Studenten
Foto Reyer Boxem

Mishandelde Marco liep vast tijdens zijn studie

De blauwe plekken blijven

Foto Reyer Boxem
RUG-alumnus Marco Strijker werd als kind mishandeld en dat had grote invloed op zijn studietijd. Over zijn ervaringen schreef hij het boek Niemand die omkijkt. ‘Tijdens presentaties kreeg ik paniekaanvallen.’
27 juni om 10:25 uur.
Laatst gewijzigd op 27 juni 2023
om 10:25 uur.
juni 27 at 10:25 AM.
Last modified on juni 27, 2023
at 10:25 AM.
Avatar photo

Door Feeke Rensen

27 juni om 10:25 uur.
Laatst gewijzigd op 27 juni 2023
om 10:25 uur.
Avatar photo

By Feeke Rensen

juni 27 at 10:25 AM.
Last modified on juni 27, 2023
at 10:25 AM.
Avatar photo

Feeke Rensen

Toen hij een keer per ongeluk een plank liet vallen die op twee computers balanceerde, moest Marco Strijker naast zijn vader komen staan, die aan het werk was. ‘Dan kon hij zich elke keer even omdraaien om mij te slaan. En dan kon hij daarna weer terug naar waar hij mee bezig was.’

Strijker, nu 26, werd tot zijn achtste mishandeld door zijn vader. Een hoop herinneringen zijn verdwenen, maar hij heeft er nog genoeg om te weten wat hem is aangedaan. De fysieke en mentale vernederingen hebben tot op de dag van vandaag impact op zijn leven, vertelt hij. 

Tijdens zijn studietijd – Strijker studeerde bedrijfskunde in Zwolle en verhuisde in die tijd naar Groningen, waar hij vorig jaar de master business administration afrondde – kwam hij zichzelf tegen. In zijn boek Niemand die omkijkt schrijft hij zijn ervaringen van zich af. 

Dreigementen

Zijn ouders gingen uit elkaar toen hij nog geen jaar oud was. Zijn vader mishandelde zijn moeder en zij verhuisde met haar twee zoons naar een crisisopvang. Toen ze eenmaal een eigen plek in Ruinen gevonden hadden, kwam er een omgangsregeling: Marco zou eens in de twee weken een weekend naar zijn vader gaan. 

Dat is waar de fysieke mishandeling begon. 

Ik werd heel goed in het verbergen van wat er gebeurde

Omdat Marco en zijn broer beiden met blauwe plekken thuis kwamen, schakelde zijn moeder Jeugdzorg meermaals in. Maar altijd kwam er weer een nieuwe omgangsregeling. 

‘Ik werd heel goed in het verbergen van wat er gebeurde’, zegt Strijker. Want zijn vader dreigde dat hij iedereen zou vermoorden waar de kleine Marco van hield als die zijn mond opendeed. ‘En ik wilde niemand in gevaar brengen.’ 

Een van de meest traumatische dingen die hij meemaakte was die keer dat hij, zonder te weten wat de aanleiding was, voor straf een nacht in de kelder moest slapen. Met alleen een kussen moest hij de koude, donkere ruimte in. ‘Dat was onder het mom van: als je niet bij ons wilt slapen, of niet bij ons wilt horen, ga je maar een nachtje in de kelder.’

Grens bereikt

Zo ging het door tot hij acht was. ‘Ouders kunnen heel veel flikken voordat een kind actie onderneemt’, zegt Strijker. Maar op een gegeven moment was de grens bereikt. ‘Ik werd op een ochtend veel eerder wakker dan mijn vader en ik voelde dat ik iets moest doen.’

Hij pakte zijn spullen, sloop naar beneden en wilde de politie bellen. ‘Ik had bedacht dat ik dan gered zou worden, dat ze met drie politieauto’s zouden komen.’ Toen het bellen niet lukte, besloot hij naar het politiebureau te gaan. Zo liep hij, met zijn spullen in een kussensloop gepropt, over straat.

Al na veertig meter werd hij door iemand uit de buurt van straat geplukt. ‘Ik heb ruzie met mijn vader en hij gaat mij vermoorden’, vertelde Marco hem. De man bracht hem naar zijn oma en de politie werd gebeld. Die besloot uiteindelijk dat Marco gewoon terug moest naar zijn vader, want daar verbleef hij immers dat weekend. 

Tot op de dag van vandaag snapt Strijker daar niets van. ‘Hoe kan je een kind dat zegt dat zijn vader hem gaat vermoorden zonder iets van een gesprek terugbrengen naar de persoon waar hij zo bang voor is?’

