Hoe ga je om met mediaophef?

Al twintig jaar krijgen studentbestuurders van de RUG les in hoe ze moeten omgaan met journalisten. Dit keer was de KEI-organisatie aan de buurt. 'Oh, die kop!'

KEI-voorzitter Max Dannenburg staat met een serieuze blik en z’n handen achter de rug voor de camera. ‘Er is iemand gewond geraakt tijdens een evenement. Wat is er gebeurd?’, vraagt de journalist hem. ‘Dat klopt, het is heel spijtig natuurlijk. Het is nog niet precies duidelijk wat de verwondingen zijn, dat wordt nog onderzocht. Over de oorzaak kan ik helaas niks zeggen.’

Ging dat goed? Het kan beter, oordeelt de ‘journalist’. ‘Het was een nog iets afstandelijk verhaal. Je moet meteen beginnen met: ‘Voor ons staat voorop dat ze beter wordt, daar ligt eerst onze prioriteit.’

De KEI-voorzitter staat de 'media' te woord.
De KEI-voorzitter staat de ‘media’ te woord.

Gelukkig maar een oefening

Het interview was gelukkig maar een oefening. Dannenburg en zijn zeven bestuursgenoten hebben zich verzameld in de USVA voor een mediatraining van RUG-communicatiemedewerkers Gernant Deekens en Fenneke Colstee. ‘Ik wil weten hoe ik met de media om kan gaan. Hoe kan ik me op die belangstelling voorbereiden’, licht Dannenburg zijn aanwezigheid toe.

Al twintig jaar krijgen verschillende bestuurders, van studentenverenigingen tot  theatergezelschappen, les in hoe ze om moeten gaan met journalisten. ‘Allemaal willen ze weten hoe ze met de pers om moeten gaan als er een calamiteit is’, zegt Deekens, die sinds vijf maanden woordvoerder is van het universiteitsbestuur.

Tijgers bij Vindicat

En dat is niet onterecht. Denk aan het incident met de hakenkruisen bij Commotie, de tijgers bij Vindicat, het NSB-feestje van de RUG-studente, de praeses die een barkruk door het raam van Dionysos gooide of de vier studenten die uit het raam vielen van Huize Harry. Al die gebeurtenissen zorgden voor massale mediaophef. ‘En we hebben er zelf ook belang bij’, zegt Deekens. ‘Als de KEI er een zooitje van maakt in de media, hebben wij daar last van.’

En daarom vertelt hij de bestuurders dat ze zich goed moeten voorbereiden op een interview, hoe ze moeten reageren op vragen en hoe ze een persbericht moeten schrijven. ‘Doe er een foto bij en lokale media nemen het gewoon letterlijk over. Dat is makkelijk scoren. Maak daar gebruik van’, houdt hij ze voor.

Kim2
Kim ziet haar interview terug op tv.

 

Slecht nieuws is ook nieuws

Maar belangrijk is ook om te weten hoe media werken, vertelt hij tijdens het theoretisch uurtje. Deekens: ‘Nodig RTV Noord niet pas om 15 uur uit voor een persconferentie. Dan hebben ze geen tijd meer om het te monteren voor het 18 uur journaal.’ En gaat het een keer mis, dondert er iemand uit een hoogwerker, breng dan vooral het nieuws zelf. ‘Dan heb je de communicatie zelf bij de teugels. Want slecht nieuws, is ook nieuws. Wacht niet tot je wordt gebeld, want dat gaat gebeuren.’

Hoe doet PowNews dat?

‘Nuttige informatie’, vinden de KEI-bestuurders. Maar ze willen toch vooral weten hoe ze met die persmuskieten om moeten gaan. Een vertrouwensband met journalisten is heel belangrijk, hebben de communicatiemedewerkers ze voorgehouden. ‘Maar hoe doet PowNews dat dan? Die verdraaien heel veel en toch worden ze steeds weer te woord gestaan’, merkt directeur acquisitie Chieljan Pierik op. ‘PowNews is lastig’, geeft Deekens toe. ‘Die willen een lollig en lullig verhaal. Het enige wat je kunt doen is daar een beetje in meegaan, en dan is het na vijf minuten ook weer over. Maar dat is ook mijn worst nightmare, dat die bij ons op de stoep staan.’

‘Oh die kop’

En dan komt na de pauze en de verse koek van Knol, het ‘engste gedeelte’: oefenen voor de camera. ‘Hoeveel geld gaat er in de KEI om’, vraagt de ‘journalist’. ‘Dat zeggen we niet’, zegt penningmeester Elsemieke Veenema. Niet helemaal het ideale antwoord.

Kim Assen, directeur evenementen, spat van het scherm als ze vertelt wat er dit jaar allemaal tijdens de introductieweek gaat gebeuren. ‘Je hebt verstand van zaken, maar je bent wat te enthousiast en snel. Zet eerder een punt’, reageert Deekens. ‘Het is ook moeilijk om in zo’n klein bestek te zeggen wat je wilt zeggen’, vindt Assen. ‘Oh die kop’, roept Pierik als hij zichzelf op het grote scherm terugziet. Zijn oefening ging goed. ‘Maar misschien had ik het toch iets anders moeten formuleren. Je leert er wel van.’

Chieljan-Gernant
Chieljan tijdens zijn oefening. Rechts staat interviewer Gernant Deekens.
31-01-2014