Op dit moment kunnen universiteiten alleen een studentenstop invoeren als ze dat voor een hele opleiding doen. Als het aan de minister ligt verandert dit met het wetsvoorstel Taal en Toegankelijkheid. De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat het Nederlandse hoger onderwijs niet onder druk komt te staan door de toenemende internationalisering.
Neemt de Tweede Kamer de wet aan, dan mogen universiteiten onder meer een studentenstop invoeren op de niet-Nederlandse tak van een opleiding, terwijl de Nederlandse variant open blijft. Wel moet de beoogde studentenstop eerst worden goedgekeurd door de minister.
De maatregel volgt op de aanbevelingen uit het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Internationalisering dat de minister liet uitvoeren om de gevolgen te bestuderen van internationalisering en de groei van het aantal buitenlandse studenten in het Nederlandse hoger onderwijs.
Te veel druk
In een schriftelijke reactie op het onderzoek liet de minister vrijdag aan de Tweede Kamer weten dat internationalisering een ‘groot goed is dat bijdraagt aan de wetenschap, economie en arbeidsmarkt’.
Maar het zou ook te veel druk op het hoger onderwijs kunnen leggen. ‘Zo bestaat de kans dat het stelsel op termijn deze instroom niet meer aankan en komt niet alleen de financiering ervan onder druk, maar ook de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten.’
Onduidelijk
Het toestaan van een studentenstop is een van de maatregelen om de druk te verlichten. De Vereniging van Universiteiten (VSNU), die over het algemeen tevreden is over de voorgestelde wet, is kritisch over de mogelijkheid van de minister om een numerus fixus te weigeren.
‘Het is vooralsnog volstrekt onduidelijk op welke gronden dat zou gaan gebeuren. En belangrijker: wie er vanaf dat moment verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de opleiding’, schrijft de vereniging in een reactie op haar website.