Overdraagbare psychische problemen
Gestreste moeder, depressief kind?
Als jongvolwassene maakte Mayerli Prado Rivera zich zorgen over haar geestelijke welzijn. Meerdere vrouwen in haar familie hadden te maken met psychische problemen, dus wat nou als dat haar ook te wachten stond? En waarom kwam dit juist in haar familie zo veel voor?
Het was de reden dat ze ervoor koos om psychologie te gaan studeren, waarna ze verliefd werd op de neurowetenschappen. ‘Ik dacht: wauw! Dus zo kun je de biologie van mentale gezondheid beter leren begrijpen.’
Inmiddels doet de PhD-student al vijftien jaar onderzoek naar stress. Recentelijk richt ze zich daarbij vooral op vrouwen. Zo probeert ze te ontdekken of aanhoudende stress bij vrouwtjesratten het risico op depressie bij hun jongen vergroot. ‘Ik hoop dat dit meer duidelijkheid geeft over de vraag of dat ook bij mensen het geval is’, zegt Prado Rivera.
Ze vergelijkt daarvoor het gedrag van ratten met gestreste moeders met dat van ratten van wie de moeder juist weinig stress had. Daarvoor stelt ze vrouwtjesratten voor, tijdens en na hun zwangerschap op onvoorspelbare momenten bloot aan stress. Bijvoorbeeld door ze in een kleinere kooi te zetten, ze een tijd geen eten te geven of, later, door de jongen een tijdje van de moeder te scheiden.
Gedragstesten
Als de jongen eenmaal volwassen zijn, doet ze verschillende gedragstesten om te zien of ze depressief zijn. ‘Ratten met depressief gedrag kunnen zich bijvoorbeeld meer gaan afzonderen van de andere ratten’, vertelt ze.
Ratten met depressief gedrag kunnen zich meer gaan afzonderen
Ook kijkt ze naar de verschillen tussen ratten die een genetische aanleg hebben voor depressie en ratten zonder deze aanleg. Eerder onderzoek liet namelijk zien dat een combinatie van genen en omgevingsfactoren de kans op een depressie beïnvloedt. ‘Ik kijk naar stress van de moeder als omgevingsfactor.’
Prado Rivera verwacht dat dit zorgt voor depressief gedrag bij haar jongen, en dat dit effect groter is bij mannetjes. ‘Die zijn gevoeliger voor stress dan vrouwtjes’, zegt ze. Uit onderzoek blijkt dat mannetjes bijvoorbeeld minder sociaal en vaker agressief zijn.
Effect bij mensen
Ze hoopt dat haar werk inzicht geeft in de relatie tussen langdurige stress en depressie bij mensen. ‘In veel opzichten lijken mensen en ratten op elkaar’, benadrukt ze. ‘We hebben allebei een sociaal leven en communiceren met elkaar.’
Vanzelfsprekend is ze zich ook bewust van de verschillen. ‘Waar je bij mensen kunt vragen naar hun gedachten, heb je bij ratten geen idee wat er in hun hoofd omgaat’, zegt ze. ‘We kunnen het gedrag van ratten weliswaar interpreteren, maar dat wordt gedaan vanuit het perspectief van een mens, dus er is ruimte voor vooroordelen.’
Toch kan het de deuren openen naar nieuwe inzichten en later eventueel naar medicijnen die je kunt inzetten tegen klachten die door stress zijn ontstaan, denkt ze. ‘Als bijvoorbeeld blijkt dat langdurige blootstelling aan stress zorgt dat mensen veel angstklachten krijgen, dan weten we dat we die symptomen als eerste moeten aanpakken.’
Bewuste keuzes
Maar zou dergelijk onderzoek niet óók kunnen zorgen dat moeders de schuld krijgen van de depressie van hun kinderen?
Intense stress beïnvloedt de manier waarop een moeder voor haar kinderen zorgt
Prado Rivera denkt even na. ‘Dit doet me denken aan onderzoeken naar autisme uit de vorige eeuw. Die stelden dat de oorzaak voor autisme kon liggen in de manier waarop kinderen werden opgevoed, waardoor ouders zich schuldig voelden.’ Later werd duidelijk dat er ook een genetische component zit aan autisme. ‘Zelfs met hele lieve, zorgzame ouders ontstaan er nog mentale aandoeningen.’
Ze hoopt eerder dat haar onderzoek ervoor kan zorgen dat ouders bewuste keuzes maken. ‘Dat ze bijvoorbeeld eerder nadenken over hoe stress door te veel werken de gezondheid van hun kinderen kan beïnvloeden.’
Meer ondersteuning
Meer aandacht daarvoor – ook vanuit de politiek – is heel belangrijk, zegt ze, want dergelijke stress kan meerdere generaties beïnvloeden. ‘De consequenties zijn enorm, echt enorm. Intense stress heeft invloed op de manier waarop een moeder voor haar kinderen zorgt. En dat heeft vervolgens hoogstwaarschijnlijk weer effect op de manier waarop die kinderen hún kinderen later opvoeden.’
Gelukkig, zegt ze, groeit de aandacht voor de ondersteuning van moeders, ook in haar thuisland Colombia. ‘In Colombia moesten vrouwen vroeger al heel snel weer aan het werk nadat ze een kind hadden gekregen. In 1990 kregen moeders recht op twaalf weken betaald ouderschapsverlof. Recentelijk zijn de wetten veranderd, waardoor moeders een maand langer bij hun pasgeboren kinderen kunnen blijven.’ Dat zorgt voor minder stress.
Onderzoek als het hare kan steun bieden aan mensen die het moeilijk hebben, denkt Prado Rivera, en kan bijdragen aan een minder stressvolle opvoeding. ‘Ik geloof dat het belangrijk is om open te zijn over mentale gezondheid. Je kan leren van anderen. Je kan veel stress hebben, maar als je dan hele goede vrienden, een partner, familie of collega’s hebt, kan dat het leven een stuk makkelijker maken.’