Onderzoek naar seks is populair. Zodra er een nieuw feit wordt ontdekt, komt het in de krant. Toch vermijden de meeste onderzoekers het onderwerp liever, merkt Georgiadis. ‘Ze doen liever onderzoek met proefpersonen die hun broek niet uit hoeven te trekken. Zelf vind ik het storend en eigenlijk ook onverantwoord dat we zo weinig van de bron van het seksuele genot afweten.’

‘We weten weinig van de bron van seksueel genot’
Georgiadis wil meer weten over de herkomst van seksuele opwinding. Wat gebeurt er in de hersenen als je seks hebt? Hij richt zich namelijk op de (vroegtijdige) zaadlozing. ‘Het voelen van de geslachtsdelen kan een belangrijke voorspeller zijn voor hoe snel een man klaarkomt, en of het probleem tussen de oren of tussen de benen zit.’

En wil je dat goed onderzoeken dan moet – inderdaad – toch echt die broek uit.

Proefpersonen

Moeite om proefpersonen te vinden, heeft Georgiadis opvallend genoeg niet. Op een advertentie met de uitnodigende vraag Wat gebeurt er met je als je penis wordt aangeraakt? Kwamen zoveel reacties, dat hij een selectieprocedure kan instellen. ‘Het praktijkonderzoek is doodsaai, maar het onderwerp is interessant en uniek. Ook via mond-op-mondreclame krijgen we veel proefpersonen. Maar niet iedereen is geschikt.’

Naast de standaard mentale vereisten voor een hersenonderzoek is er bij dit onderzoek nog een specifieke vereiste. ‘De te onderzoeken mannen mogen geen besneden penis hebben omdat dit de gevoeligheid kan aantasten. Mannen met andere penisafwijkingen zijn ook ongeschikt.’

Aan het onderzoek doen heteroseksuele stellen mee, waarvan de mannen verschillende ‘types’ zaadlozing hebben. ‘De een komt heel snel klaar, de ander doet er lang over, en dan is er nog de gemiddelde groep die binnen één á acht minuten een zaadlozing heeft.’

Geitenhaar

En om een zaadlozing te onderzoeken, moet die mannelijke penis gestimuleerd worden. Al is het niet nodig dat de stellen echt seks hebben, toch wordt de partner gevraagd het ‘werk’ te doen. ‘De vrouw stimuleert verschillende plekken op de penis met een kwast van geitenhaar en draagt een koptelefoon waarin ze begeleid wordt in de snelheid.  ‘Ik wil weten hoe de penis met het brein communiceert’
Via een MRI-scan kunnen wij de hersenactiviteit meten.’

Het onderzoek loopt nog te kort om al een grondige analyse te verrichten, maar Georgiadis heeft wel een doel voor ogen. ‘Ik wil erachter komen hoe de penis met het brein communiceert en of je aan het brein kunt zien of iemand vroegtijdig klaarkomt.’

En het is heel belangrijk om erachter te komen waarom mannen soms veel te snel klaarkomen. Op dit ogenblik krijgen mannen soms antidepressiva voorgeschreven om het probleem op te lossen. ‘Een deel van de werkzame stoffen in antidepressiva vertraagt de zaadlozing. Maar dat wordt natuurlijk vooral toegepast bij mannen die een erg groot probleem hebben. Bijvoorbeeld omdat ze de vagina niet eens halen.’

Penis en brein

Toch is het niet het primaire doel van Georgiadis om een geneesmiddel voor een vroegtijdige zaadlozing te ontwikkelen. ‘Mijn voornaamste streven is om meer te weten te komen over de communicatie tussen de penis en het brein, en over seksueel genot in het algemeen omdat dat de motor is achter seksueel verlangen. Maar je weet nooit wat er allemaal uit het onderzoek kan komen.’

Georgiadis denkt zelf dat vroegtijdige zaadlozing tussen de oren zit. Maar waar precies? Is het een kwestie van hersenverbindingen of een psychisch probleem?

‘Je moet niet vergeten dat een vroegtijdige zaadlozing ook een afspraak is. Er is een standaard ontstaan die bepaalt wanneer iemand te snel klaarkomt. Je moet je afvragen wanneer je het gaat problematiseren. Sommige vrouwen zeggen dat alle mannen last hebben van een vroegtijdige zaadlozing.’