eens een muurtje schilderen of een wandje verplaatsen, meer niet.’
Het enige echt lastige punt van het gebouw is het feit dat er geen thermostaat op de verschillende kamers zit, zegt hij. ‘De temperatuur is one size fits all. En dat werkt niet voor iedereen.’
Om dat op te lossen worden kacheltjes bijgeplaatst. ‘Zolang ze maar via gebouwenbeheer worden verstrekt’, zegt Weitenberg. ‘Dan weten we tenminste dat het veilig is.’
Je moet eens een muurtje schilderen of een wandje verplaatsen, meer niet
Maar ook hier beweegt van alles. Het Bernoulli Instituut groeit als kool, mede door een legaat dat de stichting van onderzoeksgroep Cognigron mogelijk maakte. Over vijf jaar zullen er zeker 70 mensen extra in dienst zijn en ook het aantal masterstudenten gaat stijgen van 100 naar zo’n 145.
De eerste verhuizingen zijn al begonnen. De vakdidactici vertrokken al naar de Linnaeusborg. De mensen van ISEC, de wetenschapscommunicatie, gaan in januari naar het gebouw van het Kernfysisch Versneller Instituut. Waar het bestuur en de diensten straks naartoe moeten, is nog niet duidelijk. ‘Het idee van tijdelijke containers lijkt in elk geval van tafel te zijn’, zegt Weitenberg.
En dan zijn er nog de plannen voor het opknappen van het studielandschap op de benedenverdieping. ‘We zijn volop bezig met de ontwerpen’, zegt Weitenberg. ‘Er is meer behoefte aan zelfstudieplekken, maar we willen ook de beleving verbeteren. Het meubilair komt nog uit de tijd dat de ruimte een bibliotheek was.’
En dus gaat het aantal studieplekken van 80 naar 130. ‘Met zones voor zowel concentratie als interactie.’
KVI
Foto’s Félipe Silva
Kernfysisch Versneller Instituut
Het gebouw van het Kernfysische Versneller Instituut – officieel KVI-CART – helemaal op de uiterste grens van het Zernikecomplex, is er een in het rijtje ‘degelijk’. Alweer zo’n pand uit de vroege jaren zeventig, met stalen kozijnen en asbest. De ramen lijken in elk geval degelijker dan die van Nijenborgh. Ze scheuren aanzienlijk minder vaak. En dan is daar natuurlijk de deeltjesversneller AGOR, ingebouwd in muren van metersdik beton.
‘Natuurlijk heeft het zijn issues’, beaamt ook pandbeheerder Henk Merk, maar veel problemen geeft het niet en het pand wordt goed onderhouden.
Het pand valt weliswaar strikt genomen niet onder de bètafaculteit, maar de banden zijn nauw. Vandaar ook dat Andrys Weitenberg Merk vroeg of hij mogelijkheden zag toen hij een plekje zocht voor de mensen van het instituut voor wetenschapscommunicatie, ISEC.
Merk had wel een idee. Op de eerste verdieping zijn nu nog een kantine en een keuken te vinden. En dat biedt mogelijkheden voor werkruimtes. ‘Maar natuurlijk moet er dan wel een alternatieve plek gecreëerd worden om te eten of te overleggen’, zegt hij.
Dit pand is als een oude jas: niet zo mooi meer, maar hij draagt erg lekker
Het plan is nu om de catering naar de begane grond te verhuizen, naar de hal. Die zou toch al een facelift krijgen, een ‘revitalisatie’, zoals Merk het noemt. ‘Het wordt ingericht als een open geheel.’ Er komt dan een restaurant en overlegruimtes. Dan is er ook een plek waar medewerkers bezoek kunnen ontvangen, een kopje koffie kunnen drinken én eten. ‘Zo creëer je een soort mini-plaza.’
