Oud-hoogleraar Herman vecht ontslag in hoger beroep aan
De Groningse kantonrechter oordeelde in maart dat de RUG de hoogleraar terecht had ontslagen. Dat deed de universiteit in januari van dit jaar vanwege subsidiefraude en valsheid in geschrifte.
Herman zou via de particuliere Stichting NOHA Groningen (SNG) over Europese subsidiegelden hebben beschikt die bedoeld waren voor het Groningse NOHA-programma. De stichting was volgens de RUG buiten haar medeweten opgezet en de gelden zouden daardoor buiten haar zicht om gebruikt zijn.
Geen controle
De kantonrechter ging in de redenatie van de universiteit mee. Door het geld via SNG te laten lopen, had Herman ervoor gezorgd dat de universiteit geen controle meer had over het subsidiegeld en was het onmogelijk voor de universiteit om zelf te beslissen hoe het geld uitgegeven zou worden.
De rechter noemde de handelwijze van Herman ‘zeer laakbaar en daarom ernstig verwijtbaar’, al deed Herman het niet om zichzelf te bevoordelen of de RUG te benadelen. Ze oordeelde daarom dat de RUG gelijk had in het ontslag van de hoogleraar.
Hermans advocaat miste ‘de afweging van wat zijn gedrag ernstig verwijtbaar maakt’. De advocaat vroeg zich onder meer af waar de ernst van het gedrag precies in zit. Een vraag die vandaag opnieuw gesteld zal worden in Leeuwarden.