Iedereen kent… #5Wolter de Goede
‘Van hout tot goud: wij kunnen alles maken’
De instrumentmakerij van het UMCG zit weggestopt achterin de kelder. Zonde, want hier wordt getoverd met materiaal. De instrumentmakerij is een werkruimte met indrukwekkende machines.
Met zijn keurige UMCG-overhemd en een grijs vestje valt Wolter de Goede tussen alle machinerie een beetje uit de toon. Elke dag reist hij een uur met de bus om hier te komen, maar voor hem is dat het waard, zegt hij. ‘Een product maken dat uniek is, dat niet te koop is, dat is mooi.’
Wolter begon zoals elke werknemer in de werkplaats: als leerling-instrumentmaker. Na zijn opleiding heeft hij nog een tijdje bij een ander bedrijf gewerkt, waar hij kantoormachines maakte, apparaten die al bestaan.
Maar dat was niks voor hem, zegt hij. ‘Hier komen mensen met een blaadje met potloodstrepen; je maakt van niks iets.’ Gelukkig belde zijn voormalige baas bij natuurkunde hem op of hij in de instrumentmakerij bij het UMCG wilde komen werken. Bij de ‘Willie Wortels’ dus, want zo worden de mannen genoemd. ‘Van hout tot goud: wij kunnen alles maken.’
Geen vrouwen
Dat er geen vrouwen in de werkplaats werken, snapt hij niet. ‘Het is helemaal geen ruig werk’. De interesse in technische beroepen neemt volgens hem de laatste jaren sowieso af. ‘Ik denk dat ouders denken: Mijn kind hoeft geen vieze handen.’
Willie Wortels, zo worden de mannen genoemd
Wolter werkt al 46 jaar in de instrumentmakerij. Hij stuurt nu een groep van tien jongemannen aan. Zelf is hij ook nog volop aan het werk, maar ‘het computerwerk laat ik de jongens doen, dat is boven mijn kop’. Hij werkt liever met zijn handen.
‘Met potlood en millimeterpapier zoals ik dat vroeger gedaan heb, dat gaat veel sneller.’ Daarnaast begeleidt hij studenten en daar haalt hij elke dag plezier uit, zegt hij. ‘Je ziet een eindresultaat, hoe studenten met plezier het maken van een product afsluiten. Dat vind ik mooi.’
‘Probeer maar wat’
Niet alleen studenten van de RUG, maar ook van de Hanzehogeschool, NHL, het Alfa-college en het Drenthe College krijgt hij mensen over de vloer. Vanuit de RUG komen vooral studenten biomedical engineering aan zijn tekentafel.
‘Die krijgen een opdracht en de instructie: probeer maar wat’, zegt hij. Hij vindt het wel typisch hoe ze te werk gaan. ‘Vaak komen ze op vrijdag binnen en dan moet het maandag klaar zijn’, zegt hij hoofdschuddend.
Maar goed, studenten zijn volgens hem de toekomst voor de instrumentmakerij en ze hebben veel slimme ideeën, merkt hij. Al betekent een goed idee nog niet dat het maakbaar is, doceert hij. ‘Het is makkelijk om met een potlood een streepje te zetten, maar maken is soms lastig.’
3D-printers
Maar dat is ook waar Wolter en zijn team voor zijn. En de 3D-printers natuurlijk, zijn grote trots in de werkplaats. ‘Daarmee kunnen we toch snel iets printen voor een student, zodat die niet met lege handen aankomt.’
Komen ze op vrijdag binnen en dan moet het maandag klaar zijn
Het eerste waar hij naar kijkt als een student bij hem aanklopt, is waar het product voor is. Want als het patiëntgerelateerd is, dan gelden andere eisen. Het hele proces blijft hij bijzonder vinden, zegt hij, vooral omdat hij zelf ook zo begonnen is. ‘Het is heel eervol, als je ziet hoe ze binnenkomen en uiteindelijk weggaan’.
Over 2,5 jaar zit het erop, dan gaat Wolter met pensioen. ‘Ik kijk ernaar uit’, verklapt hij. ‘Na zo lang werken is het ook wel een keer goed geweest.’
Maar voor hij vertrekt heeft hij nog een doel: de instrumentenmakerij zichtbaarder maken, weg uit die hoek beneden.
Iedereen kent…
Serie | Sommige RUG-medewerkers kent echt iedereen. De kantinemedewerker met die grappige lach, de portier die je altijd de weg wijst.