Online is ook niet alles
Wat doen we met het hoorcollege?
Nee, de opmerkingen van de rector magnificus eerder deze maand in een interview met UKrant over het aankomende studiejaar vielen niet bij iedereen even goed. Als studenten naar de universiteit komen, benadrukte Cisca Wijmenga, dan moet dat een meerwaarde hebben. En hoorcolleges, ‘een vrij passieve manier van onderwijs’, hebben dat dus niet, zei ze daarmee eigenlijk. ‘Dat kan goed online.’
We zijn een jaar van online colleges relatief goed doorgekomen. Daardoor kan het lijken alsof het traditionele hoorcollege ouderwets en achterhaald is en prima te vervangen. Maar is dat ook zo?
De docenten van de rechtenfaculteit vinden het afschaffen ervan in elk geval zo’n slecht plan dat ze een vlammende open brief aan het universiteitsbestuur schreven. En ook onderwijsexpert Rick Huizinga van het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) pleit voor het hoorcollege. ‘Andere onderwijsvormen werken soms beter’, zegt hij. ‘Maar hoorcolleges zijn zeker een cruciaal onderdeel van het onderwijs.’
Eén op één
Als je Huizinga zou vragen wat zijn ideale onderwijsmethode is, dan wist hij het wel. ‘Vanuit een educatief standpunt is het absoluut beter om één op één onderwijs te hebben’, zegt hij. Zoveel mogelijk aandacht en maatwerk voor elke student is het beste. ‘Maar dat plan is natuurlijk niet realistisch.’
Hoorcolleges hebben nog steeds hun nut
Een hoorcollege voor vijfhonderd studenten is weer het andere uiterste, maar toch kan dat goed werken. ‘We hebben van alles een beetje nodig’, zegt Huizinga. Sommige studenten of docenten geven immers de voorkeur aan hoorcolleges en anderen juist weer aan werkcolleges. ‘Daarom is het belangrijk dat er genoeg diversiteit in het onderwijs is.’
Wat goed onderwijs is, legt hij uit, hangt natuurlijk ook erg af van de context: om welk vakgebied gaat het, wie is de docent en wat zijn de leerdoelen? Die elementen bepalen samen welke onderwijsmethode het beste is. ‘We moeten erop vertrouwen dat de docenten weten hoe hun studenten de stof het beste kunnen leren.’
Passie voor het vak
Hoogleraar arbeidsrecht Saskia Peters moet er niet aan denken dat het hoorcollege zou verdwijnen. Zij was dan ook een van de ondertekenaars van de brandbrief van rechten. Zij gebruikt de colleges om haar studenten enthousiast te maken. ‘Mijn colleges zijn toch ook een stuk theater, ik wil die passie voor het vak overbrengen’, zegt ze. ‘En het hoorcollege is eigenlijk de enige onderwijsvorm waarbij dat kan.’
Daarnaast is het hoorcollege dé plek waar een expert structuur kan geven aan alle informatie uit de verschillende boeken die de studenten lezen, stelt Peters. Zo moeten rechtenstudenten zich het systeem van het recht eigen maken. De expert verbindt dat dan ook aan de praktijk; biedt overzicht en legt moeilijke concepten uit. ‘Het hoorcollege is de kern van de academie’, zegt Peters. ‘Het moet natuurlijk niet de enige onderwijsvorm zijn, maar het is wel onmisbaar.’
Huizinga beaamt dat. ‘Hoorcolleges zijn zeker geen ouderwetse manier van onderwijs en ze hebben nog steeds hun nut’, zegt hij. ‘Sommige studenten lezen het boek en hebben dan het overzicht wel. Maar anderen hebben meer uitleg nodig.’
Interactie
Toch is het ook weer niet de bedoeling dat studenten twee uur lang alleen maar luisteren. De lessen moeten zoveel mogelijk interactief zijn, want op die manier leer je namelijk het beste. ‘Maar het is een misverstand dat het huidige hoorcollege alleen maar zenden en ontvangen van informatie is’, zegt Peters. Bij colleges is het gebruik van polls, quizzen en stellingen om over te discussiëren al lang normaal. ‘Het college is mee-geëvolueerd met de tijd.’
Het college is mee-geëvolueerd met de tijd
Door de gedwongen omschakeling naar digitaal onderwijs is die evolutie het afgelopen jaar nog eens in een stroomversnelling gebracht, al was de RUG voor de coronapandemie ook al bezig om naar ‘blended learning’ te gaan. ‘Het idee is dat we het beste van online educatie en het beste van fysiek onderwijs pakken’, legt Huizinga uit. ‘Maar wat het beste is, ligt aan de vakken en faculteiten.’ En dat betekent dus niet dat hoorcolleges altijd online zouden moeten.
Blended learning werkt alleen als het goed uitgewerkt wordt en het is belangrijk dat docenten die goed online college kunnen geven worden ingezet, zegt Huizinga. ‘Voor die ontwikkeling was vorig jaar natuurlijk geen tijd, maar we doen ons best en ik denk dat het ons aardig lukt. ’
Geen experimenten
Maar juist met die interactiviteit, zo belangrijk voor goed onderwijs, gaat het nog niet zo lekker in de online hoorcolleges. Dat merkt ook Alex de Vries, die diverse vakken geeft bij de studie scheikunde. ‘Normaal doe ik zelf huis-, tuin- en keukenexperimenten tijdens de colleges, maar dat heb ik het afgelopen jaar nog niet een keer gedaan’, zegt hij. Aan een bureau voor een computerscherm is het nu eenmaal lastig om zulke dingen te laten zien. ‘Dan zou ik de experimenten moeten opnemen, maar dan kan ik net zo goed online filmpjes opzoeken en die laten zien.’
Ik mis het om door de zaal heen en weer te springen
Daarnaast ligt de drempel voor interactie met studenten online een stuk hoger, zeggen docenten. Er komt veel minder respons op vragen, waardoor er minder discussie ontstaat dan tijdens een live college. En doordat het moeilijker is om studenten te betrekken bij een online college, leert niet iedereen evenveel. ‘Je ziet ook niet of wat je vertelt aankomt bij de studenten. Dat maakt je als docent erg onzeker over of iedereen het wel snapt’, zegt De Vries.
Hij verwacht dan ook dat het fysieke hoorcollege wel blijft. ‘Een muziekstuk kun je online luisteren, maar het is toch heel anders om er fysiek bij te zijn’, zegt hij. En zo is het ook anders om een docent in het echt te zien vertellen over zijn vak, dan hem datzelfde verhaal online te zien afsteken. ‘Ik voel zelf ook dat ik online minder overtuigend ben.’
Meer flexibiliteit
‘Online colleges zijn eigenlijk een slap aftreksel’, stelt ook Peters. Zij vindt het maar een gevaarlijke ontwikkeling, die de rector voorstelt. ‘Deze situatie is op zich prima, als het maar tijdelijk is.’
Huizinga denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen, maar voorspelt wel dat we naar meer flexibiliteit gaan. ‘Active learning’-collegezalen zijn al in de maak: daar hangt geen traditioneel bord voor de zaal, maar staat de docent in het midden en kunnen tafels makkelijk verplaatst worden. ‘Vertellen en luisteren zijn de basis van elke vorm van communicatie, dus dat zal nodig blijven’, zegt hij.
Daar is De Vries blij mee. ‘Ik mis het om door de zaal heen en weer te springen van bord naar bord, dus ik kan niet wachten tot ik weer voor tweehonderd man in de zaal kan staan.’