Smerige trucs van huisjesmelkers
Weggepest voor de poen
Daar staat ze dan, in haar handdoekje, tegenover een wildvreemde man. Merel (24) is net uit de douche gestapt, het haar nog nat. Een inbreker, denkt ze. ‘Wat doe jij in mijn huis?’ vraagt ze hem. ‘Key!’ schreeuwt de man in gebrekkig Engels. ‘Key, key!’ Hoe hij aan de sleutel komt, weet ze niet.
In paniek belt ze haar huisbaas. Die neemt niet op. Dan maar de politie. Even later belt de huisbaas haar terug: hoe haalt ze het in hemelsnaam in haar hoofd om de politie te bellen? Die man heeft toch een sleutel, dus was het toch logisch dat hij de nieuwe huurder is?
Lucratief
Het geval van Merel staat niet op zichzelf. Linda moet haar huis in de Indische Buurt ineens delen met twee Slowaakse arbeidsmigranten. De hal staat iedere week blauw van hun geblow. In de Korrewegwijk woont Sofie opeens samen met een Pool. In Paddepoel trekken ex-gedetineerden in bij Suzanne. Aankloppen bij de huisbaas helpt niet.
Hoe haalt ze het in haar hoofd om de politie te bellen?
Weggepest worden door je verhuurder die zwervers, ongure types en andere niet-studenten in een studentenhuis zet. Hoewel officiële cijfers ontbreken, blijkt uit een kleine rondgang dat Groningse studenten zoiets regelmatig overkomt.
Waarom? Geld. Een studentenkamer brengt te weinig op, appartementen zijn veel lucratiever. Maar een student krijg je niet zomaar weg uit een kamer, die wordt door wetten beschermd. Dus worden andere methodes ingezet om ze weg te krijgen. Het blijkt effectief; de meeste studenten die UKrant sprak zijn inmiddels verhuisd nadat drugsgebruikende, drinkende en feestvierende mannen in hun meidenhuis trokken.
Dagenlange feesten
Bij Merel blijft het niet bij die ene man. Nadat hij is ingetrokken in de kamer naast de hare, neemt hij al snel vrienden mee. Op een gegeven moment hebben minstens tien mannen een sleutel. Regelmatig geven zij dagenlange feesten. De wiet en coke zijn niet aan te slepen. Uit het witte Peugeootje dat voor het huis geparkeerd staat, worden voortdurend lachgastanks naar boven gesjouwd.
Tijdens het afwassen is het raak. Merels hand verdwijnt net in het sopje als ze de aangrenzende kamerdeur krakend open hoort gaan. Een van de mannen zwalkt binnen, helemaal van de wereld, zijn ogen leeg en bloeddoorlopen.
Merels afwasborstel schiet omhoog. ‘Niet dichterbij komen!’ waarschuwt ze, zwaaiend met de borstel. De spetters vliegen in het rond. Een paar seconden blijft de man stokstijf staan. Hij gaat me aanvallen, denkt Merel. Haar hart klopt in haar keel. Maar plotseling loopt de man achterwaarts de keuken uit. Hij draait de kamerdeur weer op slot.
Vijf minuten later speelt het tafereel zich opnieuw af. Deur open, man naar buiten, weer dat wezenloze gestaar, achteruit teruglopen, deur dicht. Het voorval zorgt ervoor dat Merel nauwelijks meer naar de wc durft. Wat als die mannen precies op dat moment door het huis heen zwerven? Haar kamerdeur houdt ze steevast op slot.
Gesloopte meubels
Talloze belletjes naar de politie leveren niks op, de eigenaar doet alsof zijn neus bloedt. Hij vertelt wel van de plannen om het studentenhuis te verbouwen tot luxe appartementen. Maar door het huurcontract kan hij de studenten niet zomaar op straat zetten. Dus wat hij doet, realiseert Merel zich, is het pand aan de Nieuwe Ebbingestraat stukje bij beetje onleefbaar maken in de hoop dat die dan vanzelf vertrekken.
