Lunchen tussen de witte jassen
Nu heb ik er al een ruim aantal vakken klinische psychologie op zitten, maar ik had niet verwacht dat mijn eerste intensieve contact met patiënten via de kunstacademie zou verlopen.
De reden dat wij samen met het doktersvolk en de ziekenboeg lunchen is een simpele; op hetzelfde terrein waar de kunstacademie in Beelitz is ondergebracht bevindt zich ook een neurologische revalidatiekliniek. Zodoende hebben de academie en de kliniek afgesproken dat wij studenten iedere dag een bord mee mogen eten rond het lunchuur, op voorwaarde dat we de patiënten met rust laten en geen gekke vragen stellen over kunst en de zin van het leven enzovoorts, want dat is een beetje een precaire aangelegenheid, zoals u waarschijnlijk wel begrijpt.
Boogschieten
Behalve dat ik mij geregeld afvraag waar de ware wonderen gebeuren, in ons creatieve fort of in de operatiekamer aan de overkant, levert dit zo nu en dan mooie situaties op. Laatst liep ik over het pad op weg naar de kantine toen ik een gezelschap in blauwe uniformen een partijtje zag boogschieten met houten pijlen. Aanvankelijk dacht ik dat het een performance was, maar bij nader inzien bleek het om een speltherapie te gaan, ter bevordering van de spieren van de revaliderende patiënten.
Witte vleugel
Op een middag liepen twee oude mannetjes de kantine binnen, waarvan één plaatsnam achter de grote witte vleugel die in een hoek staat, waar ik in de weken dat ik hier ben nog nooit iemand op heb zien spelen. Nadat hij zijn wandelstok aan de kant had gelegd sloot het andere oude mannetje zijn ogen om te luisteren naar de beverige en wonderschone ouverture van zijn vriend. Dat was de eerste keer dat een lunch mij ontroerde.