De telefoonangst van Gen Z
Mij niet bellen
Kayla Aurelia heeft er een gruwelijke hekel aan als mensen haar onaangekondigd bellen. Nog erger: als het een onbekend nummer is.
Dan begint haar hart in haar keel te bonken en laat ze de telefoon zeker drie keer overgaan voor ze opneemt. ‘Je kunt er echt van schrikken omdat het zo onverwacht is’, legt ze uit. ‘Telefoontjes zijn te direct; je kunt je antwoorden niet voorbereiden.’
Ze raakt zelfs van slag door belletjes van telemarketeers. ‘Als ik eenmaal heb opgenomen, kan ik niet zomaar ophangen. Ik wil niet dat mensen me onbeleefd vinden.’
Kayla, een Indonesische student international business, houdt – net als veel generatiegenoten – niet van bellen. Ze communiceert liever via appjes of e-mails. ‘Het is geen rationele angst’, weet ze, maar dat maakt geen verschil. ‘Vooral bellen met iemand die belangrijker is dan ik, vind ik verschrikkelijk.’
Als ze zo’n telefoontje moet plegen, bereidt ze altijd een script voor in haar hoofd. ‘Doe ik dat niet, dan ga ik hakkelen en dan begrijpt de ander me niet.’
Veelvoorkomend
Gen Z’ers die vergroeid zijn met hun telefoon, maar telefoongesprekken vermijden uit angst of ongemak – het is zo’n algemeen voorkomend fenomeen dat er een naam voor bedacht is: telefoonangst.
‘Oh, dat heb ik absoluut’, zegt de Roemeense astronomiestudent Iustin. ‘Als ik een appje kan sturen in plaats van te bellen, zal ik dat altijd doen.’
Mensen zijn zo gemeen aan de telefoon
– Student kunst, cultuur en media Veronica
‘Mensen zijn zo gemeen aan de telefoon’, zegt de Letse student kunst, cultuur en media Veronica. ‘Bijvoorbeeld als je een afspraak moet maken met de huisarts, dat is zo ontmoedigend.’
‘Ik heb liever dat mensen me een berichtje sturen voor ze me bellen’, zegt Tygo, een studiegenoot van Veronica.
Maar waarom is het zo vreselijk eng om een gesprekje te voeren via het apparaat dat je overal met je meedraagt?
Non-verbale signalen
Volgens Ilinka Bijma, coördinator van het coachingplatform van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, heeft dat te maken met de angst voor sociale uitsluiting die veel jongeren hebben. ‘We willen er graag bijhoren’, zegt ze. ‘Dat is gewoon evolutie, want het verhoogt onze kans op overleven.’
Met iemand bellen is een vorm van sociale interactie, maar wel eentje met uitdagingen. ‘Je mist dan de non-verbale signalen, waardoor je minder controle hebt over een gesprek en moeilijker kunt voorspellen waar het heengaat. Je moet de juiste dingen zeggen zonder dat je het gezicht van de ander kunt lezen. Normaal gesproken zou je daar de informatie vandaan halen waardoor je je op je gemak voelt in sociale interacties.’
Telefoonangst kan zich uiten op allerlei manieren. Mensen gaan uitstelgedrag vertonen of vermijden belletjes helemaal. Soms heb je ook fysieke symptomen, zoals zweterige handen, hartkloppingen of misselijkheid – allemaal dingen die te linken zijn aan sociale angst.
Uitstellen
Iustins telefoonangst – hij hakkelt tijdens telefoongesprekken – heeft hem zelfs geld gekost, vertelt hij: ‘Ik zou DUO moeten bellen om te vragen of ik in aanmerking kom voor studiefinanciering. Maar tegen de tijd dat ik de moed verzameld heb om dat telefoontje te plegen, zijn ze gesloten en moet ik wachten op de volgende mogelijkheid.’
Docenten verwachten misschien dat ik ter plekke het perfecte antwoord geef
– Rechtenstudent Aldrich
‘Het is eng’, vindt ook Kayla, die telefoontjes soms urenlang uitstelt, tot ‘een stoot adrenaline’ haar het benodigde zetje geeft. ‘En tijdens die gesprekken denk ik dan steeds: oh mijn god, wat moet ik hierna zeggen? Stel ik die ander teleur als ik dit zeg? Gaat mijn antwoord goed genoeg zijn?’