De uren die hij dat weekend nog bij zijn vader moest doorbrengen, dacht hij constant dat het zijn laatste uren zouden zijn. Maar uiteindelijk bleek de poging om weg te lopen toch effect te hebben, want Marco’s moeder hoefde niet veel te horen om te weten dat het niet goed zat. Daarna hoefde hij nooit meer naar zijn vader. 

Eenzaam

Zo’n jeugd laat zijn sporen na, ontdekte Strijker in zijn studietijd. ‘Ik heb bijvoorbeeld een laag zelfbeeld. Ik heb eigenlijk altijd gehad dat ik mezelf haat, maar dat kwam toen steeds sterker naar boven.’ 

Ik was gewend om alles alleen te doen, dus dat deed ik ook

Voor de meeste studenten zijn die jaren een periode waarin ze veel nieuwe vrienden maken. Marco voelde zich juist erg eenzaam. ‘Ik zonderde me af en was vaak op mezelf. Ik was gewend om alles alleen te doen, dus dat deed ik ook.’ Het waren patronen die hij zichzelf in zijn jeugd had aangeleerd en die hij zelf niet doorhad.

Van presentaties, die hij tijdens zijn studie regelmatig moest geven, schoot hij enorm in de stress. ‘Het werd dan zwart voor mijn ogen en ik kreeg paniekaanvallen.’ Zo ging het eens mis tijdens een presentatie van zijn stage, waarbij hij zelf niet eens voor de groep hoefde te staan. ‘Het enige wat ik hoefde te doen was zitten en dingen opschrijven die me opvielen.’

Toen er een vraag kwam waar hij meer over wist, stak hij zijn hand op om het onderwerp verder toe te lichten. Ondertussen ging de discussie verder, dus dacht hij dat het moment voorbij was. Tot een vrouw de aandacht op hem vestigde en hij een blackout kreeg. ‘Ik zat in een tunnel en zag alleen haar nog’, zegt hij. ‘Het schijnt dat ik het goede antwoord gegeven heb, maar dat heb ik niet meegekregen.’ 

Zelfinzicht

Een ander stageadres, teamontwikkelingsbedrijf Inn-spiratie, hielp hem uiteindelijk vooruit. Strijker bleef er werken tijdens zijn master. ‘Het bracht me veel inzichten over mezelf. ‘Ze zeiden: “Je sterkste kracht is dat je alles alleen kan doen, maar dat is ook je grootste valkuil.”’ 

En ook zijn boek heeft hij aan Inn-spiratie te danken. Toen ze hem vroegen om een heel ambitieus doel te bedenken, werd het plan geboren om een bestseller te schrijven. ‘Daar is geen echte definitie van, dus besloot ik dat het gelukt is als er 42.840 boeken over de toonbank zijn gegaan.’ 

Er is continu een stemmetje in mijn hoofd dat me afbrandt

Dat nummer komt niet uit de lucht vallen: ‘Dat is hoeveel kinderen er in Nederland mishandeld worden’, zegt Strijker. Dat is een schatting, maar professionals zien het als de ondergrens. ‘Het zijn de kinderen waarvan we het weten.’ 

De opbrengst van zijn boek gaat naar Stichting Het Vergeten Kind, die zich inzet voor een veilig thuis en daarnaast uitjes organiseert voor kinderen die het thuis moeilijk hebben. ‘Ze halen de druk van de ketel en laten kinderen echt even kind zijn.’

Herkenbaar

De promotie van het boek vindt hij zwaar, want elke keer weer moet hij zijn verhaal doen. Maar dat is het waard: hij heeft al 5000 euro kunnen doneren. ‘En ik denk dat er voor iedereen wat herkenbaars in te lezen valt, ook als je nooit met mishandeling in aanraking bent geweest.’

Op persoonlijk niveau gaat zijn strijd tegen mishandeling ook nog altijd door. Depressieve gevoelens komen en gaan. ‘Ik kan me snel slecht voelen’, zegt Strijker. ‘Niet iedere dag is kommer en kwel, maar er is wel continu een stemmetje in mijn hoofd dat me afbrandt. De letterlijke woorden zeg ik liever niet, maar eigenlijk denk ik gewoon: wat een klootzak, ik zou dood moeten zijn.’ 

Maar hij heeft – mede dankzij therapie – wel een hoop geleerd de afgelopen jaren, vertelt hij. ‘Ik besef nu dat je het niet alleen hoeft te doen. Ik dacht altijd van wel, maar bij sommige dingen kom je samen gewoon verder. Dat had ik graag eerder geweten.’ 

Niemand die omkijkt is hier te bestellen.

Engels