Persvoorlichting vs. pers

De persvoorlichter was op vakantie en ik moest haar vervangen. Dat zou toch moeten lukken na hier vier maanden te hebben rondgehuppeld, maar niets bleek minder waar.

Ik zette de ene Europarlementariër per ongeluk in een Franse talkshow tegenover een extreemrechtse politicus van het Front National, stuurde een journalist volledig het bos in en plande een andere Europarlementariër in voor een promofilmpje waarvan het script op z’n zachtst gezegd bijzonder was.

Tijdens mijn master leerde ik dat de afdeling persvoorlichting een van de vier laatste kringen van de hel is. Voorlichters zijn alleen gericht op de waarheid verhullen en de journalisten zo ver mogelijk weghouden van degene die ze willen spreken. De nobele journalist daarentegen is goed ingelezen, voorbereid, gaat integer te werk en houdt zich aan gemaakte afspraken.

In de praktijk valt dit soms wat tegen. Zo werd mij bijvoorbeeld voorgehouden dat ‘een goede journalist altijd op tijd’ is. Maar hoe vaak ik wel niet heb staan wachten op journalisten, die ondertussen ook nog eens niet mobiel bereikbaar waren… Of laatst nog, toen iemand het voor elkaar kreeg op één dag drie afspraken te missen. De eerste keer was ie te laat, de tweede keer liep een andere afspraak uit en vervolgens kreeg een etentje met een oude bekende voorrang.

Ook de lessen ‘duidelijk pitchen’ lijken aan sommigen voorbij te zijn gegaan. Dan worden we gebeld door een journalist die ‘iets wil met onderwerp X’, met aan ons het verzoek dit even uit te zoeken. Het liefst vandaag nog. Een assistent besteedt dan een halve middag aan rapporten opvragen en de informatie in begrijpelijke taal samenvatten. Vervolgens hoor je een week niks, om uiteindelijk een berichtje te krijgen dat de redactie het onderwerp toch laat vallen ‘omdat het te vaag is’.

En dan zijn er nog de journalisten die feitelijke onjuistheden opschrijven. Zo was er laatst ophef over een ‘Europees’ verbod op Facebook voor jongeren onder de zestien. Ze zouden hier volgens ‘Europa’ toestemming van hun ouders voor moeten hebben. Dit staat alleen al sinds 2001 in de Nederlandse wet (die overigens niet wordt nageleefd). Elke lidstaat mag een eigen leeftijdsgrens instellen, zolang deze boven de dertien blijft. Toch was dit nieuws weer koren op de molen van de Europabashers.

Europese politiek is ingewikkeld en veelomvattend, en de tijd die nodig is om dit te doorgronden hebben veel journalisten vanwege allerlei bezuinigingen niet. Dat snap ik. En begrijp me niet verkeerd, ik vind de journalistiek het mooiste vak van de wereld en wist al na een week dat ik absoluut nooit iets in de voorlichtingssector wil gaan doen.

Maar ik snap niet dat er met zoveel dedain wordt gepraat over persvoorlichters. In een tijdperk waarin een verkeerde tweet of mislukt optreden voor de camera carrières in de knop kan breken, is de afdeling voorlichting namelijk onontbeerlijk.

 

01-06-2016