‘Hoogleraar RUG mag imago China niet beschadigen’ (UPDATE)
‘Hoogleraar RUG mag imago China niet beschadigen’ (UPDATE)
Hoewel de hoogleraar in dienst is van de universiteit, wordt het salaris voor de helft betaald door het Confucius Instituut Groningen.
In het contract tussen de RUG en de Hanban, de overkoepelende organisatie waar de Confucius Instituten onder vallen, staat dat de Hanban de aanstelling van de hoogleraar eenzijdig kan opzeggen als diens onderwijs- en onderzoeksactiviteiten ‘de Chinese wet serieus overtreden of het imago van China zware schade toebrengen’.
Wanneer daar precies sprake van is, mag de Hanban bepalen. Het contract is in 2014 ondertekend door oud-collegevoorzitter Sibrand Poppema.
Minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs is bezorgd en wil snel met de RUG om de tafel, liet ze weten op Radio 1. Iedere universiteit heeft de wettelijke plicht om de academische vrijheid te borgen, zo zei ze. ‘Daar mag niet mee worden gemarchandeerd. En daar wil ik ze ook aan houden.’
‘RUG is naïef’
Academici uit het land reageren verbaasd. Zo vindt Rob de Wijk, hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden, het naïef van de RUG om met dit soort voorwaarden akkoord te gaan.
‘China kan de clausule over imagoschade gemakkelijk gebruiken als een stok om mee te slaan’, zegt Ingrid d’Hooghe, sinoloog en senior onderzoeker van het Instituut Clingendael, tegen de NOS. ‘Dat geldt niet alleen voor Tibet en de Oeigoeren, maar ook voor onderwerpen als de oorsprong van het coronavirus, China-cartoons, of Chinese kunstenaars die in ongenade zijn gevallen.’
Niet onder druk
De RUG stelt dat het contract ‘de academische vrijheid niet onder druk zet’. In een schriftelijke reactie aan de NOS zegt het universiteitsbestuur dat het ministerie van Onderwijs op de hoogte is van de overeenkomst en de Tweede Kamer er ook twee keer over is geïnformeerd.
‘De desbetreffende hoogleraar heeft een vaste aanstelling bij de Faculteit der Letteren van de RUG. Hij krijgt zijn salaris via de RUG uitbetaald en wordt voor zijn functioneren beoordeeld door de RUG. Hij is dus als persoon en wetenschapper niet afhankelijk van financiering door de Hanban’, aldus de RUG.
Het universiteitsbestuur zegt ook dat de samenwerking met het Confucius Instituut bij de ‘maatschappelijke taak van de RUG past’ om bij te dragen aan de verwerving van taal- en cultuurkennis. Ook zegt het dat de overeenkomst met de hoogleraar binnenkort verloopt en dat die daarna wordt geëvalueerd.