Dieet

Nadat mijn laatste date de boeken inging als Deceptie van de Eeuw, was ik het hele daten wel even zat. Daarmee was het ook gelijk afgelopen met m’n intensieve sportregime, evenals met de koolhydratenembargo. De boel de boel, fok die shit. Het was weer tijd voor leuke dingen: bankzitten en eten.

Een paar weken van zelfvertroeteling verder, begon ik toch wat last te krijgen van een opgeblazen gevoel. Ik weet het aan de chocola; dat waren mijn darmen niet gewend na weken strikt veganisme. Na een nadere kritische blik moest ik mezelf daarin toch echt corrigeren: dit was geen extra lucht, maar extra pens.

Ingrijpen geblazen, en wel vóórdat ik mijn Tinderprofiel moet vullen met louter foto’s van mijn lieve gezichtje. Minder eten, meer bewegen. Op papier is het een eitje. Voor sommige mensen. Mijn woest fitnessende studiegenoot kon zich bijvoorbeeld zó voorbeeldig aan zijn dieet houden, dat hij ging parachutespringen met de laatste maaltijd 16 uur achter zich. Op die lege maag had ie ook nog de boot naar Texel genomen en daar rondgefietst, om zichzelf laat in de middag een goed potje misselijk uit een vliegtuig te werpen.

Extreem bewonderenswaardig. Waarschijnlijk zou ik vlak voor een parachutesprong uit paniek juist een moorkop naar binnen hebben gedrukt. Uit irreële angst buitenshuis honger te krijgen, stap ik steevast volgepropt en goed bepakt de deur uit. Op een hardlooprondje neem ik Dextro’tjes mee, die een kilometer van huis al sneuvelen. En dan moet je nog negen. Het liefst ben ik de honger voor, maar daar word je dus bij uitstek dik van.

Gisteren heb ik het stof van m’n hardloopschoenen geblazen voor een dramatisch ochtendrondje. Alsnog was ik tevreden: geen druk, ik heb de tijd. Dit keer doe ik het voor mezelf – om in Viva-termen te spreken.

Die insteek hield ik een halve dag vol. Met één impulsief nachtelijk belletje bezorgde ik mezelf toch weer een deadline: nog vier tergende weken.

12-11-2014