Dat herkent rechtenstudent Aldrich Ignatius wel. Ook hij wordt vaak nerveus als hij met zijn docenten moet bellen. ‘Vooral als het om inhoudelijke gesprekken gaat, waarbij ze misschien van me verwachten dat ik ter plekke het perfecte antwoord geef.’
Urgent
Hij vindt het ook maar niks als zijn eigen telefoon onverwacht overgaat. Dan schieten er duizend ongeruste gedachten door zijn hoofd, want als mensen onaangekondigd bellen, dan doen ze dat omdat ze hem absoluut willen bereiken – en dan zal het dus wel urgent zijn.
‘Telefoongesprekken zijn iets van vroeger’, zegt hij. ‘Als mensen met wie ik niet close ben me bellen, denk ik alleen maar: wat heb ik deze keer fout gedaan? Waarom belt deze persoon mij?’
Om dat element van onvoorspelbaarheid te vermijden, proberen zowel Aldrich als Kayla hun telefoontjes zo veel mogelijk in te plannen. ‘Ik wil andere mensen niet storen, dus dan app ik diegene om te vragen wanneer ze kunnen bellen’, zegt Kayla.
Horde
Het is niet zo dat jongeren tegenwoordig banger zijn voor sociale uitsluiting, zegt Bijma. De oudere generaties – die opgroeiden in een tijd zonder sms of appjes – waren gewoon meer gewend aan bellen. ‘Dus lijkt het voor hen niet zo’n probleem te zijn.’
Je hersenen moeten leren dat niet elk telefoongesprek een gevaar is
– Psycholoog Ilinka Bijma
Mogelijk geven jongeren ook de voorkeur aan tekst doordat sociale media drijven op de positieve bevestiging van likes en reacties. Ze zijn gewend om zorgvuldig na te denken over de juiste respons en dan kan de onvoorspelbaarheid van een belletje nogal eng zijn.
‘Omdat ze niet zo vaak hoeven te bellen, wordt het echt een horde die ze moeten zien te nemen. Als deze generatie naar een vriend toe gaat, bellen ze niet aan, maar appen ze om te zeggen dat ze er zijn.’
Normaal
Dat verklaart ook waarom de Nederlandse natuurkundestudent Prerna Sarkar er geen problemen mee heeft om de telefoon op te pakken: haar ouders moedigden haar al jong aan om met familieleden te bellen. ‘Voor mij is het gewoon het zoveelste ding om te doen.’
Ana Enescu, een Roemeense student media studies, vindt de directheid van een telefoongesprek zelfs prettig. Voor haar was het de enige manier om contact te houden met familie ver weg. ‘In Roemenië is appen een vrij nieuw fenomeen, we doen het nog maar tien jaar of zo. Dus belden we elkaar gewoon altijd – dat is normaal voor ons.’
Zelfs een belletje van een onbekend nummer vindt ze geen probleem. ‘Meestal is het een van mijn vrienden die een ander nummer heeft en dat niet had gemeld. En als het een telemarketeer is, dan kan ik gewoon ophangen.’
Dus wat kan je doen als je telefoonangst hebt?
Oefenen
Afhankelijk van hoe erg het is, kan exposuretherapie effectief zijn, zegt Bijma, waarbij je gaat oefenen om mensen te bellen. Ze vergelijkt het met het aanpakken van de angst voor spreken in het openbaar.
‘Als je meerdere telefoontjes pleegt en tot de ontdekking komt dat er niks vreselijks gebeurt, dan leert je brein dat er geen angstreactie nodig is’, zegt ze. ‘En als je negatieve ervaringen hebt gehad, moeten je hersenen opnieuw leren dat niet elk telefoongesprek een gevaar is.’
Maar het is vooral belangrijk dat de schaamte rondom telefoonangst verdwijnt, benadrukt ze. ‘Sommige mensen durven het niet toe te geven omdat ze denken: waarom vind ik dit zo moeilijk en hebben anderen dat niet? Dat kan heel eenzaam zijn. We moeten erkennen dat het heel normaal is om last te hebben van telefoonangst.’