Advies van Pauline: ‘Zo’n kans als deze krijg je nooit meer’
Toen je begon, was je best bang…
‘Ja, nou! Ik was bang dat zou blijken dat ik het toch niet kon. Maar toen ik Atropos, m’n tweede gedicht in de UK, had geschreven, was het klaar. Al vond ik het wel wat minder dan Geef me wat te weten, waarmee ik gewonnen had, dat was heel sterk. M’n optredens – het waren er zo’n 25 dit jaar – hebben heel erg geholpen. Of mensen ’t nu menen dat ze klappen, het helpt wel.’
Is er veel veranderd in je presentatie?
‘In het begin was ik alleen maar zenuwachtig. Ik geniet er nu van. Ik tril soms nog wel in mijn benen, maar niet in mijn hoofd. En weet je, je moet wel authentiek blijven, geen dingen doen die niet bij je passen, want dat heeft je publiek zo door. Ik doe het liefst grote optredens, voor 400 mensen of zo, zoals bij de Nacht van de Filosofie. Ze kijken naar je, je maakt je kwetsbaar en dat moet ook zo.’
Ben je anders gaan dichten dit jaar?
‘Ja. Vrijer. Minder verhalend. Het idee van een plot begin ik heel langzaam los te laten.’
Wat was je mooiste moment?
‘Toen ik Elektrameisjes aan mijn vader voorlas. Ik probeer van alles op hem uit. Het raakte hem, hij was wel een beetje ontroerd. En m’n optreden bij de opening van het Academisch Jaar, toen ik hard YES riep.’
En je slechtste?
‘Van die momenten dat er niet wordt geklapt. Dan denk je, ik hou ermee op. Maar het is ook wel goed, zo’n kritisch publiek.’
Hoe gaat het nu met je verder?
‘Eerst m’n bachelor Nederlands halen. Met m’n tweede studie, filosofie, gaat het ook wel goed. En daarna? Ik droom dat ik ervan kan leven, net als Joost Oomen, die nu stadsdichter is.’
Wat is je advies aan studenten die ook huisdichter willen worden?
‘Wees niet bang. Bepaal zelf hoe vaak je optreedt. Lees veel. En, heel belangrijk, probeer alles uit. Zo’n kans als deze krijg je nooit meer.’
Ga jij Pauline opvolgen? Schraap je gedichten bij elkaar en geef je op.