Hoe nu verder?
Extract uit mijn fictionele dagboek
[…] Het is gedaan. Na 55 tips is het vandaag tijd voor nummer 56, de allerlaatste. Of ze levens hebben gered durf ik niet te zeggen, dat heeft niemand me in ieder geval ooit verteld. Of ze levens hebben gekost weet ik ook niet, maar de stilte op dat front wekt wellicht minder verbazing. Hoe het ook zij, anderhalf jaar. Bijna de halve studententijd van een nominale student… gelukkig hebben we er daar in Groningen niet zo veel van. Zin en onzin, lief en leed werden er wekelijks gedeeld met een anoniem publiek. Na vandaag niet meer. De vrijgekomen digitale ruimte zal in het nieuwe collegejaar gebruikt worden voor onderzoeksjournalistiek; kwaliteit en diepgang zijn de nazomerse speerpunten.
Tuurlijk, dat valt te verdedigen. Voor ku(l/t)verhalen hebben we Ben Hard en GeenStijl, en voor woordengoochelarij ben je beter af bij de Jeugd van Tegenwoordig. Adviezen krijg je bovendien (ongewild) al genoeg van familie en het docentencorps, nee, onmisbaar was deze rubriek zeker niet. Het is ook eigenlijk wel mooi geweest, daar was ik het ook mee eens. Maar toch, is dit een teken van de tijd? Moet het allemaal steeds serieuzer?
Bij ons op Albertus hanteren we het motto ‘non scholae sed vitae’, wat zoveel betekent als ‘niet voor de school maar voor het leven’. Dáárvoor zouden we moeten studeren. Dat hebben ze daar aan de Brugstraat ook niet verzonnen hoor, natuurlijk niet, dat deed Seneca Minor al een kleine 2000 jaar geleden, constaterend dat het wel leek alsof de studenten niet studeerden om zelf meer kennis te vergaren, maar om professoren blij te houden. Zoiets staat trouwens ook ongeveer beschreven op die zuil midden op het Harmonieplein. Afijn, of studenten ooit een sikkepit hebben gegeven om de gemoedstoestand van hun leraren waag ik te betwijfelen. Voldoendes en uiteindelijk twee in Latijn geschreven papiertjes met stempel en handtekening, daar gaat het toch vaak om. En zelfs die papiertjes zijn toch eigenlijk vaak vooral maar een noodzakelijk kwaad om een aardige baan te krijgen. Niet voor het leven, maar voor een baan leren wij, zou ik zeggen. Mijn Latijn is niet meer wat het ooit geweest is, dus als een classicus dat zou willen vertalen, graag.
Of wacht, die zijn er natuurlijk nauwelijks meer.
Meer baanzekerheid, meer maatschappelijke relevantie, sneller studeren. We mogen de arme hardwerkende medeburgers niet op nog meer kosten jagen. Hoewel ik inschat dat studenten zo gemiddeld genomen hun maatschappelijke schuld nu ook al ruimschoots aflossen, wordt er toch weer meer richting de student geschoven.
Dat zal wel. Een laatste advies wie dit dan ook leest zou zijn dat de studententijd de tijd zou moeten zijn waarin je kunt bepalen wat je doet en hoe je groeit. Als je daar meer dan vier jaar voor nodig hebt moet je die nemen, als je meer wilt leren dan op de powerpoint vermeld wordt, moet je buiten je studie zoeken. En als je meer wilt lezen dan alleen mijn stukjes, lees dan andere dingen, al kan ik me dat niet voorstellen.
Het beste!