Open brief: Student draait op voor gevolgen coronacrisis
Opinie: Emma Muthert
‘Student draait op voor gevolgen coronacrisis’
Geacht college van bestuur,
Gezien de huidige coronacrisis maak ik mij zorgen over het universitair onderwijs van de RUG, vooral vanaf 1 september. Hoewel ik begrijp dat het niet haalbaar is om voor de zomervakantie weer fysieke lessen aan te bieden, hoop ik zeer dat het geven van fysiek onderwijs vanaf 1 september prioriteit is voor het bestuur van de RUG.
Als student mis ik de fysieke lessen in kleine groepen erg. Los van de eenzaamheid merk ik dat het mij heel zwaar valt om alles zelfstandig te moeten leren en geen of weinig interactie te hebben met medestudenten en docenten.
Hoorcolleges zijn minder duidelijk doordat er geen powerpoint of docent te zien is op beeld, via e-mails wordt door de docent (al dan niet onduidelijk) gecommuniceerd wat studenten wekelijks zouden moeten doen, met eventueel een aantal tips, en in sommige gevallen verschijnen voor hoorcolleges zelfs alleen maar de powerpointpresentaties op Nestor.
Ik ben zelf een tweedejaars bachelorstudent international relations. Waar mijn tijdsgebonden contacturen aanvankelijk rond de twaalf tot veertien uur per week waren, is dit nu gereduceerd tot twee keer in de week een uur les. Ik merk dat het mij en medestudenten niet in staat stelt ons de stof eigen te maken..
Daarnaast ondervind ik veel problemen met het thuis maken van tentamens. Er is vaak lang onduidelijkheid over de datum van tentamens en tentamenvragen hebben veelal een (te) krappe tijdslimiet. Dit in combinatie met de verplichte studentenverklaring, terwijl tentamens over het algemeen wel moeilijker worden gemaakt, is wat mij betreft een brug te ver.
Los van de eenzaamheid merk ik dat het mij heel zwaar valt om alles zelfstandig te moeten leren
Om nog maar te zwijgen over het feit dat docenten vijftien dagen extra krijgen om tentamens na te kijken, waardoor de student aanzienlijk minder tijd krijgt om zich voor te bereiden op de herkansing. Ik heb nog een aantal schrijnende en frustrerende voorbeelden gehoord van andere studies, maar ik beperk mij in deze mail tot mijn eigen studie en de letterenfaculteit.
Deze crisis vraagt van iedereen extra inspanning en op een aantal gevallen met betrokken docenten na, draait de student in mijn beleving momenteel te veel op voor de gevolgen. Vandaar dat ik het voor de besluitvorming belangrijk vind dat u als bestuur inzicht krijgt in de problemen waar studenten tegenaan lopen. Ik heb namelijk de indruk dat dit op het moment (nog) niet geheel het geval is.
Dit baseer ik op een interview in UKrant van 6 mei jl. met Cisca Wijmenga, Jouke de Vries en Hans Biemans over universitair onderwijs vanaf 1 september, waarin Jouke de Vries meldde: ‘Bij de kleinere faculteiten en de kleinere groepen kan ik me voorstellen dat wanneer fysiek onderwijs weer toegestaan is, je wel iets kunt organiseren.’
Dit antwoord duidt niet op een prioriteit en benoemt tevens de grotere faculteiten niet, wat wellicht impliceert dat de grotere faculteiten, zoals letteren, voorlopig niet opengesteld zullen worden voor fysieke lessen.
Verder vind ik dat het college zich weinig betrokken opstelt in het interview tegenover studenten. Het is me bijvoorbeeld opgevallen dat tot twee keer toe benoemd wordt dat het college van bestuur niet over de desbetreffende vraag gaat, onder meer als reactie op de mededeling van de interviewer dat er onvrede en bezwaar is onder studenten over de omstreden proctoringsoftware.
Ik vind dat het college zich weinig betrokken opstelt tegenover studenten
Daarin wordt door mevrouw Wijmenga simpelweg benadrukt dat er altijd al verschillen geweest zijn tussen faculteiten en meneer Biemans voegt hieraan toe dat hij het bezwaar van de studenten niet snapt ‘omdat daar richtlijnen voor zijn en het allemaal al geregeld is’.
Ik zou u willen meegeven dat dit allicht niet de tijd is om vast te houden aan argumenten als ‘het is altijd al zo geweest’ of ‘het is al geregeld’. Deze situatie is namelijk voor iedereen nieuw en een veranderende situatie vereist flexibele en wellicht nieuwe oplossingen; niet alleen vanuit studenten en docenten, maar ook vanuit faculteiten en het bestuur.
Alhoewel ik het zeer waarschijnlijk acht dat u achter de schermen tracht het functioneren van de RUG in goede banen te leiden, wil ik u aanmoedigen om in ieder geval open te staan voor oplossingen die passen in deze nieuwe omstandigheden en daarbij ook voor feedback vanuit studenten, zoals in het geval van de proctoringsoftware.
Ten slotte wil ik graag benoemen dat UKrant een belangrijk communicatie- en informatiemiddel is naar alle 30.000 RUG-studenten toe en dat ik daarom vind dat die een andere houding, meer duidelijkheid en een helderder toekomstperspectief vanuit het bestuur van de RUG verdient en geen reactie die de indruk wekt een lastige vraag van een persjournalist af te willen wimpelen. Ik hoop dat jullie mijn genoemde punten meenemen in toekomstig werk en beleid.
Met vriendelijke groet,
Emma Muthert
Emma Muthert studeert international relations and international organization