Wereldburger
Wereldburger
Drie jaar terug verhuisde ik vanuit mijn ouderlijk huis naar Groningen om hier te gaan studeren: lekker dicht bij huis, en de mensen zijn er veel nuchterder dan in de Randstad. Nu, bijna drie jaar later, had ik deze week de uitreikingsceremonie van het Honours College.
In de mail kregen alle studenten later een felicitatie toegestuurd van de rector: ‘Gefeliciteerd, je bent een global citizen!’ Of, zoals ze dat in het Nederlands zeggen: een wereldburger. Als ik denk aan een wereldburger, denk ik aan rijk belegd broodje met een meerdere sauzen en vlees van hoge kwaliteit.
Maar dat is een wereldburger niet. Een wereldburger is in staat grote maatschappelijke problemen op te lossen en interdisciplinair samen te werken vanuit diverse perspectieven. Een vrij loze term, dus.
Bovendien staat het zijn van een wereldburger haaks op de reden dat ik naar Groningen ben gekomen. Natuurlijk omarm ik diversiteit, maar wereldburgerschap is niet meer dan diversiteit in een academische bubbel.
Waar de universiteit haar blik op de wereld heeft, zou je bijna vergeten dat Groningen nog steeds behoort tot de armste steden van Nederland: de kloof tussen arm en rijk in Groningen is groot. De universiteit leert de student om een global citizen te zijn, terwijl er geen aandacht wordt besteed aan het zijn van een goede local citizen.
Waar Groningen nuchter is, wil de universiteit meer, groter en beter
Waar Groningen en het Noorden van Nederland nuchter zijn en een gezond verstand hebben, wil de universiteit meer, groter en beter. De universiteit gedraagt zich als een ruiter op een paard. Het paard, de studenten en docenten, moet van de ruiter eerst meedoen aan een paardenrace. Nauwelijks uitgerust wordt het paard meegesleept om ook nog even te gaan hordespringen.
Wie had verwacht dat de coronacrisis voor wat inkeer zorgde, heeft het fout. Nu wil de universiteit weer de beste online-universiteit van Europa worden: het uitgeputte paard mag ook nog even meedoen met het onderdeel dressuur. En dan, heel misschien, als het paard die wedstrijden wint, krijgt het een knapperige wortel.
Natuurlijk is ambitie goed, maar pas op wie hier de dupe van wordt. Het belonen van je prijswinnende paarden is goed, en terecht. Maar behandel al je paarden goed, ook de paarden die niet het snelste, het beste of het mooiste zijn: een moe, uitgeput paard wordt hooguit een frikandel. In ieder geval geen wereldburger.