Wetenschap
‘Na negentig minuten aan één stuk door te hebben gereden, ben ik net zo moe als na een rit in een echte auto.’ Foto Zuzana Ľudviková

Proefkonijnen #2Autorijden met afleiding

‘Pfoe, ik ben er eindelijk’

‘Na negentig minuten aan één stuk door te hebben gereden, ben ik net zo moe als na een rit in een echte auto.’ Foto Zuzana Ľudviková
Veel wetenschappelijk onderzoek kan niet zonder testen met mensen. Maar wat voor experimenten worden er zoal uitgevoerd op de uni en hoe is het om daar aan mee te doen? UKrant geeft zich op als proefkonijn. Aflevering 2: Een auto besturen terwijl je afgeleid wordt.
25 april om 16:27 uur.
Laatst gewijzigd op 26 april 2023
om 9:32 uur.
april 25 at 16:27 PM.
Last modified on april 26, 2023
at 9:32 AM.
Avatar foto

Door Cristian Apostol

25 april om 16:27 uur.
Laatst gewijzigd op 26 april 2023
om 9:32 uur.
Avatar foto

By Cristian Apostol

april 25 at 16:27 PM.
Last modified on april 26, 2023
at 9:32 AM.
Avatar foto

Cristian Apostol

De uitdrukking ‘een blik zegt meer dan duizend woorden’ is wel van toepassing op het rijexperiment dat Mart Berends uitvoert. Voor de masterstudent human-machine interaction zijn de ogen van een autobestuurder de belangrijkste indicatoren van cognitieve overbelasting. Simpeler gezegd: ze geven aan wanneer een bestuurder van de kook raakt door een teveel aan externe prikkels.  

Door oogbewegingen te volgen wil hij een semi-autonoom systeem ontwikkelen dat kan beoordelen wanneer een bestuurder een beetje hulp nodig heeft en zelfstandig kan besluiten om in te grijpen, iets dat adaptive automation genoemd wordt. Vandaag ben ik zo’n bestuurder.

Mart leidt me naar een klein kamertje dat bijna leeg is, op twee bureau’s, wat bureaustoelen en twee computers na. Op een van de bureau’s staat een stuur en op de vloer zie ik pedalen. Op het computerscherm zie ik een tekenfilmachtig beeld van een rechtdoorgaande snelweg. ‘Dit is je auto’, zegt hij. 

Werkgeheugen

Het idee achter het experiment is dat deelnemers terwijl ze rijden een taak moeten uitvoeren die veel vergt van het werkgeheugen. ‘We hopen gegevens over de oogbewegingen te gebruiken om na te gaan of ze moeite hebben om die twee taken te combineren.’ 

Terwijl hij alles klaarzet, ga ik in mijn ‘voertuig’ zitten en probeer de bediening uit: remmen, gaspedaal, stuur. Als ik plankgas geef, zie ik een vierkantje voor me dat in dezelfde richting beweegt. ‘Dat moet een ander voertuig voorstellen, bestuurd door kunstmatige intelligentie’, legt Mart uit.  

‘Mag ik daartegen racen?’ vraag ik enthousiast. ‘Je kunt het proberen, maar crash er alsjeblieft niet tegenop, want dan loopt de hele simulatie vast en moet ik alles weer opnieuw instellen.’ Ik voel de druk een beetje: het opstarten duurde ongeveer een kwartier. 

Mart stelt nu de camera in die mijn oogbewegingen vastlegt, recht voor mij, en vertelt hoe ik moet zitten zodat de camera me makkelijk kan volgen. We doen een paar kalibratietestjes en dat duurt nog eens tien minuten, maar dan kan ik eindelijk van start.  

Vier levels

Terwijl ik optrek, verschijnen er snelheidsborden langs de kant van de weg. Mijn taak is om te onthouden wat de limiet is en me daar aan te houden. Dat klinkt simpel, maar is het niet: er zijn namelijk vier levels. In het eenvoudigste level hoef ik alleen maar de snelheid op het voorgaande bord te onthouden, maar in level vier moet ik me aan de snelheid houden die nog eens drie borden eerder aangegeven werd. 

De test begint meteen in het moeilijkste level en ik kom al snel tot de conclusie dat dit niet zo’n ontspannend ritje wordt als ik had gedacht. Mijn brein begint nu al in de war te raken. 

‘In voorgaande studies keken we naar de hersenen in de hoop te kunnen voorspellen wanneer er sprake was van cognitieve overbelasting’, legde projectbegeleider Moritz Held me vooraf uit. ‘Deze keer proberen we dat te doen door middel van fysiologische data zoals pupilgrootte, die ook nog eens makkelijker vast te leggen zijn.’

Grotere pupillen 

Mart kijkt daarvoor hoe snel mijn pupil van grootte verandert. ‘Als ze groter worden, betekent het dat je cognitief overbelast bent. Op basis hiervan kunnen we dan besluiten om het systeem deels te automatiseren, door bijvoorbeeld het stuur over te nemen, of zelfs helemaal, door ook de pedalen over te nemen.’ 

In wat voor situaties in de echte wereld is zo’n systeem eigenlijk handig? ‘Als een ouder bijvoorbeeld al bellend naar school rijdt met drie drukke kinderen in de auto, is de kans groot dat diegene cognitief overbelast is’, zegt Mart. ‘Dan kan het autonome systeem van de auto besluiten of om de controle over te nemen, om nare situaties in het verkeer te voorkomen.’ 

Na negentig minuten aan één stuk door te hebben gereden, ben ik net zo moe als na een rit in een echte auto. Als ik klaar ben, denk ik alleen maar: pfoe, ik ben er eindelijk.  

Nauwkeurige systemen

Mart toont me een ingewikkelde grafiek met de resultaten van mijn rijkunsten. Ik heb geen idee wat ik ervan moet maken. Hij lacht: hij weet dat ook nog niet. ‘Ik moet ze eerst vergelijken met die van de andere deelnemers.’  

Mart en Moritz hopen dat hun onderzoeksproject bijdraagt aan de ontwikkeling van een beter en nauwkeuriger autonoom besturingssysteem. In de toekomst zullen ze geen oogbewegingen meer hoeven te volgen om in te schatten of een bestuurder overbelast raakt, verwachten ze: daar kunnen ze dan het model voor inzetten dat ze nu aan het ontwikkelen zijn.  

Voor ik vertrek, herinnert Mart me eraan om het deelnameformulier in te vullen, zodat ik betaald krijg voor mijn tijd. Dat was ik helemaal vergeten. Ik heb vandaag niet alleen de wetenschap geholpen, maar ook nog geld verdiend voor een goede avondmaaltijd. Kon minder! 

Faculteit: Science and Engineering
Duur: 90 minuten + 15/20 minuten voorbereiding
Vergoeding: 15 euro

Engels