Hoezo, pensioen? #6Trudy Dehue (70)
‘Ik werk niet minder hard’
‘De serie heet Hoezo, pensioen? hé?’, vraagt emeritus hoogleraar wetenschapssociologie Trudy Dehue (70). ‘Waarom staat daar een vraagteken achter? Ik ben namelijk wel degelijk met pensioen. Ik werk niet minder hard, maar ik doe alleen de dingen die ik echt zelf wil. In die zin ben ik zelfs enórm met pensioen.’
Vragen als deze zijn kenmerkend voor Dehue. ‘Vroeger dachten we vooral na over hoe het hoort te gaan in de wetenschap. We waren, als missionarissen die naar Afrika gingen om het geloof over te brengen, uit op weerlegging van iemands denkbeelden.’
De huidige wetenschapssociologen zouden zoiets nooit doen, denkt ze. ‘Zij gaan naar Afrika om te kijken en vooral vragen te stellen: waar geloven de mensen eigenlijk zelf in? Ze trekken pas veel later een conclusie. Dat vind ik veel nauwkeuriger.’
Geluk is een keuze… Daar word je dus doodongelukkig van
Eén van de vragen waar ze nu mee zit is: waarom zijn studenten zo ongelukkig? ‘De huidige generatie studenten is opgegroeid met een neoliberale denkstijl: geluk is een keuze. Maar daar word je dus doodongelukkig van.’ Het mondde uit in een cursus over geluk als plicht, aan het Honours College van de Universiteit van Amsterdam, waar ze met studenten probeerde die tegenstelling te doorgronden. ‘En dat was fascinerend.’
Inclusief een verlenging deed Dehue dit drie jaar lang, tot haar 68e, maar toen was het klaar, zegt ze. ‘En dat was ook prima, want het is ook nogal wat om zo’n cursus op te zetten. Losse lezingen zijn wat dat betreft makkelijker.’
En uitnodigingen voor losse lezingen krijgt ze genoeg: zo’n twintig tot veertig per jaar. Zelfs toen ze nog niet met pensioen was. ‘Zo leer ik nog eens wat. Ik mocht bijvoorbeeld langs bij de gynaecologenvereniging, maar ook het Nederlands genootschap van abortusartsen. Juist de breedte daarvan vind ik leuk.’
Nederlands
Dat Dehue zo breed gevraagd wordt, komt doordat ze haar wetenschappelijk werk niet langer in het Engels wilde publiceren, denkt ze. ‘Ik schreef net als mijn vakgenoten in het Engels, want dat levert internationaal erkenning op.’ Maar dat heeft ook een keerzijde, zegt ze. Want Nederlandse journalisten en voorlichters krijgen er dan weinig van mee. ‘Toen dacht ik: ik maak een overstap. Ik wil nuttig zijn voor de samenleving en ga in het Nederlands verder.’
Het werkte. Haar Nederlandse artikelen werden opgepikt door een uitgever en die vroeg haar een boek te schrijven. Dat werd De depressie-epidemie, over waarom juist in een land als Nederland steeds meer depressies voorkomen. Het werd een soort hype, vertelt ze.
Vroeger moest het snel, snel, snel, maar nu kan ik eindelijk mijn eigen maatstaven voor goed werk volgen
‘Ik zat over een periode van vijf jaar aan dat boek te werken op mijn kamertje en dan gaat er een kamerdeur open en staan allemaal camera’s te flitsen. Alle columnisten bleven er maar over schrijven.’ Het leverde haar een uitnodiging bij Zomergasten op, en een stroom aan lezingen. Ook nu nog, bijna veertien jaar nadat het boek uitkwam.
Erkenning
Maar met pensioen gaan leverde ook wat op: tijd. ‘Ik kan nu veel preciezer zijn dan ik ooit heb mogen zijn’, zegt ze. ‘Vroeger moest het snel, snel, snel, maar nu kan ik eindelijk mijn eigen maatstaven voor goed werk volgen.’ Zo was ze twee jaar bezig aan een hoofdstuk van een boek over wat zich afspeelt in de buik van een zwangere vrouw. Toen het eindelijk af was, was de uitgever enthousiast, maar Dehue zat nog iets dwars. ‘Dus heb ik het hele breiwerk weer uitgehaald en opnieuw gemaakt.’
Door haar Nederlandse werk krijgt Dehue geen internationale erkenning meer, maar ze bereikt de mensen nu wel echt. ‘Ik stak een keer in Amsterdam de Rozengracht over en hoorde iemand schreeuwen: ‘Hee mevrouw Dehue!’ Ik riep ‘Hoi’ en dacht: het zal wel een oud-student van mij zijn, maar ineens fietste er een man voor mij langs, die over zijn schouder schreeuwde: ‘Goed boek!’ Ik kende hem helemaal niet. Maar ik vond het geweldig.’
Hoezo, pensioen?
Serie | Deze emeriti blijven maar doorgaan