Definitief is het plan nog niet, benadrukt hij, maar de dienst vastgoed en investeringen is ermee aan de slag. En ja, de mensen van ISEC moeten dan iets verder fietsen dan ze nu gewend zijn. ‘Het KVI-CART heeft de reputatie dat het de meest afgelegen plek van de RUG is, maar het is echt maar een paar minuten fietsen’, zegt hij. ‘Er is voldoende parkeergelegenheid, ruimte voor de fietsen en alle voorzieningen.’ Maar het belangrijkste: rust. ‘Je kunt er heel geconcentreerd werken.’
Weitenberg is het er roerend mee eens. Het is een fijn pand, vindt hij, een oude jas. ‘Misschien niet meer zo heel mooi, maar hij draagt ontzettend lekker.’
Energy Academy
Foto’s Félipe Silva
Energy Academy
De Energy Academy is met afstand het makkelijkste gebouw van de faculteit, vindt Weitenberg. Het is natuurlijk ook het jongste pand. Heel veel hoeft er daar niet te worden aangepast.
Toen de Energy Academy er net stond, waren er wat problemen met lekkage onder de wintertuin. ‘Maar dat is nu allemaal opgelost’, zegt Weitenberg. Op dit moment behoeft alleen het houtwerk een nieuwe coating.
Voor dit gebouw staan eigenlijk alleen wat kleine aanpassingen op stapel. Er moeten twee nieuwe kantoren worden gebouwd voor onderzoeksinstituut ESRIG. ‘Maar we vragen momenteel zo veel van de mensen van het Facilitair Bedrijf, dat dit even moet worden uitgesteld.’
We kunnen hier een dedicated kolfruimte inrichten
Een ander plannetje, de inrichting van een aparte kolfruimte, moet begin volgend jaar wel gerealiseerd zijn. Tot nu toe moeten vrouwen met een jonge baby in de Bernoulliborg kolven in een ruimte die gedeeld wordt met de EHBO. Die wordt echt te vol.
‘Maar de Energy Academy heeft nog wel wat ruimte. Dus daar kunnen we dan een dedicated kolfruimte inrichten op de begane grond, in wat nu nog een opslag is. Misschien wel de eerste van de universiteit.’
Herdershut
Foto’s Joke Bakker
De Herdershut op Schiermonnikoog
Wie op Schiermonnikoog van de boot komt en niet linksaf richting dorp gaat, maar na de pier oostwaarts loopt, vindt De Herdershut. Het pand uit 1982 heeft slaapplekken voor 38 mensen, een keukentje, een basic laboratorium en een uitkijktoren om vogels te spotten. Biologen en hun studenten verblijven er al jaren tijdens veldwerk op het eiland. ‘Het is een soort kampeerboerderij. Die sfeer hangt er ook’, zegt Andrys Weitenberg.
Maar het gebouw heeft zijn beste tijd gehad. Er zijn problemen met lekkage, het houtwerk begint te rotten. ‘Het raakt sleets.’ Hij verwacht de definitieve vergunning voor sloop en nieuwbouw eigenlijk ieder moment. ‘Dan kan het oude gebouw tegen de vlakte en komt er nieuwbouw voor in de plaats.’
Het is een soort kampeerboerderij. Die sfeer hangt er ook
Wat wel een tegenvaller gaat worden: de ‘doorlooptijd’ van het project wordt langer dan oorspronkelijk verwacht. ‘We dachten dat het tussen september en mei wel moest lukken. Dan wordt het station toch nauwelijks gebruikt.’
Niet dus. Nieuwbouw gaat bijna een jaar in beslag nemen. Hoe hij dat moet oplossen zonder de biologen te veel dwars te zitten, weet Weitenberg nog niet.
Het nieuwe pand zal grofweg dezelfde faciliteiten bieden, zegt hij. Belangrijkste verbetering is de vervanging van de slaapzaal met tientallen stapelbedden door kleinere ruimtes voor maximaal vier mensen.
Overigens blijft de ‘echte’ herdershut gewoon staan. Het kleine houten gebouwtje waar het huidige station naar vernoemd is, is immers een monument.