• Breeuwsma

    Diefstal

    Zouden ze er nog zijn? Studenten die boeken stelen? In mijn jonge jaren genoot het enig aanzien. Dat wil zeggen, wanneer de geestelijke behoefte aan intellectuele bagage de middelen om daar aan tegemoet te komen oversteeg, was het volgens sommigen geoorloofd een boek te stelen. Een beetje dus zoals wijlen Bisschop Muskens bij armoede het stelen van een brood door de vingers zag.

    Deze column verscheen ook in ons papieren magazine, overal verkrijgbaar in de universitaire gebouwen en digitaal op Issuu.

    Wat hij van boekendiefstal vond, weet ik niet, maar onder de boekendieven waren respectabele biblionelen. Schrijvers als Gerrit Komrij, die er in geschrifte soms prat op ging in zijn Winterswijkse jeugd boeken gestolen te hebben. De plaatselijke boekhandelaar stond dat oogluikend toe, zo gaat het verhaal, maar het zou ook een verzinsel van Komrij kunnen zijn.

    Berucht is het verhaal van de literair criticus Michaël Zeeman. Deze boomlange aartsengel had als student filosofie een baantje in een boekhandel. Hij liet zich in natura – boeken dus – uitbetalen, maar verloor daarbij de verhoudingen uit het oog. Hij heeft er voor in voorarrest gezeten, maar tot een veroordeling is het uiteindelijk niet gekomen.

    Zelf heb ik als eerstejaarsstudent één keer een boek gestolen. Niet zozeer om financiële redenen trouwens, maar om de inhoud van het boek: een scabreus werkje in het Frans (olala) over pornografische tekeningen die in de 18e eeuw onder de toonbank werden verkocht. Mooi vond ik dat, maar ook wel wat gênant.

    Met bonkend hart ontvreemdde ik het, maar thuis ontleende ik er niet het toegedichte plezier aan. Uiteindelijk heb ik het boek, wederom met bonkend hart, teruggebracht naar de winkel. Om gezondheidsredenen heb ik van verdere pogingen tot diefstal afgezien.

    Nee, ik ben bang dat er niet veel boeken meer gestolen worden. Maar het gaat dan ook bedroevend slecht met de boekenbranche.

    Gerrit Breeuwsma is docent psychologie

    Foto Reyer Boxem