Krumuleut
Krumuleut
Volwassen worden. Het is onvermijdelijk, zodra je ouder wordt. Bij de meeste mensen gaat het vanzelf. Soms heel duidelijk, wanneer je op kamers gaat bijvoorbeeld, een studie kiest, gaat samenwonen, een hond uit het asiel haalt of wanneer je solliciteert voor een grote-mensen-baan. Dat zijn zichtbare stappen.
Maar soms gebeurt het tussen de regels door. Tussen de dagen door. Je denkt plotseling anders, over andere dingen en op een andere manier. Alles wankelt. Je doelen, je wereldbeeld, je tijdsbesef. En zo, wankelend en wiebelig, met soms grote en soms kleine stappen, zit het volwassen leven je op de hielen.
Als kind kon het me niet snel genoeg gaan. Ik telde de dagen tot mijn verjaardag. Toen ik naar Pippi Langkous keek en haar Krumuleut-pillen zag slikken zodat ze niet volwassen zou worden, begreep ik haar niet.
Ik wou juist meepraten met de grote mensen, op hakken naar school in groep 7 en ik wou alles weten over financiën. ‘Maar Papa, hoe werkt rente dan?’ of ‘Wat is een hypotheek?’. Ik spaarde elke euro die ik kreeg. Kinderen, trouwen en dan met heel veel dieren wonen op een boerderij: ik dacht over alles na en kon niet wachten.
En zo, wankelend en wiebelig, met soms grote en soms kleine stappen, zit het volwassen leven je op de hielen
Zo ongeduldig als ik vroeger was, zo te snel gaat het me nu. Stage, scriptie, de laatste loodjes, en dan begint het. Hét. Het volwassen leven. Een baan, misschien een nieuwe stad, in ieder geval een nieuwe richting.
Ik ben binnenkort weer jarig, maar ik tel niet meer af. Ik vraag me af hoe het kan dat deze zo snel op de vorige volgt. De Krumuleut-pillen van Pippi worden steeds verleidelijker. Zou ik ze slikken, als het kon? Ik weet het niet.
Ik weet wel dat ik soms twijfel of ik nog door wil studeren na het afronden van mijn master. Is dat wellicht mijn eigen versie van een Krumuleut-pil? Nog even student zijn. Nog even uitstellen. En of dat dan stom is, of niet erg is, of juist goed, dat weet ik ook niet.
Maar het zou sowieso slechts uitstel zijn. Volwassen worden is een verplicht nummer. Ik kan er niet omheen. Net als Pippi Langkous er niet omheen kon: op zichzelf wonen, haar eigen geld regelen en gedisciplineerd zichzelf naar bed sturen wanneer nodig.
Als Pippi er zelfs niet onderuit kon, met Krumuleut-pillen en al, dan vrees ik dat ik het ook niet kan. Maar misschien moet ik wat wijsheid van haar stelen en niet zo bang zijn.
En zo vertel ik mezelf, zoals Pippi het zichzelf vertelde: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’