De PSB onderzocht de haalbaarheid van de masterprogramma’s bij de faculteit en presenteerde vorige week de eerste resultaten tijdens een vergadering van de faculteitsraad. 124 studenten vulden de enquête in. Zestig procent daarvan zei dat ze de master niet nominaal kunnen afronden.
De faculteit streeft naar precies het omgekeerde: dat 60 procent van de studenten wél nominaal afrondt. Dat dat niet lukt, is al langer bekend. Bij sociologie ligt het percentage op ongeveer 25, bij psychologie op 40.
Andere richting
Het faculteitsbestuur wijt dat aan vrijwillige keuzes van de studenten. Maar het PSB-onderzoek wijst in een andere richting.
‘Het gaat om eerste bevindingen, het onderzoek loopt nog’, benadrukt PSB-voorzitter Anniek Kievitsbosch. ‘Maar wij zien dat de redenen voor uitloop vaak te maken hebben met uitloop van stage en scriptie. Wat ons betreft is dat wat anders dan de vrijwillige keuze van de student.’
Vicedecaan Klaas van Veen is niet verrast door de cijfers. ‘Veel studenten doen naast hun eerste master, een tweede. Daarnaast vinden sommige studenten een eenjarige master te kort. Weer anderen werken naast hun studie, waardoor ze uitlopen’, zegt Van Veen.
Niet gebleken
Het probleem is eerder al besproken met examencommissies, opleidingscommissies, studieadviseurs en studenten. Een gebrek aan studeerbaarheid is nooit eerder gebleken, zegt Van Veen.
‘Maar ik neem het signaal serieus, en ik hoop op korte termijn meer informatie te krijgen. Er zijn twee mogelijkheden: of de studenten hebben iets ontdekt wat bij ons nooit naar boven is gekomen, of de studenten hebben het nog niet helemaal goed bevraagd.’
Ondertussen gaan de studenten door met hun onderzoek. ‘Het lage masterrendement kan niet zo makkelijk op de keuze van de student worden afgeschoven’, zegt Kievitsbosch. ‘Voor nu willen we in ieder geval dat de faculteit het probleem gaat onderzoeken.’