Merel durft nauwelijks meer naar de wc
Maar het wegpesten van Merel en haar medebewoners gaat de eigenaar kennelijk niet snel genoeg. Als ze op een dag thuiskomen na een vakantie, treffen ze een volledig gesloopte bovenverdieping aan. Bijna niets is meer heel, ook hun meubels niet. Woedend bellen ze de eigenaar. Die vertelt dat hij er vanuit was gegaan dat de studenten er niet meer woonden en het pand hadden verlaten; in werkelijkheid hadden ze hun huur nog niet eens opgezegd.
De verbouwing is inmiddels afgerond. Daarvoor telde het zeven studentenkamers die aan kale huur 250 euro per stuk opbrachten, nu zijn er vijf appartementen in gevestigd die samen minstens 4000 euro per maand opleveren.
Overal urine
In het huis in Paddepoel van Suzanne en haar medebewoners is het een komen en gaan van vreemde mannen. Een van hen, een voormalige gedetineerde, zegt in een gesprek met Suzanne dat hij de kamer betrok op verzoek van de huisbaas. Die had hem, zo vertelt hij de studenten, ook gevraagd af en toe overlast te veroorzaken, in de hoop dat ze dan zo snel mogelijk zouden vertrekken.
Er volgen meer akkefietjes tussen de bewoners en de eigenaar. Na een klacht over geluidsoverlast staat die opeens onaangekondigd op de stoep, gaat het huis binnen en urineert op meerdere plekken in het pand – nog dagenlang stinkt het er. Suzanne sliep al met een mes onder haar kussen, uit angst. Ze heeft er dan helemaal genoeg van en verlaat de volgende dag het huis definitief.
Studenten staan in zulke situaties vaak machteloos. De Utrechtse hoogleraar Ton Jongbloed, gespecialiseerd in huurrecht, zegt dat een student weinig kan doen als er plotseling wildvreemde mannen in hun huis komen wonen. ‘De verhuurder mag zelf beslissen wie de nieuwe huurder wordt. Bewijzen dat hij misbruik van de situatie maakt is lastig’, zegt hij. ‘Huurders kunnen aankloppen bij de rechter, maar de kans op succes is relatief klein.’
Meldpunt
De Woonbond, een organisatie die opkomt voor de belangen van huurders en woningzoekenden, is op de hoogte van dit soort praktijken en hoopt dat de Wet goed verhuurderschap – van kracht sinds juli vorig jaar – op den duur een einde maakt aan kwesties als deze.
Een huisbaas kan zijn vergunning verliezen, maar elders gewoon doorgaan
‘Het belangrijkste middel dat je als huurder hebt is het gemeentelijke meldpunt. In het ergste geval kan dat de verhuurdersvergunning afnemen’, zegt een woordvoerder van de Woonbond.
Maar dat gebeurt amper, zo weet hij ook, en lost het probleem bovendien niet op. Verhuurdersvergunningen zijn gekoppeld aan panden, niet aan personen. Een malafide huisbaas kan zijn vergunning voor een pand verliezen, maar elders gewoon doorgaan.
Bergen wiet
Voor Merel en haar huisgenoten is het hoofdstuk Nieuwe Ebbinge inmiddels definitief gesloten. Op een van de laatste dagen dat ze er woont, ziet ze in de keukenla tientallen zakjes met wiet, slordig opgeborgen in ovenschalen en pannen. In een stapel schoenendozen in de hoek van de keuken vindt ze nog veel meer.
Het doet haar beseffen: de huisbaas heeft het toch geflikt, het is hem gelukt om me weg te pesten. Maar uiteindelijk kies ik voor mijn eigen veiligheid.
De namen van Merel, Suzanne en Linda zijn gefingeerd wegens privacyredenen, hun echte namen zijn bij de redactie bekend.