Stem! Want deze raden zijn het beste wat we hebben…
Honderden collega’s en medestudenten zijn momenteel kandidaat bij de universitaire verkiezingen voor medezeggenschap. Vandaag is de laatste dag dat stemmen kan: waarom het zinvol is om het nog te doen ook, zegt Jan Blaauw.
’s Avonds bij het tandenpoetsen stel ik mezelf de vraag geregeld: waarom zouden medewerkers dan op mij moeten stemmen? Een poging tot antwoord.
De belangrijkste reden heeft te maken met de aard van de organisatie waaraan u studeert of werkt. Universiteiten hebben een traditie van autonomie. Een zekere autonomie, want via de overheid financieren publieke middelen het leeuwendeel van onderwijs en onderzoek. Dat schept verplichtingen en verwachtingen tegenover overheid en samenleving. Een cultuur van onafhankelijk denken en daadwerkelijk zelfbestuur maken dat een universiteit die verplichtingen nakomt en de verwachtingen probeert waar te maken.
Om deze mix van cultuur en bestuur gaat het. Universitaire bestuurders zijn in de regel geen specialisten maar hoogleraren die op zeker moment in hun loopbaan de verantwoordelijkheid voor een deel van het zelfbestuur op zich nemen. Soms tijdelijk en met frisse tegenzin als een soort niet meer te ontwijken tour of duty, soms tot aan hun pensioen. En het sturende universitaire bestuurswerk rust – neemt u gerust het tienkoppige College van Decanen in gedachten – bij verrassend weinig mensen.
Daadwerkelijk invloed
Het zijn deze mensen die alleen of tezamen een constante stroom aan kleinere en grotere beslissingen initiëren die daadwerkelijk invloed hebben op de dagelijkse werkelijkheid van studenten en medewerkers. Subsidietoekenningen of afwijzingen, het starten of stoppen van opleidingen, een beslissing om wel of geen bindend studieadvies in het tweede jaar in te voeren et cetera.
Medezeggenschapsraden horen tot de georganiseerde tegenspraak die invloed kan uitoefenen op deze stroom beslissingen. Die ‘tegenspraak’ houdt het zelfbestuur scherp. Onze bestuurders zijn ook maar mensen en ook wel eens een beetje dom. Is een plan wel zo goed als het al kraakt na de eerste kritische vraag van een raadslid?
De tegenspraak voorkomt zo ook vervreemding tussen bestuur en student/medewerker door het bestuur te herinneren aan de belangen en standpunten van degenen die zij besturen. De tegenspraak helpt zo om die traditie van zelfbestuur en autonomie telkens opnieuw waar te maken. Of dat lukt is aan degenen die een rol krijgen: zij moeten het zelf doen.
De medezeggenschapsraden zijn het beste en slechtste dat we hebben. Ze beschikken over een set aan meer dan vrijblijvende instrumenten waarmee het bestuur van faculteiten en universiteit kan worden toegesproken. De kanalen voor discussie, tegenspraak en instemming zijn er: of ze werken en wat ze vermogen hangt af van de kandidaten die raadslid worden en de mate van steun die ze krijgen. Van u, de kiezer. Want elke extra stem vergroot de geloofwaardigheid en de motivatie van hen die in augustus raadslid worden.
Jonge onderzoekers
Neem mijn kandidatuur. Als promovendus richt ik me in de eerste plaats op de belangen van jonge onderzoekers. Bursaalpromovendi die dit jaar meer belasting moesten betalen, kregen mijn steun. Inmiddels zijn hun toelages verhoogd. Promovendiraden bij Graduate Schools zijn nu formeel erkend door het College van Bestuur als partijen die een betekenisvolle bijdragen kunnen leveren.
Ook vind ik dat mijn universiteit promovendi niet als studenten moet behandelen maar als promovendi. Het Gerechtshof Leeuwarden/Arnhem oordelde onlangs dat beurspromovendi niet als werknemers kunnen worden aangemerkt. Maar die uitspraak maakt van hen nog geen studenten. De verkiezingen zelf tonen al dat hier iets niet goed gaat: een bursaal moet gewoon op een aio kunnen stemmen en vice versa. Dat kan nu niet.
Misschien past mijn opstelling niet bij uw idee van prioriteiten voor de RUG anno 2013-2015. Dat kan. Er zijn veel belangen, opinies en voorkeuren die strijden om voorrang. Stemt u dan vooral op een andere kandidaat. Vindt u die niet, dan kunt u beslissen om niet of blanco te stemmen. Zolang ook dat maar een keuze is. Vandaag nog kunt u meebeslissen over wie er mee mag doen aan de georganiseerde tegenspraak aan uw universiteit. Elke extra stem is een extra reden voor onze bestuurders om ook echt naar die tegensprekers te luisteren. Mijn lijst heeft uw stem graag en dat is ook omdat we niet alleen in verkiezingstijd onze tanden poetsen.
Klik hier voor het doorgeven van uw beslissing:
Jan Blaauw is zittend u-raadslid en aio eigentijdse geschiedenis aan de Faculteit der Letteren. Hij is nummer twee op de lijst van de Personeelsfractie (u weet wel, die lange lijst met al die wetenschappers erop).