Universiteitsbestuur: ‘Te veel werkdruk en bureaucratie’
Groningen, 12 mei 2015,
Geachte medewerkers en studenten,
Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen heeft met belangstelling kennisgenomen van de open brief van een aantal leden van het wetenschappelijk en ondersteunend personeel van onze universiteit die op vrijdag 8 mei werd gepubliceerd in de Universiteitskrant. In de brief uiten zij hun zorg over de toekomst van academisch onderwijs en onderzoek. Het CvB herkent de zorgpunten uit de brief en deelt deze. De zorgen hebben voor een belangrijk deel betrekking op de gehele universitaire gemeenschap in Nederland.
Wij gaan graag in op de uitnodiging om in gesprek te gaan. In de februarivergadering van de Universiteitsraad hebben wij al een aantal toezeggingen gedaan op meerdere verbeterpunten met betrekking tot de effectiviteit van de medezeggenschap en de transparantie van het bestuur die door de studenten- en personeelsfracties waren voorgesteld. Ook hebben wij toen aangegeven graag de dialoog aan te gaan met studenten en medewerkers. Studenten en medewerkers zijn hiertoe ook expliciet uitgenodigd.
Werkdruk
De universiteiten hebben al jaren te maken met sterk groeiende studentenaantallen. Wij vinden dit maatschappelijk gezien een goede ontwikkeling, maar we zijn evenals de ondertekenaars van de brief, kritisch op het bekostigingsmodel van de overheid, dat erin heeft geresulteerd dat de bijdrage per student steeds verder is afgenomen. Het gevolg hiervan is dat de werkdruk bij het personeel steeds verder is toegenomen. Het College van Bestuur deelt deze zorg en ziet de consequenties ervan. Daarom maakt de RUG zich sterk voor een realistisch bekostigingsmodel. De VSNU en wij doen er alles aan om dit zo goed mogelijk bij de minister van OCW en de Tweede Kamer onder de aandacht te brengen.
Bureaucratie
De klachten over de toegenomen bureaucratie en de werkdruk die dit met zich meebrengt, zijn bekend bij het College van Bestuur. Toezicht en verantwoording zijn in onze ogen uit balans en zorgen voor teveel administratieve rompslomp. Het invoeren van de instellingsaccreditatie zonder het afschaffen van de uitgebreide opleidingsaccreditaties is hiervan een voorbeeld. Het College van Bestuur wil net als de andere universiteiten toe naar een systeem dat meer gebaseerd is op vertrouwen. Wij zijn hierover in gesprek met de minister van OCW en met de NVAO.
Verhouding vast – tijdelijk personeel
De verhouding tussen vast en tijdelijk personeel is de afgelopen jaren verslechterd, onder andere door de prestatieafspraken die een deel van de overheidsfinanciering onzeker hebben gemaakt. Ook op dit punt zijn wij het eens. Overigens zijn in de nieuwe cao voor de universiteiten inmiddels afspraken gemaakt om het percentage tijdelijke aanstellingen terug te dringen. Daarnaast investeert de RUG nu 35 miljoen euro in de verbetering van het Masteronderwijs via de investeringsagenda. Dit moet ertoe leiden dat er ongeveer 100 vaste arbeidsplaatsen bijkomen. De faculteiten hebben hiervoor voorstellen ingediend en het College van Bestuur heeft deze overgenomen. Tenslotte wil de RUG het extra geld (ongeveer 20 miljoen per jaar) dat vanaf 2018 beschikbaar komt via het zogenaamde studievoorschot (leenstelsel) investeren in louter vaste banen. Daarover willen wij en de VSNU verder geen prestatieafspraken maken met het ministerie van OCW.
Top-down
In de open brief wordt gesteld dat er een te sterke top-down besturing van de universiteit bestaat. Wij concluderen met u dat de hierboven genoemde externe ontwikkelingen zoals de prestatieafspraken en de instellingstoets hebben geleid tot een intensievere rol van het centrale bestuur. Inhoudelijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van onderwijs en onderzoek zijn uiteraard zoveel mogelijk daar neergelegd waar ze horen: bij de faculteiten (en diensten) van de universiteit. In de Universiteitsraad zijn hierover ook met betrekking tot de bijbehorende medezeggenschap afspraken gemaakt.
Verder wordt genoemd dat de ontwikkeling van de maatschappelijke thema’s vooral een top-down benadering kent. Hierbij gaat het echter steeds om initiatieven die zijn voortgekomen uit de wetenschappelijke staf en die vanuit het bestuur worden ondersteund om een multidisciplinaire aanpak mogelijk te maken. Mocht met deze stelling worden bedoeld dat de universiteit zich niet met dit soort maatschappelijke vragen zou moeten bezighouden, dan zouden we het hierover niet met elkaar eens zijn.
Vervolg
Zoals gezegd, het College van Bestuur gaat graag in gesprek met de ondertekenaars van de open brief en met de universitaire gemeenschap zoals dat ook past in de traditie van de RUG. Wij delen de zorgen en voelen de verantwoordelijkheid om in goede afstemming met alle betrokkenen te werken aan een duurzaam, democratisch en bij het tijdsbeeld passend universitair model. De academische cultuur en de kwaliteit van onderwijs en onderzoek staan daarbij vanzelfsprekend voorop.
Wij nemen op korte termijn contact op met de bezorgde medewerkers en maken een afspraak voor een gesprek.
Tenslotte
Binnenkort zijn er weer verkiezingen voor de medezeggenschapsorganen aan de universiteit. Wij waarderen de gezamenlijke inbreng van staf en studenten in deze organen ten zeerste en roepen u allen op om uw stem te laten horen. Een goede opkomst bij de verkiezingen is een belangrijke steun in de rug voor degenen die bereid zijn hun kostbare tijd in deze medezeggenschapsactiviteiten te steken.
Met vriendelijke groet,
Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen