Kroket Eat2Be

Kan dat, een biologische kroket? Ik bedoel: in principe kan natuurlijk alles, je kunt ook groentekroketten maken, of van die heerlijke Vlaamse garnalenkroketten. Je kunt bijna alles tot kroket verwerken. Gewoon ragout maken, binden met bloem en frituren die handel!

Ik kom er op, omdat ik gisteren bij het eerste erkende honderd procent biologische fast food restaurant van Nederland was. Of dat waar is weet ik niet, maar dat zeggen ze in ieder geval over zichzelf op de placemats.

Daar staan ook teksten op als ‘Fast food that loves you!, Onbezorgd genieten, lekker en gezond.’  Want het is beter voor de dieren en beter voor het milieu en ook nog gezonder voor jezelf.  Daarom frituren ze ook in honderd procent biologische, onverzadigde olie: ‘Dat eet wel zo lekker, want zeg nou zelf: Wie een beetje kritisch nadenkt over zijn gezondheid wil toch niet anders?’

Nou ben ik een groot voorstander van biologisch vlees, ook al is het vijf of tien keer zo duur. Ja inderdaad, tien keer zo duur, want een biologische kipfilet kost ruim 20 euro per kilo. Ik kan het betalen, dus dat doe ik ook.

Toch word ik een beetje ibbelig van dat goedbedoeld gepreek op mijn placemat. Ik wil vlak voor mijn lunch niet herinnerd worden aan afgeknipte varkensstaartjes en afgekapte kippensnavels.

Maar het belangrijkste is toch dat op die manier de kroket van zijn charme van ‘eigenlijk verboden maar het is zo lekker’ wordt beroofd. Die zweem van verbodenheid kan iedereen zelf invullen: dat je eigenlijk meer groente moet eten, dat het te vet is, of het past niet bij je sociaal-economische imago. Ik vermoed in ieder geval dat weinig mensen elke dag kroketten eten, maar niet omdat ze er geen zin in hebben.

Ik associeer kroketten met geheime geneugten, liefst te verorberen achterin een slecht verlichte snackbar, of eventueel als officiele lunch – de klassieke Twee Van Dobben op brood – maar dat is dan ook meteen het ‘stoutste’  wat op het menu staat. Dat wat betreft de psychologische omgeving.

Wat maakt een kroket verder lekker? De keuze van de olie voor de frituur is daarbij een niet te onderschatten factor. Of, zoals een Belgische website zegt: ‘Om een resultaat te bekomen “à l’ancienne”, raden we aan om de traditionele rundsolie te gebruiken.’ En Belgen kunnen het weten, dat zijn de beste friteurs ter wereld.

Rundsolie wordt bij ons Ossewit genoemd, dat werd vroeger overal voor gebruikt. Ja, mensen, dat was de tijd dat olijfolie nog een exotisch product uit het verre buitenland was, en niemand ooit van cholesterol had gehoord. Nu bedoel ik niet dat we daar naar terug moeten, maar voor kroketten neig ik er toch naar een uitzondering te maken.

Dan nu mijn oordeel over de biokroket. Hij werd door de serveerster aan tafel bezorgd, op een warm geroosterd bruin bolletje met sesamzaad. Hij zag er gezond – ik zou bijna zeggen: onschuldig  – uit. Hij rook eigenlijk nergens naar, in ieder geval niet naar ‘snack’.

Het geheel was aan de droge kant, ondanks de biologische mosterd. Ik was er niet kapot van. Het was gewoon geen snack-ervaring. Misschien moeten kroketten gewoon maar underground gaan, en niet opgehipt worden tot ecobiolifestylefood. Dat krijg ik gewoon niet kloppend in mijn hoofd, dat zijn twee verschillende werelden en dat is juist het mooie.

 

 

 

 

21-03-2013