Ruzie? Boos worden helpt!
De Vos (32) solliciteerde in 2009 met succes naar de promotieplek bij sociale psychologie over de rol van emoties in groepsconflicten. Het onderzoek ging over hoe bepaalde negatieve emoties een positieve invloed konden hebben op ruzies tussen groepen. ‘Dat vond ik redelijk paradoxaal en daarom leek het me zeer interessant om dit te onderzoeken’, zegt De Vos.
Duitse studenten
Zijn proefschrift bestaat uit acht studies die zowel in het onderzoekslab als op locatie zijn uitgevoerd. 585 proefpersonen deden eraan mee, voornamelijk studenten en inwoners van Groningen. Ze kregen fictieve krantenartikelen te lezen die aansloten op bestaande berichten in de media. Zo werden ze geconfronteerd met verschillende conflictsituaties, zoals discriminatie van Duitse studenten op de Groningse kamermarkt.
‘Medeleven spoort aan tot het oplossen van het conflict’‘Dan werd in het artikel bijvoorbeeld een Duitse student gequoot die zei: ‘Ik ben heel boos dat ik zo benadeeld word door Nederlandse studenten’’, vertelt De Vos. Die boosheid werd op verschillende manieren gecommuniceerd, en steeds werd gekeken naar de reactie die de proefpersonen gaven. Ze vulden die in op vragenlijsten. ‘Leefden ze mee? Wilden ze het conflict oplossen, het laten zitten of laten escaleren?’
Uit de onderzoeken van De Vos blijkt dat zowel boosheid als minachting aangeven dat er iets mis is in de relatie tussen twee groepen. Maar het uiten van deze twee emoties levert tegenovergestelde effecten op. Waar minachting laat zien dat de ene groep op de andere neerkijkt en eigenlijk de deur sluit, is de communicatie van boosheid juist een verzoek aan de andere groep om zich in te leven en begripvol te zijn. ‘Het medeleven dat hieruit voortkomt, spoort aan tot het herstellen van de relatie en het oplossen van het conflict.’
Voorwaarden
Best opvallend, want je zou verwachten dat boos worden averechts werkt. De Vos snapt deze gedachtegang, en zijn onderzoek laat zien dat de uiting van boosheid wel aan bepaalde voorwaarden moet voldoen om effectief te zijn. Zo moet de woede gepast zijn. ‘De groep moet wel vinden dat ze de andere groep iets hebben aangedaan wat onrechtvaardig is.’
Verder moet de gekwetste partij het ongenoegen als groep uiten. ‘Als maar één Duitse student boos is, voelt de tegenpartij zich niet aangesproken en staat de groepsrelatie niet op het spel.’ Ten derde moet blijken dat de boosheid nog steeds aanwezig is. ‘Als je zegt: ‘We waren toen boos’, geeft dat aan dat die emotie, en daarmee het willen verbeteren van de relatie, er nu niet meer toe doen’, aldus De Vos.
De onderzoeker heeft tot slot een tip voor iedereen die wel eens ruzie heeft: als je boos bent, maak het dan bespreekbaar! ‘Daarmee benadruk je dat je je onterecht behandeld voelt door de ander, maar bied je hem ook de mogelijkheid hier iets aan te doen en daarmee de relatie te herstellen en het conflict op te lossen.’
Bart de Vos verdedigt op donderdag 24 september om 14.30 uur zijn proefschrift ‘Communicating Anger and Contempt in Intergroup Conflict: Exploring their Relational Functions’ in het Academiegebouw.
Homepagefoto door Saurabh Vyas