RUG had van bestaan Stichting NOHA Groningen kunnen weten
RUG had van bestaan Stichting NOHA Groningen kunnen weten
Dit blijkt uit het onderzoek dat de RUG liet uitvoeren, waarvan het rapport in handen is van UKrant.
SNG heeft in april 2015 een schriftelijk betalingsverzoek ingediend bij de faculteit letteren, omdat de stichting collegegeld zou hebben voorgeschoten voor een drietal NOHA-studenten.
In het rapport, dat is geanonimiseerd, is te lezen dat de verantwoordelijke binnen de letterenfaculteit zegt dit verzoek nooit te hebben gezien, terwijl het wel is betaald. De RUG-poststempel komt volgens deze persoon niet overeen met de zijne.
Volgens de verantwoordelijke is de brief niet bij hem binnengekomen ‘maar direct behandeld door het Facultair Adminstratief Centrum (decentraal), de voorloper van FSSC’.
Geld teruggestort
Ook blijkt uit het rapport dat SNG jaarlijks van NOHA Brussel het collegegeld van studenten ontving en dat vervolgens overmaakte aan de afdeling Student Informatie en Administratie (SIA) van de RUG. Omdat sommige studenten in de NOHA-master slechts een deel van het jaar in Groningen studeerden, maar de RUG wel voor een heel jaar collegegeld ontving, kreeg SNG achteraf het verschil teruggestort op de eigen rekening. Dit kwam in de periode 2015-2019 neer op een bedrag van bijna 250.000 euro.
Volgens het rapport was de procedure omtrent de restitutie van collegegelden zo, dat het geld teruggestort werd op de rekening waar het collegegeld vanaf was betaald.
Particuliere stichting
De RUG berichtte op 13 januari dat 1,2 miljoen euro die bestemd was voor het NOHA-programma binnen de letterenfaculteit niet bij de RUG, maar bij een particuliere stichting terecht was gekomen: SNG. De universiteit zegt nooit van de oprichting van de stichting geweten te hebben.
Hierop ontsloeg de universiteit hoogleraar Joost Herman, deed ze aangifte van (subsidie)fraude en valsheid in geschrifte en startte ze een civiele procedure tegen Herman. Hij zette SNG in 2014 samen met twee collega’s op.
Volgens het rapport was Herman in 2012 al op de hoogte van het feit dat het opzetten van een stichting ook gemeld moest worden bij de faculteit. Dit had gekund door een zogenaamd Interne Bedrijfsvoering Verklaring bij de letterenfaculteit in te leveren. Herman deed dit bij de oprichting van SNG niet.
In het rapport staat verder dat Herman voor het NOHA-programma een kleine 130.000 euro aan reiskosten declareerde. Daarvan declareerde hij 122.500 euro bij SNG en 24.000 euro bij de RUG. In totaal declareerde hij een bedrag van 842 euro dubbel. Dit alles gebeurde in de periode tussen 2014 en maart 2019.
Internationaal programma
NOHA, dat staat voor Network on Humanitarian Action, is een internationaal samenwerkingsprogramma van universiteiten dat zich inzet om de humanitaire hulpverlening te verbeteren. Het wordt voor een groot deel gesubsidieerd door EU-geld.
Herman was een van de medeoprichters van het internationale programma en werkte niet alleen als de directeur van de Groningse tak, maar van 2005 tot 2014 ook als financieel directeur van de overkoepelende organisatie NOHA Brussel en sinds 2014 als directeur ervan.
Tegen Herman lopen op dit moment twee rechtszaken. Als eerste zal naar alle waarschijnlijkheid zijn ontslag aan bod komen. Vervolgens wil de RUG ook de eerder genoemde 1,2 miljoen euro op hem verhalen.
Update: De twee alinea’s onder het kopje ‘Geld teruggestort’ zijn na publicatie van het artikel toegevoegd.