Studentassessor geeft dubbel gevoel
Ineens was daar vorig jaar de studentassessor. Ingesteld door het universiteitsbestuur om als adviseur aan te schuiven bij zijn vergaderingen. En om daar het ‘studentengeluid’ te laten horen.
Over de toevoeging van deze nieuwe, niet-gekozen speler, waren de meningen binnen de
‘De invoering ging ons te snel’
universiteitsraad sterk verdeeld. Nu filosofiestudent Wouter Kamp een jaar lang de rol heeft vervuld, is dat niet veranderd. Maar over een ding is iedereen het wel eens: wat de functie precies inhoudt en waar de studentassessor ‘bijhoort’ is nog altijd niet duidelijk. En dat moet anders.
Wouter Kamp is tevreden over het ‘bijzondere’ jaar dat hij erop heeft zitten. Naast zijn rol als adviseur van het bestuur, stortte hij zich op gewichtige onderwerpen voor studenten. Zoals Careerservices (dat studenten voorbereidt op de arbeidsmarkt), Learning Communities (studenten die in werkgroepen samenwerken) en het University College.
Spagaat
Dat bracht hem soms in een lastige spagaat, bekent hij. ‘Je probeert tegelijkertijd de studentengemeenschap en de universiteit vooruit te helpen, hun belangen zijn niet altijd dezelfde.’ Toch slaagde hij naar eigen zeggen vaak in zijn missie. ‘Het is lastig concreet te zeggen welke resultaten hiervan je op mijn persoonlijke conto kunt schrijven. Maar ik heb bijvoorbeeld veel gedaan rond informatievoorziening, het samenbrengen van partijen bij deze onderwerpen en het creëren van draagvlak.’
Wat hem niet lukte, was het wegnemen van de argwaan waarmee de personeelsfractie binnen de u-raad de assessor van meet af aan tegemoet zag. ‘Zijn invoering, zonder helder omlijnd takenpakket, ging ons te snel’, zegt vice-fractievoorzitter Beppo van Leeuwen. ‘Toen is door het college voor dit jaar een fatsoenlijke procedure toegezegd. Maar ook nu is de werving begonnen voor de rol in de u-raad was geëvalueerd. Daarover zijn we not amused.’
Weggekaapt
De grootste angst was dat de studentassessor wat .af zou snoepen van de medezeggenschap van studenten. Van Leeuwen: ‘Ook niet weggenomen. Het college mag zelf weten door wie het zich laat adviseren. Maar een en ander van wat de assessor doet interfereert met het werk van de universiteitsraad. Ik heb de indruk dat hij nogal wat heeft weggekaapt van taken die eerder door gekozen studenten werden gedaan.’
‘Medezeggenschap is niet minder, wel anders’
Voorzitter van de personeelsfractie Douwe Fokkinga noemt voorbeelden: zijn optredenals vertegenwoordiger van de studenten bij gelegenheden, of in allerlei commissies en werkgroepen op onderwijsgebied. En vooral het bijwonen van bestuursvergaderingen, in de plaats van de medewerker en het studentlid van de universiteitsraad die dat tot zijn komst nog deden.
Dat is zorgelijk en niet hetzelfde als een kritische, gekozen partij die het bestuur volgt, vindt de fractie. Fokkinga: ‘Daarom moet je zijn rol duidelijk benoemen. Best mal dat wij nu voor de positie van studentleden op de bres springen en niet zijzelf.’
Positief
De studentenfractie zegt, net als het universiteitsbestuur, namelijk juist positief te zijn over de studentassessor. ‘Hij zit dicht op de feiten’, zegt Berber Harkema van studentenpartij Calimero. ‘Daardoor horen wij bijvoorbeeld eerder wat het bestuur van een notitie van ons vindt. En de assessor kan het bestuur op zijn beurt rechtstreeks vertellen wat wij vinden. Er is een extra informatiestroom bijgekomen.’
De studentenpartijen hebben op verzoek van het universiteitsbestuur een evaluatie geschreven. Die bestaat vooral uit verbeterpunten. ‘Afgelopen jaar is het wel eens voorgekomen dat wij naar onze mening te laat werden voorgelicht over bepaalde zaken’, staat er bijvoorbeeld in. De assessor mag daarom wat hen betreft nog wel vaker zijn gezicht laten zien.
Ook zijn ze het met het personeel eens dat niet de adviseur van het college, maar gekozen studentvertegenwoordigers aanspreekpunt moeten blijven als het gaat om studentenzaken en andere zaken waar hun stem nodig is. Bijvoorbeeld binnen commissies en bij officiële gelegenheden als de 4 mei kranslegging.
Dubbel
‘Het geeft een dubbel gevoel’, zegt Dalia Saris. Zij is binnen de universiteitsraad het studentlid van het presidium, dat eerder nog bij bestuursvergaderingen mocht zijn. ‘De medezeggenschap is niet minder geworden, wel anders. Het telt nu bijvoorbeeld meer wat je buiten vergaderingen om doet. De studentassessor is handig, van hem hoor je veel. Aan de andere kant is hij ook een soort concurrent: er zijn minder taken te verdelen onder meer mensen.’
En Harkema: ‘Wij vinden daarom ook dat het takenpakket van de studentassessor duidelijker moet worden vastgesteld. Maar we hebben vertrouwen in de functie, we zien hem zeker niet als iemand die taken afpakt.’